ECLI:NL:RBAMS:2025:6484

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 augustus 2025
Publicatiedatum
2 september 2025
Zaaknummer
11649483 EA VERZ 25-413
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag wegens bedrijfseconomische redenen en verzoek tot herstel van de arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 26 augustus 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en SISAR B.V. [verzoeker] had een arbeidsovereenkomst met SISAR B.V. die na toestemming van het UWV wegens bedrijfseconomische redenen was opgezegd. [verzoeker] verzocht om herstel van de arbeidsovereenkomst en betaling van achterstallig loon en vakantiedagen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat SISAR B.V. voldoende heeft aangetoond dat er sprake was van bedrijfseconomische redenen voor het ontslag. De kantonrechter oordeelde dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst niet in strijd was met de wet en wees het verzoek van [verzoeker] tot herstel van de arbeidsovereenkomst en de daarmee samenhangende verzoeken af. Wel werd SISAR B.V. veroordeeld tot betaling van 160 uur aan niet genoten vakantiedagen, te vermeerderen met vakantietoeslag. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer / rekestnummer: 11649483 \ EA VERZ 25-413
Beschikking van 26 augustus 2025
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
verwerende partij in het voorwaardelijke tegenverzoek,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. B. van den Berg,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SISAR B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
verwerende partij,
verzoekende partij in het voorwaardelijke tegenverzoek
hierna te noemen: Sisar,
gemachtigden: mr. M.A. de Jager en mr. A.J. Jansen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties van 14 april 2025;
- het verweerschrift en voorwaardelijk tegenverzoek met producties van Sisar;
- een nagekomen productie van de zijde van [verzoeker] ,
- drie nagekomen producties van de zijde van Sisar.
1.2.
De mondelinge behandeling is gehouden op 12 augustus 2025. [verzoeker] is verschenen en werd bijgestaan door mr. Van den Berg. Voor [verzoeker] was een tolk (A.E. Abdelrahman) in de Arabische taal aanwezig. Namens Sisar is verschenen [naam] , general manager, bijgestaan door mr. De Jager en mr. Jansen. Partijen hebben hun standpunten aan de hand van spreekaantekeningen toegelicht en vragen van de kantonrechter beantwoord. [verzoeker] heeft tijdens de mondelinge behandeling zijn verzoek gewijzigd. Na verder debat is beschikking gevraagd en is de datum voor de beschikking bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Sisar is een uitzendonderneming, die zich bezig houdt met de detachering van IT-specialisten bij opdrachtgevers. Sisar maakt deel uit van de Sisargroup B.V., waartoe ook Stafide B.V. (hierna: Stafide) behoort.
2.2.
[verzoeker] is op 1 november 2021 als kennismigrant bij Sisar in dienst getreden in de functie van Full Stack Java Developer voor de bepaalde tijd van een jaar. Zijn salaris bedroeg € 4.746,50 bruto per maand exclusief 8% vakantietoeslag en overige emolumenten. In de arbeidsovereenkomst staat dat [verzoeker] per jaar recht heeft op 20 vakantiedagen.
2.3.
[verzoeker] is door Sisar bij KLM tewerkgesteld voor een project dat liep van 15 november 2021 tot en met 14 november 2022.
2.4.
Op 24 oktober 2022 heeft Sisar de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] voor onbepaalde tijd verlengd.
2.5.
Kort daarna heeft KLM aan Sisar bericht dat zij het project en de daaraan gekoppelde inhuur van [verzoeker] niet zal verlengen.
2.6.
Op 1 november 2022 heeft [verzoeker] aan de HR-medewerker van Sisar een e-mail gestuurd met [naam] (destijds CEO, nu general manager) in de cc met als onderwerp Raise letter. In die e-mail schrijft [verzoeker] : ‘
As discussed with [naam][ [naam] , ktn]
, please let’s prepare the attached letter along with the employment letter.’ Bij die e-mail zat als bijlage een door [verzoeker] opgesteld Word-document, waarin staat dat zijn salaris per 1 februari 2023 wordt verhoogd van € 62.000,00 per jaar naar € 79.000,00 per jaar.
2.7.
