ECLI:NL:RBAMS:2025:6541

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 september 2025
Publicatiedatum
5 september 2025
Zaaknummer
13/277324-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Taakstraf voor diefstal van elektriciteit en het telen van hennep in Amsterdam

Op 5 september 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het telen van hennep en diefstal van elektriciteit. De verdachte, geboren in 1998 en ingeschreven op een adres in Hoorn, werd bij verstek veroordeeld. De rechtbank baseerde haar oordeel op bewijs dat de verdachte op 24 december 2020 in Amsterdam opzettelijk 13 hennepstekken en 430 hennepplanten had geteeld en elektriciteit had gestolen van Liander door middel van braak en verbreking. De politie had op basis van anonieme meldingen een hennepkwekerij aangetroffen in de woning van de verdachte, waar illegaal stroom werd afgenomen. De rechtbank achtte de verklaring van de verdachte ongeloofwaardig en concludeerde dat hij op de hoogte was van de hennepkwekerij en de illegale stroomafname. De officier van justitie had een taakstraf van 100 uur geëist, wat de rechtbank passend achtte, mede vanwege de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De rechtbank legde de verdachte een taakstraf van 100 uur op, met aftrek van voorarrest, en verklaarde de vordering van de benadeelde partij Liander N.V. tot schadevergoeding van € 47,63 toewijsbaar, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/277324-22
Datum uitspraak: 5 september 2025
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1998,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] Hoorn,
hierna: verdachte.

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is bij verstek gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 augustus 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. R. Leuven en van de vordering van de benadeelde partij Liander N.V. (hierna: Liander).

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – tenlastegelegd dat hij zich op 24 december 2020 in Amsterdam schuldig heeft gemaakt aan:
1. het opzettelijk telen en/of opzettelijk aanwezig hebben van 13 hennepstekken en/of 430 hennepplanten;
2. diefstal van ongeveer 318.437 kWh stroom/elektriciteit van Liander door middel van braak en/of verbreking.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Ibij dit vonnis.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd.
Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat beide tenlastegelegde feiten kunnen worden bewezen.
3.2.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht, overeenkomend met het standpunt van de officier van justitie, beide tenlastegelegde feiten bewezen, gelet op de bewijsmiddelen in het dossier. Zij overweegt daartoe het volgende.
Op 21 december 2020 ontving de politie een anonieme melding dat er een hennepkwekerij aanwezig zou zijn op [adres] . Op 6 maart 2018 heeft de politie ook al eenzelfde melding ontvangen voor dit adres. De politie is vervolgens op 24 december 2020 naar de woning gegaan en heeft daar een waarneming gedaan met een warmtebeeldcamera, die een lichte afwijking in temperatuur vergeleken met de omliggende woningen liet zien. De politie is vervolgens de woning binnengetreden en heeft daar een hennepkwekerij aangetroffen. De politie heeft geconstateerd dat het om hennep ging vanwege de kleur, vorm en herkenbare geur. In twee kweekruimtes, voorzien van onder andere CO2-toevoer, heeft de politie in totaal 430 hennepplanten aangetroffen en in een derde kweekruimte nog 13 hennepstekken. Ook bleken er verboden handelingen te zijn verricht aan de elektriciteitsinstallatie, waaronder het verbreken van zegels van de hoofdaansluitkast, waardoor er illegaal stroom/elektriciteit is afgenomen van Liander.
Uit onderzoek blijkt dat zowel verdachte als zijn vader stonden ingeschreven op het adres, maar uit het dossier volgt dat verdachte ten tijde van het aantreffen van de hennepkwekerij de bewoner moet zijn geweest. De buren verklaren dat er een jongeman, de zoon, in de woning zou wonen. Ook zijn er bankpassen, kentekenbewijzen en andere poststukken op naam van verdachte in de woning aangetroffen. Bovendien is de politie op 20 december 2020 – enkele dagen voor de ontdekking van de hennepkwekerij – bij de woning geweest voor een inbraakmelding betreffende de garagebox en trof verdachte toen in de woning aan. Ook heeft verdachte de nieuwe bewoners, die per december 2021 in de woning verblijven, per brief laten weten dat hij de vorige bewoner was. Verdachte heeft bij de politie verklaard niks te weten van de hennepkwekerij en de diefstal van de stroom/elektriciteit. Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden schuift de rechtbank deze verklaring van verdachte als ongeloofwaardig terzijde.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte wist dat er een hennepkwekerij met een grote hoeveelheid hennep in de woning aanwezig was en dat de hennep zich binnen zijn machtssfeer bevond.
In de woning heeft de politie dikke stroomkabels door de woning zien lopen, vanuit de meterkast in de hal via de trap omhoog naar een schakelbord op de eerste verdieping, waarvandaan de stroomkabels zich vertakten naar de verschillende kamers met daarin de kweekruimtes. De rechtbank is op grond van deze feiten en omstandigheden van oordeel dat verdachte ook wist dat de stroom/elektriciteit voor de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen.
Op grond van bovenstaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte opzettelijk hennep heeft geteeld in de woning aan de [adres] (feit 1) en opzettelijk stroom/elektriciteit van Liander heeft gestolen middels verbreking (feit 2).

