Uitspraak
1.De procedure
- de e-mail van mevrouw [naam] namens The New Fork van 22 juli 2025, waarbij om uitstel is verzocht,
Rechtbank Amsterdam
In deze civiele procedure heeft Cotit B.V. een vordering ingesteld tegen The New Fork B.V. voor betaling van werkzaamheden die Cotit in augustus en september 2023 heeft verricht. De overeenkomst tussen partijen is op 1 september 2023 beëindigd. In een tussenvonnis van 11 juli 2025 is aan The New Fork een bewijsopdracht gegeven om aan te tonen dat zij met Cotit was overeengekomen dat de werkzaamheden in augustus 2023 niet in rekening zouden worden gebracht. Ondanks een verzoek om uitstel heeft The New Fork geen bewijs geleverd. De kantonrechter concludeert dat niet is komen vast te staan dat er een dergelijke overeenkomst was, waardoor Cotit recht heeft op betaling voor de verrichte werkzaamheden. De kantonrechter heeft de vordering van Cotit toegewezen, inclusief wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn ook toegewezen aan Cotit, omdat The New Fork grotendeels in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitgesproken op 5 september 2025.