Uitspraak
1.De procedure
- de aanvullende productie van Eigen Haard,
- de producties van [gedaagde] .
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 5 augustus 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen woningcorporatie Eigen Haard en een gedaagde huurder. De procedure volgde op een geschil over de toewijzing van een sociale huurwoning aan de gedaagde, die een vervalste verhuurdersverklaring had overgelegd. De huurovereenkomst was op 27 februari 2025 tot stand gekomen, maar Eigen Haard ontdekte dat de gedaagde een negatieve verhuurdersverklaring had van Stadgenoot, die niet aan Eigen Haard was verstrekt. Eigen Haard heeft de huurovereenkomst buitengerechtelijk vernietigd op grond van bedrog en dwaling, omdat de gedaagde opzettelijk onjuiste informatie had verstrekt.
Tijdens de mondelinge behandeling op 22 juli 2025 heeft Eigen Haard haar standpunten toegelicht, terwijl de gedaagde betwistte dat er sprake was van spoedeisend belang en dat zij niet zelf de vervalste verklaring had aangeleverd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering tot ontruiming toewijsbaar is, omdat de gedaagde zonder recht of titel in de woning verblijft. De rechter heeft daarbij de belangen van Eigen Haard zwaarder laten wegen dan die van de gedaagde, ondanks haar medische situatie en het risico op dakloosheid. De ontruimingstermijn is vastgesteld op zes weken na betekening van het vonnis, en de gedaagde is veroordeeld tot betaling van een gebruiksvergoeding en proceskosten.