Bij e-mail van 7 november 2022 heeft de HR-medewerker aan [verzoeker] een document gestuurd genaamd Hike Letter op het briefpapier van Sisar, gedateerd op 3 november 2022 en ondertekend door de HR-medewerker. De tekst in de Hike Letter is bijna gelijk aan de tekst van het door [verzoeker] in het geding gebrachte Word-document, zij het dat in de Hike Letter staat dat het salaris van [verzoeker] per 3 april 2023 wordt verhoogd naar € 79.000,00. De Hike Letter is door de HR-medewerkster ondertekend.
2.8.
Nadat het project bij de KLM op 15 november 2022 was geëindigd heeft Sisar [verzoeker] aan een intern IT-project laten werken.
2.9.
Op 18 januari 2023 heeft [verzoeker] zich ziekgemeld.
2.10.
Tussen partijen is een kortgedingprocedure aanhangig geweest bij deze rechtbank. In die procedure heeft de kantonrechter op 31 januari 2024 mondeling uitspraak gedaan. De kantonrechter heeft geoordeeld, voor zover van belang, dat Sisar van januari 2023 tot en met november 2023 het salaris van [verzoeker] niet op tijd heeft betaald en Sisar veroordeeld tot betaling van € 3.000,00 bruto aan wettelijke verhoging. [verzoeker] heeft zich in die procedure niet op het standpunt gesteld dat Sisar een te laag bedrag aan salaris aan hem heeft betaald.
2.11.
Bij e-mail van 22 februari 2024 heeft de HR Business Partner in een algemene mail aan het Sisar team in herinnering gebracht om de openstaande vakantiedagen over 2023 vóór 1 juli 2024 op te nemen omdat ze anders per 1 juli 2024 automatisch vervallen en daarbij verzocht om uiterlijk drie weken voor de start van de vakantie vrij te vragen.
2.12.
[verzoeker] heeft bij e-mail van 23 april 2024 vrij gevraagd voor een vakantie van 3 tot en met 21 juni 2024. Sisar heeft deze vakantie goedgekeurd.
2.13.
In een verslag van de bedrijfsarts van 8 augustus 2024 staat dat [verzoeker] kan proberen het eigen werk te hervatten. De bedrijfsarts adviseert partijen om daarover met elkaar in gesprek te gaan.
2.14.
Bij e-mail van 23 augustus 2024 heeft [verzoeker] aan Sisar geschreven dat hij op de website van Stafide 13 opdrachten heeft gezien, waar hij interesse in heeft en dat hij daarover graag met Sisar in gesprek wil.
2.15.
Op 1 oktober 2024 is [verzoeker] volledig hersteld gemeld.
2.16.
Bij e-mail van 7 oktober 2024 heeft Sisar aan [verzoeker] bericht dat zijn vorige functie niet meer bestaat en dat Sisar onderzoekt of zij werk heeft voor [verzoeker] .
2.17.
Sisar heeft op 18 oktober 2024 aan het UWV toestemming gevraagd de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] te mogen opzeggen wegens bedrijfseconomische redenen. [verzoeker] heeft hiertegen verweer gevoerd bij het UWV. Op 8 januari 2025 heeft het UWV toestemming verleend en Sisar heeft vervolgens bij brief van 8 januari 2025 de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] opgezegd per 28 februari 2025.
2.18.
Bij de eindafrekening heeft Sisar 26,36 niet genoten vakantie-uren aan [verzoeker] uitbetaald, zijnde het opgebouwde saldo over januari en februari 2025. Sisar heeft op 28 februari 2025 aan [verzoeker] de transitievergoeding betaald.
2.19.
Sisar heeft altijd het salaris dat partijen bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst in november 2021 zijn overeengekomen aan [verzoeker] betaald. [verzoeker] heeft hiertegen nooit geprotesteerd.
2.20.
Ten tijde van deze procedure heeft Sisar drie werknemers in dienst: een CEO, [naam] als general manager, en een junior JAVA Developer.

