3.3.1.Zaak A
Beoordelingskader criminele herkomst
De rechtbank stelt voorop dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat de voorwerpen die bij verdachte zijn aangetroffen afkomstig zijn uit een specifiek aangeduid misdrijf. Echter, ook als niet duidelijk is uit welk specifiek misdrijf de voorwerpen afkomstig zijn, kan in bepaalde gevallen alsnog de criminele herkomst worden bewezen. Het gaat dan om gevallen waarbij het op grond van de feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat in dit geval de voorwerpen uit misdrijf afkomstig zijn. Als de feiten en omstandigheden in het dossier zodanig zijn dat sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft over de legale herkomst van de voorwerpen. Zo’n verklaring moet concreet, verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk zijn. Als de verdachte een dergelijke verklaring heeft afgelegd, ligt het op de weg van het Openbaar Ministerie om hier nader onderzoek naar te doen. Mede op basis van dit onderzoek moet de rechtbank in dat geval beoordelen of met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat de voorwerpen een legale herkomst hebben. De omstandigheden waaronder, het moment en de manier waarop de verklaring van verdachte tot stand is gekomen spelen daarbij een rol. In dat geval kan het niet anders dan dat de voorwerpen uit misdrijf afkomstig zijn en kan witwassen worden bewezen.
Witwasvermoeden
Uit het dossier blijkt dat verdachte in oktober 2024 twee keer is aangehouden. De politie ziet dan dat verdachte beide keren dure merkkleding draagt en bij de eerste aanhouding in oktober 2024 ook een Rolex. Dit vindt de politie opvallend, omdat niet bekend is of verdachte inkomen heeft. Het horloge wordt onderzocht en blijkt echt te zijn en een waarde te hebben van € 15.000,-. Naar aanleiding van deze bevindingen besluit de politie onderzoek te doen naar het inkomen en het vermogen van verdachte, waaruit naar voren komt dat verdachte weinig legaal inkomen heeft – met een laatste loonopgaaf uit 2020 – in verhouding tot het totaal onverklaarbaar bijgeschreven vermogen op zijn bankrekening van € 35.726,62. De politie besluit de woning van verdachte te doorzoeken en treft daar een contant geldbedrag van € 13.560,- aan en een grote hoeveelheid merkgoederen. Op grond hiervan is naar het oordeel van de rechtbank ten aanzien van zowel het contante geld, het geld op de bankrekening van verdachte, als alle bij de doorzoeking aangetroffen goederen gezamenlijk sprake van een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen.
Verklaring verdachte
Daarom mag van verdachte worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare verklaring geeft voor de herkomst van deze geldbedragen en voorwerpen, die niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk is. De rechtbank zal hierna per voorwerp of geldbedrag bespreken of verdachte naar haar oordeel een dergelijke verklaring heeft afgelegd, of dit volgens de rechtbank heeft geleid tot bevestiging of weerlegging van die verklaring door nader onderzoek door het Openbaar Ministerie en uiteindelijk concluderen of naar het oordeel van de rechtbank sprake is van witwassen.
Beoordeling per voorwerp/geldbedrag
Geldbedragen op de bankrekening – deels bewezen
Het totaal onverklaarbaar bijgeschreven vermogen van verdachte bedraagt volgens de politie € 35.726,62. Dit bedrag valt uiteen in verschillende posten, die achtereenvolgens zullen worden besproken.
Verdachte heeft geen verklaring afgelegd over de herkomst van het bedrag afkomstig van Vinted (€ 810,-). Desondanks acht de rechtbank het niet aannemelijk dat deze van misdrijf afkomstig zijn. Vinted is volgens openbaar toegankelijke bronnen een legaal verkoopplatform en het bedrag dat verdachte met verkopen op Vinted heeft verdiend, is niet dermate hoog dat dit een vermoeden van witwassen rechtvaardigt. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van het witwassen van de geldbedragen afkomstig van Vinted (€ 810,-).
Ook over de bijschrijvingen van Your Benefits Assuradeur (€ 421,44) heeft verdachte geen verklaring afgelegd. Toch neemt de rechtbank ook voor deze post geen witwasvermoeden aan. Your Benefits Assuradeur is blijkens openbare bronnen een verzekeringsmaatschappij en in de omschrijvingen van de bijschriften staan polisnummers en factuurnummers. Het lijkt daarmee om legale bijschrijvingen te gaan. Daarom spreekt de rechtbank verdachte eveneens vrij van het witwassen van de geldbedragen bijgeschreven door Your Benefits Assuradeur (€ 421,44).
