In deze zaak, die zich afspeelt tussen BVD TWEEWIELERS OOST B.V. en SPRING PROPERTIES G S.A.R.L., betreft het een geschil over herstelwerkzaamheden na een brand in een fietsenwinkel. De brand, die plaatsvond in januari 2024, leidde tot aanzienlijke schade aan de bedrijfsruimte die door BVD gehuurd werd van Spring. In een eerder kort geding was Spring veroordeeld tot herstel van de brandschade binnen een bepaalde termijn. BVD vordert nu in dit kort geding de afgifte van een rapport over de staat van de fundering, dat door Spring is opgesteld, en eist dat de herstelwerkzaamheden binnen drie maanden worden gestart.
De procedure omvatte een mondelinge behandeling waarbij beide partijen hun standpunten naar voren brachten. BVD stelt dat zij recht en belang heeft bij inzage in het funderingsrapport, omdat dit van invloed is op haar aansprakelijkheidspositie. Spring betwist de ontvankelijkheid van BVD in haar vorderingen, omdat zij niet de contractspartij zou zijn. De kantonrechter oordeelt dat BVD ontvankelijk is in haar vorderingen, ondanks de betwisting van Spring.
De rechter concludeert dat BVD een spoedeisend belang heeft bij het verkrijgen van het funderingsrapport, omdat dit essentieel is voor haar juridische positie in het geschil met Spring. De vordering tot inzage in het rapport wordt toegewezen, evenals de gevraagde dwangsom. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij haar eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 11 februari 2025 door de kantonrechter E.J. van der Molen.