3.Het verzoek, het verweer en het voorwaardelijke tegenverzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt, samengevat en na wijziging van zijn verzoek, Sisar te veroordelen:
primair:
om de arbeidsovereenkomst met terugwerkende kracht te herstellen vanaf 28 februari 2025 op straffe van een dwangsom;
tot betaling van € 6.095,57 bruto per maand vanaf 28 februari 2025 tot de dag dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente;
tot betaling van € 6.095,57 bruto per maand dat het dienstverband onderbroken is geweest, in het geval de arbeidsovereenkomst op een latere datum dan 28 februari 2025 wordt hersteld;
subsidiair:
tot betaling van een billijke vergoeding van € 79.000,00 bruto;
primair en subsidiair:
tot betaling van € 25.454,94 bruto aan achterstallig loon, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente;
tot betaling van € 6.077,00 bruto aan niet-genoten vakantiedagen;
aan [verzoeker] te verstrekken netto/bruto specificaties van de onder a tot en met d verzochte bedragen, op straffe van een dwangsom;
tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten;
in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Sisar voert verweer tegen deze verzoeken. Zij verzoekt voorwaardelijk, in het geval de arbeidsovereenkomst moet worden hersteld, de arbeidsovereenkomst op de kortst mogelijke termijn te ontbinden vanwege een verstoorde arbeidsverhouding, met veroordeling van [verzoeker] in de proceskosten.
3.3.
[verzoeker] voert verweer tegen het voorwaardelijke ontbindingsverzoek. Voor het geval de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, verzoekt hij om toekenning van de transitievergoeding, een billijke vergoeding van € 79.000,00 bruto, wettelijke rente en afgifte van netto/bruto specificaties, op straffe van een dwangsom.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hier, voor zover voor de beoordeling van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

Bezwaar van Sisar tegen producties
4.1.
Achter de spreekaantekeningen van [verzoeker] zaten twee nieuwe producties. Sisar heeft bezwaar gemaakt tegen het indienen van die producties. Beslist wordt dat deze producties niet tot de procedure worden toegelaten, omdat die te laat zijn ingediend.
Ontslag wegens bedrijfseconomische redenen
4.2.
Op grond van artikel 7:682 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de kantonrechter op verzoek van de werknemer van wie de arbeidsovereenkomst is opgezegd met toestemming van het UWV, maar in strijd met artikel 7:669 lid 3 onderdeel a BW, de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen dan wel aan de werknemer een billijke vergoeding toekennen indien herstel van de arbeidsovereenkomst in redelijkheid niet mogelijk is vanwege een omstandigheid waarbij sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.
4.3.
De kantonrechter toetst aan dezelfde (wettelijke) criteria als het UWV. Het UWV toetst een verzoek om een arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische omstandigheden op te zeggen aan de Ontslagregeling, de Regeling Ontslagprocedure UWV en de Uitvoeringsregels. De kantonrechter zal hieraan dus ook toetsen, met dien verstande dat de kantonrechter niet gebonden is aan de in de Uitvoeringsregels neergelegde bepalingen, maar daar wel acht op kan slaan. De beoordeling van de kantonrechter geldt niet als een beoordeling in hoger beroep van de beslissing van het UWV. Het gaat om een zelfstandig te beoordelen verzoek.
4.4.
Bij een ontslagaanvraag op grond van bedrijfseconomische redenen moet op grond van de Ontslagregeling komen vast te staan dat:
er structureel arbeidsplaatsen vervallen door bedrijfsbeëindiging of door maatregelen die om bedrijfseconomische redenen nodig zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering;
de juiste volgorde voor ontslag is vastgesteld (afspiegelingsbeginsel);
er geen mogelijkheden zijn om de werknemer binnen een redelijke termijn (al dan niet met scholing) te herplaatsen in een andere passende functie binnen de onderneming of groep.
4.5.
Uitgangspunt is dat de werkgever bij de door haar te maken beleidskeuzes de nodige ruimte moet worden gelaten. De werkgever heeft in hoge mate de vrijheid om zijn onderneming in te richten zoals haar goeddunkt. Wel dient de werkgever zich te verantwoorden voor de genomen beslissing.
4.6.
