Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.Kern van de zaak
€ 2.846,87 en € 10.015,19, omdat hij meent dat het om kosten gaat die voor rekening van [gedaagde] moeten komen. Hij vordert verder aanzuivering van het negatieve saldo op de gezamenlijke rekening van partijen en medewerking aan de opheffing daarvan.
2.De procedure
- de conclusie van antwoord; en
- de akte overlegging aanvullende producties van [eiser] van 27 juni 2025.
3.De feiten
Privelimiet plus gezamenlijke rekening bij ABN AMRO”voor ieder de helft aan hen wordt toebedeeld. Volgens het convenant bedraagt het saldo - € 10.816,50 (negatief).
4.Het geschil
Primair verzoekt zij de rechtbank om deze vorderingen af te wijzen. Subsidiair verzoekt zij de rechtbank – wat betreft de vorderingen onder I, II en III – om een alternatieve wijze van verdeling vast te stellen die erop neerkomt dat een onafhankelijke makelaar wordt benoemd om de woning te taxeren en dat zij vanaf de datum van taxatie zes maanden de gelegenheid krijgt om [eiser] op basis van die waarde uit te kopen.
5.De beoordeling
Privelimiet plus gezamenlijke rekening bij ABN AMRO”.Daarop staat een negatief saldo. [eiser] wil dat [gedaagde] de helft van dit negatieve saldo aanzuivert, zodat hij deze rekening – na betaling van de andere helft – kan laten opheffen. [eiser] stelt dat deze rekening op grond van artikel 6.3. en 6.4. van het convenant voor ieder 50% aan partijen is toebedeeld en hij in het verleden meer geld op deze rekening heeft gestort dan [gedaagde] .