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht, op grond van de in
bijlage IIopgenomen bewijsmiddelen waarin de redengevende feiten en omstandigheden zijn vervat, bewezen dat verdachte:
Feit 1
op 24 december 2020 te Amsterdam, opzettelijk heeft geteeld in een pand aan [adres] een hoeveelheid van 13 hennepstekken en 430 hennepplanten en delen daarvan;
Feit 2
op 24 december 2020 te Amsterdam, een hoeveelheid stroom/elektriciteit die geheel of ten dele aan Liander, in elk geval aan een ander toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;

5.Strafbaarheid van de feiten

De bewezenverklaarde feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straffen en maatregelen

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 100 uur.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het telen van hennep. In zijn woning zijn grote hoeveelheden hennep aangetroffen, te weten 430 hennepplanten en 13 henneptoppen. Er is sprake van een groot opgezette hennepkwekerij met meerdere ruimtes. Hoewel aan verdachte slechts het telen op één datum ten laste is gelegd, duidt de situatie in de woning erop dat er langdurig is gekweekt. Verdachte heeft met zijn handelen een bijdrage geleverd aan de productie van softdrugs.
Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan diefstal van stroom/elektriciteit in de woning waar de hennepkwekerij is aangetroffen. Energieleveranciers worden door diefstal van stroom/elektriciteit gedupeerd. Bovendien vond de fraudespecialist van Liander de situatie in de woning schokkend en achtte hij de kans op brand groot. Hij omschreef de situatie als zeer gevaarlijk in een woonwijk zoals die waar de woning staat. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij risico’s voor omwonenden heeft veroorzaakt en dat hij geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen .
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 16 juli 2025. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder voor misdrijven is veroordeeld.
Straf
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gekeken naar de door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) vastgestelde oriëntatiepunten, ofwel de afspraken die gerechten onderling maken over gelijke bestraffing van soortgelijke zaken. Bij hennepkwekerijen met een aantal hennepplanten tussen de 100 en 500 gaat het oriëntatiepunt uit van een taakstraf van 120 uur en 1 maand voorwaardelijke gevangenisstraf. Daarbij kan bijvoorbeeld brandgevaar aanleiding zijn voor een hogere bestraffing. Bij een gekwalificeerde diefstal, zoals de diefstal van stroom door verbreking van de zegels van de meterkast, gaat het oriëntatiepunt uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden.
De rechtbank houdt in strafverminderende zin rekening met de overschrijding van de redelijke termijn. Verdachte is op 27 oktober 2022 aangehouden en gehoord. Toen is de redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) aangevangen. Als uitgangspunt geldt dat binnen twee jaar na aanvang van die redelijke termijn door de rechtbank moet zijn beslist, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. De rechtbank is van oordeel dat de omvang en complexiteit van deze zaak niet zodanig zijn dat een extra vertraging gerechtvaardigd is geweest. Dit betekent dat de zaak op 27 oktober 2024 moest zijn afgerond. De rechtbank stelt daarom vast dat de redelijke termijn met ruim 9 maanden is overschreden. Gelet op deze overschrijding ziet de rechtbank aanleiding om een lagere straf op te leggen dan waar de LOVS-oriëntatiepunten op wijzen. De rechtbank volgt de eis van de officier van justitie en acht, alles afwegende, een taakstraf voor de duur van 100 uur, met aftrek van voorarrest, passend en geboden.