Tussen de processtukken zit een projectoverzicht van Sisar over de periode juni 2023 tot en met december 2024. Uit dat overzicht volgt dat van de 23 projecten slechts één project nog liep en de overige projecten waren geëindigd. Sisar heeft in deze procedure toegelicht dat het lopende project inmiddels is verlengd tot en met 1 oktober 2025 en dat op dat project een junior JAVA Developer wordt ingezet, waarna de voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomst met de junior JAVA Developer niet zal worden verlengd. Verder heeft Sisar toegelicht dat er op dit moment geen nieuwe projecten in het vooruitzicht zijn. Daarbij heeft Sisar ter onderbouwing recente financiële gegevens overgelegd. Gelet op de stagnatie van opdrachten bij Sisar, heeft zij de door haar gewenste koerswijziging om zich te gaan richten op consultancy binnen cybersecurity en AI voldoende verantwoord. Het gebrek aan opdrachten maakt ook dat vast is komen te staan dat er bij Sisar structureel arbeidsplaatsen vervallen door bedrijfsbeëindiging of door maatregelen die om bedrijfseconomische redenen nodig zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering.
4.7.
Sisar heeft voldoende onderbouwd dat de andere werknemers met dezelfde functie (Full Stack Java Developer) als [verzoeker] de afgelopen periode allemaal uit dienst zijn gegaan bij Sisar. Dit was ten tijde van de beslissing van het UWV al het geval. De functie van [verzoeker] is niet uitwisselbaar met de enig overgebleven consultant binnen Sisar. Uitwisselbare functies zijn functies die naar inhoud, vereiste kennis, vaardigheden en competenties en de tijdelijke of structurele aard van de functie vergelijkbaar zijn, en wat niveau betreft en bij de functie behorende beloning gelijkwaardig zijn. De enige overgebleven consultant is werkzaam als junior JAVA Developer, terwijl [verzoeker] een senior functie had binnen Sisar. Verder heeft Sisar onbetwist aangevoerd dat sprake is van een aanzienlijk verschil in salariëring tussen beide functies. [verzoeker] verdiende bijna het dubbele van het salaris van de junior JAVA Developer. De functie van [verzoeker] en die van de junior JAVA Developer zijn dan ook niet uitwisselbaar. Het voorgaande betekent dat [verzoeker] een unieke functie had en dat het afspiegelingsbeginsel niet van toepassing is.
4.8.
Sisar dient te onderzoeken of herplaatsing in een andere passende functie mogelijk is. Het gaat daarbij om hetgeen in de gegeven omstandigheden in redelijkheid van de werkgever kan worden gevergd (HR 18 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:64). Daarmee wordt aan de werkgever een zekere beoordelingsruimte gegeven.
4.9.
Opdrachten voor zijn functie als Full Stack Java Developer zijn er niet bij Sisar. Ook de door Sisar ingezette koerswijziging heeft vooralsnog geen opdrachten opgeleverd. Los van de vraag of [verzoeker] beschikt over de competenties om op het gebied van cybersecurity of AI aan de slag te gaan, zijn er op dit moment noch binnen een redelijke termijn passende functies voor [verzoeker] bij Sisar.
4.10.
Tussen partijen is in geschil of [verzoeker] kan worden herplaatst bij Stafide, die tot dezelfde groep behoort als Sisar. Volgens Sisar is dit niet mogelijk omdat Stafide, anders dan Sisar, geen personeel detacheert, maar rekruteert voor opdrachtgevers. Dit betekent dat de vacatures op de website van Stafide geen functies zijn binnen de groep van Sisar, maar vacatures rechtstreeks bij de opdrachtgever. Volgens [verzoeker] is dit niet zo, maar deze stelling heeft hij onvoldoende onderbouwd. De herplaatsingsverplichting van Sisar gaat niet zover dat zij zich moet inspannen om [verzoeker] op een vacature bij een andere werkgever te plaatsen. Van herplaatsing in een andere passende functie binnen de onderneming of groep is dan immers geen sprake meer.
4.11.
De conclusie is dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst niet in strijd is met artikel 7:669, lid 3, onderdeel a, BW, zodat het primaire verzoek van [verzoeker] tot herstel van de arbeidsovereenkomst en de daarmee samenhangende primaire verzoeken en het subsidiaire verzoek tot toekenning van een billijke vergoeding zullen worden afgewezen.
Voorwaardelijk ontbindingsverzoek van Sisar
4.12.
Nu de arbeidsovereenkomst tussen partijen niet zal worden hersteld, is de voorwaarde waaronder Sisar het voorwaardelijk ontbindingsverzoek heeft ingesteld niet ingetreden. Dit verzoek behoeft daarom geen bespreking.