Verdachte heeft geen verklaring afgelegd over de legale herkomst van de bedragen afkomstig van Tikkie (€ 4.810,-), Brinks geldmaat (€ 655,11), [naam 2] (€ 1.262,-), Brite AB (unibet) (€ 500,-) en de losse geldbedragen ontvangen anders dan via Tikkie (€ 811,50). Gelet op het witwasvermoeden is er dan ook geen andere conclusie mogelijk dan dat dit geld uit enig misdrijf afkomstig is.
De rechtbank spreekt verdachte vrij van het geldbedrag van € 950,- afkomstig van [naam moeder verdachte] en van het geldbedrag van € 3.264,- afkomstig van de moeder van verdachte. Verdachte heeft over beide posten een voldoende concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring afgelegd voor wat betreft de herkomst, maar deze verklaringen zijn niet nader door het Openbaar Ministerie onderzocht.
Uit het dossier blijkt dat verdachte bij de politie heeft verklaard dat het geldbedrag van € 7.113,- bijgeschreven door INPAY AS komt van winsten, behaald bij het online casino Bruno Casino. Verdachte heeft inloggegevens van deze digitale casino-omgeving verstrekt aan de politie. Na onderzoek heeft de politie geconstateerd dat de verklaring van verdachte klopt. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van het witwassen van het geldbedrag ter hoogte van € 7.113,- afkomstig van INPAY AS.
Het geldbedrag van € 2.645,81 van hyperWALLET is volgens de verklaring van verdachte bij de politie afkomstig van
daytrading. In zijn volgende verhoor heeft verdachte echter gezegd dat het afkomstig is van verkoop van spullen van zijn zus. Ter terechtzitting heeft verdachte aangegeven niet meer te weten waar het geldbedrag vandaan komt. De verklaringen van verdachte zijn wisselend en bovendien onvoldoende concreet en verifieerbaar. Het aldus door verdachte geboden tegenwicht tegen de verdenking van witwassen geeft onvoldoende aanleiding tot nader onderzoek door het Openbaar Ministerie. Er is daarom geen andere conclusie mogelijk dan dat dit geld uit enig misdrijf afkomstig is.
Het geld dat verdachte van onder meer zijn vader (€ 5.759,87) en zus (€ 1.291,69) heeft gekregen, is volgens de verklaring van verdachte bij de politie bestemd voor het betalen van verkeersboetes. De familie is hierover gehoord en beaamt dit. Dit is een verklaring die concreet, verifieerbaar en op voorhand niet hoogst onwaarschijnlijk is. De politie heeft onderzoek gedaan naar de (bank)rekeningen van de vader en zus van verdachte en de bevindingen daaruit vergeleken met de bankrekening en verklaringen van verdachte. Hieruit blijkt dat de verklaring van verdachte, namelijk dat hij alleen geld ontving van zijn vader en zus en hij hen nooit geld heeft gegeven of geld naar hen heeft overgeboekt, niet klopt. Uit onderzoek naar de bankrekeningen van verdachte, zijn vader en zijn zus is gebleken dat verdachte ook geld overboekte naar zijn vader en zus. Aanvankelijk heeft vader bij de politie verklaard dat hij contant geld ontving van verdachte, dit dan stortte en overmaakte naar verdachte, hetgeen hij later als getuige bij de rechter-commissaris ontkent. De verklaringen van verdachte en vader wisselen dus. Vader blijkt verder maandelijks een inkomen te ontvangen ter hoogte van gemiddeld € 1.621,-. Dit legale inkomen biedt geen verklaring voor het geldbedrag dat hij aan verdachte heeft overgemaakt. De zus van verdachte ontving daarnaast via hyperWALLET geld en dat boekte zij dan met een kleine aftrek over naar verdachte. Ook maakt verdachte meerdere keren geld naar haar over, dat zij dan kort daarop contant opnam. Dit klopt niet met de verklaring van verdachte en zijn zus dat zijn zus geen geld van verdachte kreeg en de boetes van haar eigen geld betaalde. Gelet hierop is de verklaring van verdachte over de herkomst van het geld niet aannemelijk geworden. Er is daarmee geen andere conclusie mogelijk dan dat het geld van deze posten uit enig misdrijf afkomstig is.