8.Beslag

Onder verdachte is het volgende voorwerp in beslag genomen:
- 1 STK Hennep-Kwekerij (Omschrijving: PL1300-2020270820-G6011331).
Onttrekking aan het verkeer
Nu met behulp van dit voorwerp het onder 1 en 2 bewezenverklaarde is begaan en het van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, wordt dit voorwerp onttrokken aan het verkeer.

9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij Liander N.V. vordert € 32.125,03 aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij toe te wijzen tot een bedrag van € 31.125,03, met toepassing van de wettelijke rente. De vordering dient ten aanzien van de € 1.000,- aan incassokosten niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij Liander als gevolg van de onder 2 bewezenverklaarde diefstal rechtstreeks materiële schade heeft geleden. Liander heeft de vordering tot vergoeding van de schade met stukken onderbouwd, maar is daarbij uitgegaan van een periode die langer is dan de bewezenverklaarde periode van één dag. Voor de berekening van het toe te wijzen bedrag heeft de rechtbank gekeken naar de kosten die vallen onder de posten “Transport vergoeding 3x50A 2020”, “Transport vergoeding 3x25A 2020” en “Ongeregistreerd verbruik elektriciteit 2020” die worden genoemd in de factuur die Liander bij de vordering heeft gevoegd. Daarvan is berekend wat de kosten zijn geweest voor één dag. Dit komt op de volgende berekening neer.
Transportvergoeding 2020
Uit de factuur blijkt dat de prijs per eenheid voor 3x50A in 2020 een bedrag van € 295,- was per 100 dagen. Voor één dag komt dit neer op een prijs van € 2,95. De prijs per eenheid is voor 3x25A € 39,- per 100 dagen. Voor één dag komt dit neer op een prijs van € 0,39. Uit de factuur blijkt verder dat de prijs van “Transport vergoeding 3x25A” van “Transport vergoeding 3x50A 2020” moet worden afgetrokken. Dit maakt dat het totaal van de transportvergoeding voor één dag in 2020 een prijs heeft van € 2,56.
Ongeregistreerd verbruik elektriciteit 2020
Uit de factuur blijkt dat de prijs per eenheid in 2020 € 87,70 was per 1000 kilowattuur. De aangifte van Liander bevat onder meer als bijlagen “Berekening verbruik kweekruimte A” en “Berekening verbruik kweekruimte B”. Hieruit blijkt dat kweekruimte A dagelijks 342 kilowattuur verbruikt en kweekruimte B dagelijks 172 kilowattuur. Voor één dag komt dit neer op een prijs van € 29,99 voor kweekruimte A en € 15,08 voor kweekruimte B. De prijs per dag voor beide kweekruimtes samen is daarmee € 45,07.
Totale kosten voor 24 december 2020
De totale kosten voor de dag 24 december 2020 bedragen voor Liander € 2,56 (Transport vergoeding) + € 45,07 (Ongeregistreerd verbruik) = € 47,63.
Conclusie
De rechtbank oordeelt dat de vordering van de benadeelde partij Liander toewijsbaar is tot een bedrag van € 47,63, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade, namelijk 24 december 2020. Voor het overige deel verklaart de rechtbank de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregelen zijn gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 36b, 36c, 57, 311 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in
rubriek 4is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel
Ten aanzien van feit 2:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uur, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast van
50 (vijftig) dagen.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beslag
Verklaart
onttrokken aan het verkeer:
- 1 STK Hennep-Kwekerij (diversen)(Omschrijving: PL1300-2020270820-G6011331)
Vordering van de benadeelde partij
Wijst de vordering van de benadeelde partij Liander N.V. toe tot een bedrag van
€ 47,63 (zevenenveertig euro en drieënzestig eurocent)aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade d.d. 24 december 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan Liander N.V. voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Wiewel, voorzitter,
mrs. B. Kuppens en M.S. Bettelheim, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.V. Koppelman, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 september 2025.