Loonvordering
4.13.
[verzoeker] stelt dat aan hem in de Hike Letter een salarisverhoging naar € 79.000,00 bruto per jaar is toegezegd per 3 april 2023, maar dat Sisar deze verhoging nooit heeft doorgevoerd. [verzoeker] heeft naar aanleiding van een toezegging van [naam] zelf een concepttekst voor de brief met de loonsverhoging naar de HR-medewerker van Sisar gestuurd. [verzoeker] had [naam] in de cc meegenomen en hij was derhalve op de hoogte van en akkoord met de concepttekst. Voor zover [naam] al op vakantie was, dan was [verzoeker] daarvan niet op de hoogte. Het kan [verzoeker] niet aangerekend worden dat [naam] zijn e-mail niet goed leest. [verzoeker] had vanaf 18 januari 2023 ernstige medische klachten en op het moment dat de loonsverhoging zou ingaan op 3 april 2023 was [verzoeker] ziek. Omdat Sisar zijn salaris niet betaalde, werd [verzoeker] gedwongen om achter zijn normale loonbetalingen aan te gaan. Hij had geen kracht en energie om de discussie over de loonsverhoging ook nog eens aan te gaan, aldus steeds [verzoeker] .
4.14.
Sisar betwist dat partijen een loonsverhoging zijn overeengekomen. De salarisverhoging die in de Hike Letter staat vermeld is niet met [verzoeker] afgesproken. [verzoeker] heeft een HR-medewerker van Sisar rechtstreeks benaderd met, naar het zich laat aanzien, een door hemzelf opgestelde brief, terwijl hij wist dat [naam] op dat moment met vakantie was. [verzoeker] heeft misbruik gemaakt van de situatie en aangegeven dat hij deze brief met spoed getekend nodig zou hebben voor een hypotheeklening. Alle belangrijke stukken binnen Sisar worden nooit handmatig getekend. Dit gebeurt met een digitale handtekening van de bestuurder. Het contract van [verzoeker] was een week daarvoor voor onbepaalde tijd verlengd en toen hebben partijen niet gesproken over een salarisverhoging. Het ligt niet voor de hand dat in zo’n korte periode na de verlenging van de arbeidsovereenkomst aan een werknemer ineens een forse salarisverhoging wordt toegekend. [verzoeker] heeft nooit aanspraak gemaakt op de loonsverhoging, ook niet tijdens het kort geding tussen partijen in januari 2024, aldus steeds Sisar.
4.15.
Geoordeeld wordt als volgt. [verzoeker] heeft in zijn verzoekschrift gesteld dat met de Hike Letter aan hem een loonsverhoging is toegezegd. Naar aanleiding van het verweer van Sisar in het verweerschrift dat [verzoeker] de tekst van de Hike Letter vermoedelijk zelf heeft opgesteld om een loonsverhoging te bewerkstelligen, heeft [verzoeker] pas op zitting toegegeven dat hij inderdaad de tekst van de Hike Letter zelf heeft opgesteld. Dat [verzoeker] dat gedaan heeft op uitdrukkelijk verzoek van [naam] is tegenover de gemotiveerde betwisting niet komen vast te staan. Daar komt bij dat [verzoeker] op de zitting de door Sisar verder naar voren gebrachte ongerijmdheden ten aanzien van zijn stelling dat hij een loonsverhoging met [naam] is overeengekomen niet heeft kunnen verklaren. Zo kon hij desgevraagd geen duidelijk antwoord geven op de vraag waar en wanneer hij de loonsverhoging met [naam] is overeengekomen en hoe dit in verhouding staat tot het gegeven dat partijen vlak daarvoor nog de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd hadden verlengd en een loonsverhoging toen geen onderwerp van gesprek is geweest. Hij heeft evenmin duidelijkheid kunnen verschaffen over het verschil in de ingangsdatum van de loonsverhoging in zijn concept en in de Hike Letter. Het enkele feit dat [naam] niet heeft geprotesteerd tegen een via een cc-email ontvangen concepttekst van de voorgestelde loonsverhoging, is bovendien onvoldoende om tegenover de gemotiveerde betwisting als vaststaand aan te kunnen nemen dat de inhoud van de Hike Letter juist is en Sisar aan [verzoeker] een loonsverhoging heeft toegekend.
