11.Beslissing
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapen en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen en munitie van categorie III;
ten aanzien van het onder 2 bewezen verklaarde:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
ten aanzien van het onder 3 bewezen verklaarde:
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentie van 18 (achttien) dagen.
Beveelt dat de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf bestaande uit
een werkstraf voor de duur van 80 (tachtig) uren.Beveelt dat, als de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 40 (veertig) dagen.
Beveelt dat deze werkstraf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegen het niet nakomen van na te melden voorwaarden.
Stelt de proeftijd vast op
2 (twee) jarenvast
onder de algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaardedat de verdachte:
- meewerkt aan begeleiding vanuit de IFA coach.
Van rechtswege gelden tevens de voorwaarden dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de jeugdreclassering te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht.
Geeft opdracht aan
Jeugdbescherming Regio Amsterdamtot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
PL1300-2024169856-G6529429
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
5 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529376
6 STK Verdovende Middelen
PL 1300-2024169856-G6529377
5 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529378
5 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529380
6 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529382
3 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529384
4 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529386
5 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529388
1 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529389
2 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529390
2 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529332
4 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529395
11 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529396
1 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529397
4,13 GR Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529399
1 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529400
1 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529401
1 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529402
1 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529404
1 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529405
1 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529408
2 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529409
4 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529410
1 STK Verdovende Middelen
PL1300-2024169856-G6529411
PL1300-2024229175-G6558935
PL1300-2024229175-G6558936
Heft ophet geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. K.M. van Hassel, voorzitter tevens kinderrechter,
mrs. A.E. van Montfrans en A. van Luijck, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Pattiasina, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 september 2025.