ECLI:NL:RBAMS:2025:5631
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- M.H.W. Franssen
- P. Tanis
- Rechtspraak.nl
Afwijzing voorlopige voorziening inzake Wlz-aanvraag van verzoekster met Functioneel Neurologisch Syndroom
Deze uitspraak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een afwijzing van een aanvraag voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). Verzoekster, die lijdt aan Functioneel Neurologisch Syndroom (FNS), fibromyalgie en psoriasis, heeft op 26 maart 2025 een aanvraag ingediend voor zorg. De aanvraag is op 30 mei 2025 afgewezen door verweerder, het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), omdat er geen blijvende noodzaak voor 24-uurs zorg in de nabijheid zou zijn. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij afhankelijk is van haar partner voor dagelijkse zorg en vreest voor onomkeerbare verslechtering van haar situatie.
De voorzieningenrechter heeft op 29 juli 2025 het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De rechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was bij het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien verzoekster momenteel de noodzakelijke zorg van haar partner ontvangt en er geen acute noodsituatie is aangetoond. De voorzieningenrechter benadrukte dat er nog behandelmogelijkheden zijn en dat verzoekster niet voldoende bewijs heeft geleverd dat haar situatie zo ernstig is dat onmiddellijke zorg noodzakelijk is. De rechter concludeerde dat het besluit van verweerder niet evident onrechtmatig is en dat het verzoek om voorlopige voorziening daarom wordt afgewezen.