Deze uitspraak betreft het beroep van eiser, een inwoner van Aruba, tegen het besluit van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) om hem vanaf het derde kwartaal van 2023 80% kinderbijslag toe te kennen. Eiser is het niet eens met dit percentage en heeft in zijn beroepschrift en aanvullingen uiteengezet waarom hij recht heeft op 100% kinderbijslag. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de Svb terecht 80% kinderbijslag heeft toegekend. De rechtbank legt uit dat de Svb verplicht is om de woonlandfactor toe te passen, die voor Aruba in 2023 op 80% is vastgesteld. Eiser heeft aangevoerd dat de kosten van levensonderhoud op Aruba hoger zijn dan in Nederland, maar de rechtbank wijst erop dat de woonlandfactor is gebaseerd op een vergelijking van de koopkracht tussen Nederland en Aruba, en niet alleen op de kosten van levensonderhoud. De rechtbank concludeert dat de Svb het besluit correct heeft gemotiveerd en dat het beroep ongegrond is. Echter, de rechtbank merkt op dat de Svb in de beroepsfase pas adequaat op de argumenten van eiser is ingegaan, wat aanleiding geeft om de Svb te verplichten het griffierecht aan eiser te vergoeden.