4.16.
Bovenstaande betekent dat het verzoek van [verzoeker] tot betaling van achterstallig salaris zal worden afgewezen.
Uitbetaling vakantiedagen
4.17.
[verzoeker] stelt dat hij over 2024 nog 160 vakantie-uren had staan en Sisar die ten onrechte niet aan hem heeft uitbetaald bij de eindafrekening. [verzoeker] heeft ter onderbouwing van zijn stelling een vakantieoverzicht uit het systeem van Sisar in het geding gebracht.
4.18.
Volgens Sisar klopt dat overzicht niet, omdat [verzoeker] niet al zijn vakantiedagen heeft geregistreerd, dan wel omdat bij de overstap naar een ander softwaresysteem in 2023 het overzetten van gegevens niet goed is gegaan. Sisar heeft verder aangevoerd dat voor zover [verzoeker] in 2023 niet al zijn vakantie-uren heeft opgenomen, deze in 2024 zijn komen te vervallen. [verzoeker] heeft in 2024 drie weken (120 uur) vakantie gehad, zodat er nog 5 dagen (40 uur) openstonden. Sisar is bereid die dagen aan [verzoeker] uit te betalen.
4.19.
Vooropgesteld moet worden dat het Sisar is die als werkgever gehouden is een deugdelijke uren- en vakantieregistratie bij te houden. Sisar heeft niet betwist dat het vakantieoverzicht het vakantiesaldo per einde 2024 toont. Uit dat overzicht blijkt dat [verzoeker] begin 2024 een vakantiesaldo had van 280 uren. Omdat [verzoeker] recht heeft op 20 vakantiedagen (160 uur) per jaar, gaat de kantonrechter ervan uit dat [verzoeker] 120 vakantie-uren heeft meegenomen uit 2023. [verzoeker] heeft in juni 2024 120 vakantie-uren opgenomen. Deze vakantie is vermeld op het overzicht. Omdat deze vakantie vóór 1 juli 2024 plaatsvond, zijn deze vakantie-uren afgeboekt op de meegenomen uren uit 2023 conform het gestelde in de in 2.11. weergegeven e-mail. Andere opgenomen vakantiedagen in 2024 zijn niet op het overzicht vermeld. Sisar heeft ook geen andere data genoemd waarop [verzoeker] in 2024 verder vakantie zou hebben genoten. Dat betekent dat aan het eind van 2024 nog alle 160 vakantie-uren voor 2024 openstonden, zoals vermeld op het overzicht.
4.20.
Bovenstaande betekent dat het verzoek van [verzoeker] tot betaling van 160 niet genoten vakantie-uren te vermeerderen met 8% vakantietoeslag zal worden toegewezen. Het bedrag waarvan [verzoeker] betaling verzoekt, heeft hij berekend aan de hand van de door hem gestelde loonsverhoging. Zoals gezegd is niet vast komen te staan dat partijen deze loonsverhoging zijn overeengekomen. Het bedrag aan vakantie-uren zal moeten worden berekend aan de hand van het loon dat partijen bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst zijn overeengekomen. In die zin zal het verzoek van [verzoeker] worden toegewezen.
Specificaties
4.21.
[verzoeker] heeft verzocht om schriftelijke netto/bruto specificaties van de door hem onder 3.1. onder a tot en met d verzochte bedragen. Die verzoeken worden echter afgewezen, zodat deze vordering ook zal worden afgewezen. Wel gaat de kantonrechter ervan uit dat Sisar van de betaling van de vakantie-uren aan [verzoeker] een schriftelijke bruto/netto specificatie zal verstrekken.
Incassokosten en proceskosten
4.22.
De verzochte vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen, omdat [verzoeker] onvoldoende heeft gesteld om tot de conclusie te kunnen komen dat daadwerkelijk buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht die een vergoeding rechtvaardigen.
4.23.
Nu partijen over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld, worden de proceskosten gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Sisar om aan [verzoeker] te betalen 160 uur aan niet genoten vakantiedagen te vermeerderen met 8% vakantietoeslag berekend aan de hand van het loon dat partijen bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst zijn overeengekomen,
5.2.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A. Sissing, kantonrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 26 augustus 2025.
57170