ECLI:NL:RBAMS:2025:6354

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 augustus 2025
Publicatiedatum
28 augustus 2025
Zaaknummer
13-173837-25
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel van Duitsland

Op 28 augustus 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Amtsgericht Landshut in Duitsland. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Kosovo in 1999, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft en momenteel gedetineerd is. De officier van justitie, mr. W.L.M. van Poll, heeft op 17 juni 2025 een vordering ingediend tot behandeling van het EAB. Tijdens de zitting op 14 augustus 2025 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. S.J. van der Woude, en een tolk in de Albanese taal. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenneming bevolen.

De opgeëiste persoon heeft verklaard dat zijn persoonsgegevens correct zijn en dat hij de Kosovaarse nationaliteit bezit. De raadsman heeft geen weigeringsgronden aangedragen en refereerde zich aan het oordeel van de rechtbank. Het EAB vermeldt een bevel tot voorlopige hechtenis en beschrijft het strafbare feit als georganiseerde of gewapende diefstal, dat in Nederland als lijstfeit is opgenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft daarom de overlevering toegestaan.

De uitspraak is gedaan door mr. B.M. Vroom-Cramer als voorzitter, samen met mrs. A.R.P.J. Davids en D.L.S. Ceulen, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13-173837-25
Datum uitspraak: 28 augustus 2025
UITSPRAAK
op de vordering van 17 juni 2025 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 20 januari 2025 door het
Amtsgericht Landshut, Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[de opgeëiste persoon]
geboren in [geboorteplaats] (Kosovo) op [geboortedag] 1999,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in de [penitentiaire inrichting] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 14 augustus 2025, in aanwezigheid van mr. W.L.M. van Poll, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsman, mr. S.J. van der Woude, advocaat in Amsterdam en door een tolk in de Albanese taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met dertig dagen verlengd. [2]
Tevens heeft de rechtbank voor sluiting van het onderzoek ter zitting de gevangenneming bevolen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Kosovaarse nationaliteit heeft.

3.Standpunt raadsman

De raadsman ziet geen weigeringsgronden die aan de overlevering in de weg staan en refereert zich daarom aan het oordeel van de rechtbank.

4.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een bevel tot voorlopige hechtenis van het
Amtsgericht Landshutvan
20 januari 2025, met kenmerk Gs 175/25.
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Duits recht strafbaar feit. Dit feit is omschreven in het EAB. [3]

5.Strafbaarheid; feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW

De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst het strafbare feit aan als een zogenoemd lijstfeit, dat in Nederland in de lijst van bijlage 1 bij de OLW staat vermeld, te weten:
georganiseerde of gewapende diefstal.
Uit het EAB volgt dat op dit feit naar het recht van Duitsland een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

6.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[de opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Landshut(Duitsland) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. B.M. Vroom-Cramer, voorzitter,
mrs. A.R.P.J. Davids en D.L.S. Ceulen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. G. Riedijk, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 28 augustus 2025.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 OLW.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.