Over het geldbedrag van € 1.070,- dat in drie keer is bijgeschreven door [naam getuige 1] heeft verdachte bij de politie verklaard dat het geld afkomstig was van de verkoop van een Vespascooter aan [naam getuige 1] . Deze scooter zou eerst op naam van verdachte hebben gestaan en daarna zijn overgeschreven op naam van [naam getuige 1] . Dit is een verklaring die concreet, verifieerbaar en op voorhand niet hoogst onwaarschijnlijk is. De politie heeft deze verklaring vervolgens onderzocht. Uit dit onderzoek van de politie blijkt dat er geen enkel voertuig is dat zowel op naam van verdachte als op naam van [naam getuige 1] heeft gestaan. Objectief is er in het dossier dus geen onderbouwing voor de verklaring van verdachte. [naam getuige 1] is ook nog gehoord als getuige en heeft verklaard dat het geldbedrag voor een fatbike was. Deze had hij via Marktplaats gekocht van een Hollandse man van ongeveer 40 jaar die eruit zag als een drugsgebruiker. De verklaring van getuige [naam getuige 1] komt niet overeen met de verklaring van verdachte. Gelet hierop is de verklaring van verdachte over de herkomst van het geld niet aannemelijk geworden. Er is daarmee geen andere conclusie mogelijk dan dat dit geld uit enig misdrijf afkomstig is.
Contante geldbedragen – vrijspraak
De rechtbank spreekt verdachte vrij van het witwassen van het geldbedrag van € 95,- , omdat zij overeenkomend met de standpunten van de officier van justitie en de raadsman van oordeel is dat onvoldoende is komen vast te staan dat dit geldbedrag van enig misdrijf afkomstig zou zijn.
Met betrekking tot het contante geldbedrag van € 13.560,- dat tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte is aangetroffen, heeft hij verklaard dat dit spaargeld van zijn moeder en zus betreft. Dit spaargeld zou bedoeld zijn voor de aanschaf van een auto. Naar aanleiding van deze verklaring zijn de moeder en de zus van verdachte gehoord. Moeder heeft tijdens haar verhoor bij de politie de verklaring van verdachte bevestigd. Zij heeft ook verklaard bij de doorzoeking al te hebben aangegeven dat het geld van haar en haar dochter was. De zus van verdachte heeft in haar verhoor bij de politie ook de verklaring van verdachte bevestigd. Moeder en zus hebben in hun verhoor bij de politie allebei aangegeven dat een deel van het geld afkomstig was van de verkoop van een auto. Volgens de zus ging het om een Audi Q7 die voor ongeveer € 7.500,- zou zijn verkocht. De politie heeft hier onderzoek naar gedaan en concludeerde dat deze verklaring mogelijk is. Moeder en zus zijn ook een klaagschriftprocedure gestart, waarbij zij ter onderbouwing van hun standpunt stukken met betrekking tot hun contante geldopnamen naar voren hebben gebracht. Dit maakt dat de rechtbank de verklaring van verdachte niet onaannemelijk acht, waardoor de rechtbank niet buiten redelijke twijfel kan vaststellen dat het geldbedrag uit enig misdrijf afkomstig is. Zij spreekt verdachte daarom vrij van het witwassen van het aangetroffen contante geldbedrag van € 13.560,-.
Merkgoederen – deels bewezen
Verdachte heeft met betrekking tot de merkhorloges (met uitzondering van het Rolex Datejust horloge), merksjaals, merkkleding, merkschoenen en merktassen verklaard dat dit geen echte merkgoederen zijn. Verdachte heeft volgens zijn verklaring op zitting al deze goederen ook al teruggekregen van de politie. Of dit echte merkgoederen zijn is niet onderzocht, waardoor de rechtbank niet kan concluderen dat het niet anders kan dan dat deze voorwerpen afkomstig zijn uit enig misdrijf en zij verdachte vrijspreekt van het witwassen hiervan, evenals gevorderd door de officier van justitie en bepleit door de raadsman.
Betreffende het Rolex Datejust horloge heeft verdachte verklaard dat hij dit voor een bruiloft had geleend van zijn oom [naam oom] . Ter onderbouwing heeft hij een kaartje aan de politie overhandigd met daarop de contactgegevens van zijn oom. De politie heeft vervolgens onderzoek gedaan en vond tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte drie Rolex dozen, het echtheidscertificaat en de aankoopbon van het Rolex Datejust horloge op naam van [naam getuige 2] . De politie heeft contact met deze verkoper [naam getuige 2] opgenomen, waarbij [naam getuige 2] heeft aangegeven dat hij het horloge in 2023 heeft verkocht aan een jongen van ongeveer 24 jaar. Ook is er een klaagschriftprocedure gevoerd over de teruggave van het horloge, waarbij de oom van verdachte, [naam oom] , is gehoord. [naam oom] heeft daar verklaard dat hij dacht dat hij het horloge van [naam getuige 2] heeft gekocht, wat volgens [naam oom] zelf vervolgens niet mogelijk bleek gezien de verklaring van [naam getuige 2] . De omschrijving van de koper van de Rolex door [naam getuige 2] strookt naar het oordeel van de rechtbank inderdaad niet met de verklaring van verdachte, aangezien [naam oom] ten tijde van de aankoop van het horloge 50 jaar was. Bovendien zijn de papieren van het horloge aangetroffen in een lade in het huis van verdachte. In zijn verhoor bij de politie heeft verdachte gezegd dat zijn oom de papieren in zijn auto is vergeten na de klaagschriftprocedure en dat hij die daarom thuis heeft opgeborgen. Op de zitting heeft hij echter verklaard dat hij alle papieren gelijktijdig met het horloge van zijn oom heeft gekregen voor de bruiloft in oktober 2024. De rechtbank concludeert daarom dat de verklaring van verdachte niet aannemelijk is geworden en dat het niet anders kan dan dat het Rolex Datejust horloge van enig misdrijf afkomstig is.
