Op 28 januari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Rechtbank in Sønderborg, Denemarken. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1989, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft en gedetineerd is in een penitentiaire inrichting. De officier van justitie had op 21 november 2024 verzocht om de behandeling van het EAB. Tijdens de zitting op 14 januari 2025 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. P.W. Szymkowiak. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen. De opgeëiste persoon heeft verklaard dat zijn persoonsgegevens correct zijn en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.
Het EAB vermeldt een uitspraak van 12 september 2024 van de rechtbank in Sønderborg, waarin de opgeëiste persoon in voorarrest in absentie is geplaatst. De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt om overlevering vanwege het vermoeden van illegale handel in verdovende middelen, een feit dat in Nederland als strafbaar feit is opgenomen in de lijst van bijlage 1 bij de Overleveringswet (OLW). De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering.
De opgeëiste persoon heeft zich beroepen op de garantie van terugkeer naar Nederland na overlevering, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW. De rechtbank heeft geoordeeld dat de garantie van de Deense autoriteiten voldoende is en dat de maatschappelijke re-integratie van de opgeëiste persoon beter in Nederland kan plaatsvinden. De rechtbank heeft daarom besloten om de overlevering toe te staan, waarbij de opgeëiste persoon zal worden overgeleverd aan de Deense autoriteiten voor het feit zoals omschreven in het EAB. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.