Uitspraak
mr. H.C.L. Dekkers als griffier, ter zitting verschenen:
- [eiser] , bijgestaan door de gemachtigde;
- mr. V.J. Verhulst.
Rechtbank Amsterdam
Op 29 juli 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam, onder leiding van kantonrechter mr. J.H.J. Evers, een mondelinge uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen [eiser] en [gedaagde]. [Eiser] had een woning gehuurd van [gedaagde] en een waarborgsom van € 4.380,- betaald. Na opzegging van de huurovereenkomst op 1 april 2024, heeft [eiser] de woning op 26 april 2024 opgeleverd. [Gedaagde] weigerde echter de waarborgsom terug te betalen, omdat zij schade had geconstateerd en de huur over mei 2024 niet was betaald. De kantonrechter oordeelde dat [eiser] de huur over mei niet verschuldigd was, omdat de opzegging slechts 41 minuten te laat was en dit in strijd was met de eisen van redelijkheid en billijkheid. Tevens werd vastgesteld dat [gedaagde] [eiser] niet de gelegenheid had gegeven om eventuele schade zelf te herstellen. De kantonrechter heeft [gedaagde] veroordeeld tot terugbetaling van de waarborgsom, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, en heeft de proceskosten ten laste van [gedaagde] gesteld.