Op 19 augustus 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Direktorin des Amtsgerichts Kleve in Duitsland. De zaak betreft een vordering van de officier van justitie tot behandeling van het EAB, dat op 11 december 2024 was uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in 1993, heeft de Nederlandse nationaliteit en is bijgestaan door zijn raadsman, mr. C.N.G.M. Starmans. Tijdens de zitting op 5 augustus 2025 heeft de rechtbank de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen met schorsing tot aan de uitspraak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De opgeëiste persoon heeft verklaard dat zijn persoonsgegevens correct zijn en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft. De rechtbank heeft ook de garantie van de uitvaardigende justitiële autoriteit beoordeeld, die waarborgt dat de opgeëiste persoon na een eventuele veroordeling in Duitsland terug naar Nederland zal worden overgebracht. Deze garantie is door de rechtbank als voldoende beoordeeld.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan, omdat er geen belemmeringen zijn en de terugkeer naar Nederland gewaarborgd is. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met mr. A.R.P.J. Davids als voorzitter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.