Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
(..) Zodra hij weet dat ik dienst heb kom ik hem buiten meerdere malen tegen. Voor mij uitrijden naast mij rijden laatst mij afsnijden bij marnixtraat/marnixplein en Haarlemmerweg.
Ziek gemeld met medische klachten. Heeft een moeilijke periode in de prive situatie. Leidinggevende is op de hoogte. (…) bij huisarts geweest. Deze heeft haar verwezen naar een deskundig begeleider. (…) Momenteel dermate beperkt in persoonlijk en sociaal functioneren dat er nog geen inzetmogelijkheden zijn. De klachten zijn overwegend niet-werk-gerelateerd. Wel is er sprake van spanningen en agitatie: Werkneemster heeft er moeite mee dat ze zo snel naar haar ziekmelding naar het spreekuur moet komen. (…)
Ja dus eigenlijk negeer je het advies van [naam 2] de bedrijfsarts en [naam 3] mijn behandelaar. (..)
het is niet zozeer negeren maar het is wel uh misschien uh het is misschien wel overrulen, maar dat weet ik niet. Weet niet precies exact wat hij geschreven heeft hoor. Maar in ieder geval ga (..)
(…) [naam 2] en zowel [naam 3] gingen er niet vanuit dat jij mij dit antwoord zou gaan geven.
Ja ja uh dat hebben we zo besloten dat gaan we ook zo doorz (woord wordt onderbroken
) dat zien we ook zeg maar als de beste weg voor re-integratie op dit moment.(..)
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
Dat de meldingen niet in het functioneringsgesprek met [verzoekster] van oktober 2017 zijn besproken vormt geen aanwijzing van het tegendeel. [verzoekster] heeft hierover op de zitting verklaard dat de leidinggevende toen niet over de meldingen wilde praten omdat hij het een privéaangelegenheid vond. Dit is door GVB onvoldoende inhoudelijk betwist.
algeheelverbod heeft opgelegd om nieuwe meldingen bij CCV te doen, zoals [verzoekster] stelt. De weergave van de gesprekken van [verzoekster] met haar leidinggevenden, die blijkt uit de overgelegde correspondentie en verklaring van de leidinggevende (zie 2.10) maken dit voldoende aannemelijk. [verzoekster] mocht melding doen van gevaarlijke (verkeers)situaties tijdens de dienst. Wat GVB wel kan worden verweten is dat zij [verzoekster] teveel heeft beperkt in het doen van meldingen.
GVB heeft zich gedurende een lange periode onvoldoende empathisch en onvoldoende pro-actief opgesteld. Hoewel het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid, de PTSS als gevolg van stalking, GVB niet kan worden verweten, heeft zij [verzoekster] veel te weinig gesteund in een voor [verzoekster] zware periode van kwetsbare psychische en mentale gesteldheid. Daardoor heeft zij bijgedragen aan de uitval van [verzoekster] en de stagnatie van het herstel. [verzoekster] heeft zich daardoor terecht onvoldoende gehoord en gesteund gevoeld door GVB.