Wetenschap en conclusie
De rechtbank concludeert dat in totaal € 19.001,98 aan diverse geldbedragen op de bankrekening van verdachte en het Rolex Datejust horloge ter waarde van € 15.000,- van misdrijf afkomstig waren. Gelet op de voorgaande feiten en omstandigheden stelt de rechtbank ook de wetenschap van verdachte vast. De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte deze bedragen heeft witgewassen.
Feit 2 – vrijspraak handel in cocaïne
De rechtbank spreekt verdachte vrij van handel in cocaïne. Net als de standpunten van de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat dit feit niet kan worden bewezen.
3.3.2.Zaak B
De rechtbank acht het aan verdachte primair tenlastegelegde (medeplegen aan poging tot diefstal met braak), gelet op de bewijsmiddelen in bijlage II, bewezen.
Medeplegen poging diefstal door middel van braak
Uit de bevindingen van de politie ter plaatse volgt dat verdachte op 29 juni 2024 een motorscooter met kenteken [kenteken] heeft bestuurd en dat [naam 1] zijn bijrijder was. De motorscooter bleef stilstaan op de Leidsegracht ter hoogte van huisnummer [nummer] , waar op dat moment een witte Volkswagen Golf Gte met kenteken [kenteken] (hierna: de auto) geparkeerd stond. Verdachte zette de motorscooter uit ging ernaast staan. De bijrijder [naam 1] stapte van de motorscooter af en liep naar de auto. Vervolgens scheen [naam 1] door de ramen van de auto naar binnen. Beiden keken volgens de politie schichtig om zich heen. De politie zag dat er drie mannen aan kwamen lopen, dat verdachte [naam 1] aansprak en dat [naam 1] direct stopte met schijnen in de ramen van de auto. Vervolgens liep [naam 1] , nadat de voorbijgangers doorliepen, terug naar de auto en scheen weer de auto in. De politie hoorde vervolgens een harde knal en zag [naam 1] met zijn rechterarm door het raam van de auto. Toen de politie zich kenbaar maakte rende [naam 1] terug naar de motorscooter om bij verdachte achterop de scooter te springen. Verdachte gaf gas en werd samen met [naam 1] ten val gebracht door de politie. Op de vluchtroute van [naam 1] heeft de politie een zaklamp en een kraspen gevonden. Ook heeft een van de verbalisanten verklaard dat op de achterbank van de auto meerdere T-shirts van het merk “Dsquared2” lagen en dat dit soort T-shirts een aankoopbedrag hebben van ongeveer € 200,-. Op de zitting heeft verdachte verklaard dat het klopt dat hij op 29 juni 2024 samen met [naam 1] op de motorscooter zat.
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt op basis van voorstaande feiten en omstandigheden vast dat [naam 1] de ruit van de auto heeft ingeslagen met als oogmerk het wegnemen van goederen die op dat moment in de auto aanwezig waren.
Anders dan de verdediging heeft bepleit is de rechtbank van oordeel dat de handelingen, zoals uitgevoerd door verdachte, als medeplegen zijn aan te merken. De wijze van gezamenlijk aankomen op de motor, de waargenomen gedragingen van verdachte – het afstappen van de motor, rondkijken en [naam 1] waarschuwen voor voorbijgangers – en het gezamenlijk willen vluchten nadat de politie zich kenbaar heeft gemaakt, duiden op een gezamenlijk plan met als doel diefstal uit de auto. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van verdachte dat hij [naam 1] slechts een lift gaf en dat hij niet wist wat [naam 1] ging doen ongeloofwaardig is. De rechtbank komt tot het oordeel dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [naam 1] en dat de bijdrage van verdachte aan het gepleegde feit van voldoende gewicht was om medeplegen vast te stellen.
De rechtbank acht de poging tot diefstal door middel van braak in vereniging dan ook bewezen.