In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 13 augustus 2025 een tussenuitspraak gedaan in een incident dat is ingediend door de rechtspersoon Bliss FZE, gevestigd in Dubai, tegen [gedaagde 1] B.V. en andere gedaagden. Bliss vordert inzage in de inkoopfacturen van bloemen die zij van [gedaagde 1] heeft gekocht in de periode van 2011 tot en met 2024. Bliss stelt dat zij mogelijk te veel heeft betaald voor de bloemen en dat [gedaagde 1] onrechtmatig heeft gehandeld door geen transparantie te bieden over de inkoopprijzen. De rechtbank oordeelt dat Bliss recht heeft op inzage in de gevraagde documenten, omdat deze essentieel zijn voor de controle van de in rekening gebrachte bedragen. De rechtbank verwerpt het verweer van [gedaagde 1] dat gewichtige redenen zich verzetten tegen inzage, en stelt dat de gevraagde informatie niet als concurrentiegevoelig kan worden beschouwd. De rechtbank beveelt [gedaagde 1] om de inkoopfacturen en andere relevante documenten in het geding te brengen in een doorzoekbaar formaat. Tevens wordt [gedaagde 1] veroordeeld in de proceskosten van Bliss, die zijn vastgesteld op €792,00. De zaak zal op 24 september 2025 opnieuw op de rol komen voor het nemen van de conclusie van antwoord.