ECLI:NL:RBAMS:2025:6881
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beslissing over beklag inzake inbeslaggenomen valken en DNA-onderzoek naar afkomst
Op 9 september 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een klaagschrift op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. De klager, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. P.W.H. Stassen, had beklag ingediend tegen de inbeslagname van drie sakervalken en één slechtvalk, die op 11 oktober 2024 op Schiphol in beslag waren genomen. De vogels waren bedoeld voor export naar Dubai, maar voldeden niet aan de CITES-vereisten, aangezien de pootringen niet gesloten waren.
De rechtbank heeft het klaagschrift op 10 december 2024 behandeld en het onderzoek in raadkamer is op 9 september 2025 voortgezet. De officier van justitie heeft op basis van een NFI-rapport van 1 september 2025 aangegeven dat de afkomst van de sakervalken nu duidelijk is, maar dat de afkomst van de slechtvalk niet kon worden vastgesteld. De klager heeft ingestemd met de teruggave van de sakervalken, maar niet van de slechtvalk.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beklag deels gegrond is, en heeft de teruggave van de levende sakervalken met ringnummers eindigend op 0121 en 0114 en de dode sakervalk met ringnummer eindigend op 0250 gelast. Het beklag ten aanzien van de slechtvalk met ringnummer eindigend op 0557 is ongegrond verklaard, omdat de legale herkomst niet kon worden aangetoond. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat beroep in cassatie open voor het Openbaar Ministerie.