ECLI:NL:RBAMS:2025:5646

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 juli 2025
Publicatiedatum
31 juli 2025
Zaaknummer
C/13/771305 - FA RK 25/4689
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging ondanks verweer wilsbekwaamverzet

Op 9 juli 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1995 in Bulgarije. De rechtbank heeft deze machtiging verleend op verzoek van de officier van justitie, naar aanleiding van een psychische stoornis bij de betrokkene, die lijdt aan een psychotische stoornis in het kader van schizofrenie. De rechtbank heeft vastgesteld dat deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang, en dat de betrokkene zorg nodig heeft om zijn geestelijke en fysieke gezondheid te stabiliseren.

Tijdens de mondelinge behandeling op 9 juli 2025, waarbij de betrokkene bijgestaan werd door een tolk en zijn advocaat, is de situatie van de betrokkene besproken. De advocaat voerde aan dat de betrokkene in staat was tot een redelijke waardering van zijn belangen en dat er geen sprake was van ernstig nadeel. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er wel degelijk ernstig nadeel aanwezig is, met name in de zin dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is geweest. De rechtbank heeft de argumenten van de advocaat verworpen en geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verplichte zorg evenredig en effectief is, en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter M.E.B. Terwee, met griffier L.F. Datema, en is schriftelijk uitgewerkt op 23 juli 2025. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/771305 – FA RK 25/4689
kenmerk: ZM/IND/172573
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 9 juli 2025van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] (Bulgarije),
wonende te [adres] ,
verblijvende te [verblijfplaats] ,
zorgaanbieder: AMC, afd. HIC,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. E.P.H. van Esser te Amsterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 23 juni 2025.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 9 juli 2025 in de accommodatie van het AMC, afd. HIC. Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door een tolk Bulgaars;
- de raadsvrouw;
- dhr. [naam] , arts.
Omdat de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig acht, is hij niet bij de mondelinge behandeling verschenen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een psychotische stoornis in het kader van schizofrenie.
2.2.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Daarbij wordt betrokken dat uit de overlegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene, wanneer hij psychotisch ontregelt, op straat gaat rondzwerven, waarbij hij in conflict komt met andere mensen en hij daardoor ook een keer in zijn gezicht is geslagen.
2.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
De advocaat heeft namens betrokkene aangevoerd dat hij zelf in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen. Uit de medische verklaring blijkt volgens de advocaat in ieder geval niet anders. Van ernstig nadeel zoals in de medische verklaring is aangekruist is geen sprake. Het zorgplan wijkt daarvan deels ook af. Betrokkene beroept zich dan ook op wilsbekwaam verzet en afwijzing van het verzoek.
De rechtbank gaat hier niet in mee. De onafhankelijke psychiater heeft inderdaad geen oordeel over de wilsbekwaamheid van betrokkene opgenomen in de medische verklaring, waarschijnlijk omdat de arts op grond van het format van de medische verklaring heeft aangenomen dat dit niet nodig was ingeval van toepasselijkheid van bepaalde aangekruiste categorieën van ernstig nadeel. Als de rechtbank anders oordeelt over het ernstig nadeel kan dit tot onvolledigheid van de medische verklaring leiden. Zo wordt veelal levensgevaar aangenomen terwijl het moet gaan om acuut levensgevaar voor betrokkene. De rechtbank volgt de advocaat in het standpunt dat acuut levensgevaar bij betrokkene niet aan de orde is. Aangenomen wordt echter dat er wel ernstig nadeel aanwezig is in de zin dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is geweest. De arts heeft in dit verband tijdens de mondelinge behandeling desgevraagd gewezen op de incidenten op straat. Dat brengt mee dat betrokkene geen beroep kan doen op wilsbekwaam verzet.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. Van de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg, die zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, alsmede gelet op hetgeen bij de mondelinge behandeling naar voren is gekomen acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk gedurende zes maanden:
  • toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid,
  • onderzoek aan kleding of lichaam,
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen,
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en het nakomen van afspraken met het ambulant behandelteam;
  • opnemen in een accommodatie,
2.6.
De rechtbank zal de verplichte zorg in de vorm van
‘opnemen in een accommodatie’alsmede de daarmee samenhangende vormen van zorg in duur beperken te weten voor telkens maximaal vier maanden per keer, nu ter zitting is gebleken dat een langere duur niet noodzakelijk wordt geacht.
2.7.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.8.
Hetgeen namens en door betrokkene als verweer is aangevoerd doet aan het voorgaande niet af.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] (Bulgarije), inhoudende dat gedurende de looptijd van de machtiging bij wijze van verplichte zorg de in rechtsoverweging 2.5 genoemde maatregelen kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 9 januari 2026.
Deze beschikking is op 9 juli 2025 mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. M.E.B. Terwee, rechter, bijgestaan door L.F. Datema als griffier en op 23 juli 2025 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.