Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
- aan het slot van die fatbike heeft gerommeld,
- met een slijptol het slot van die fatbike heeft getracht te slijpen.
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
6.Bewijs
7.Strafbaarheid van de feiten
8.Strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straffen en maatregelen
- een Pro Justitia rapportage van 5 maart 2025, opgemaakt door [GZ psycholoog] , GZ psycholoog,
- een rapport van de Raad van 1 juli 2025.
psycholoogblijkt dat er bij verdachte geen sprake is van een psychische stoornis en/of verstandelijke handicap. De psycholoog verwacht dat de omgang met problematische jongeren en de mogelijke sociale beïnvloeding van invloed kunnen zijn op het gedrag van verdachte. Ook de overlast en regelmatige incidenten in de woonomgeving kunnen een rol spelen. De psycholoog vindt het gunstig dat de ouders emotioneel betrokken zijn, voldoende toezicht houden en een pedagogisch adequate indruk maken. De psycholoog adviseert het ten laste gelegde volledig aan verdachte toe te rekenen. Daarnaast adviseert de psycholoog om continuering van de begeleiding door de jeugdreclassering, aangezien dit in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte. Deze begeleiding kan gericht worden op pro-sociale contacten en vrijetijdsbesteding.
Raadadviseert een geheel onvoorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf en daarnaast een deels voorwaardelijke jeugddetentie. De Raad adviseert om als bijzondere voorwaarden onder meer elektronische monitoring en een avondklok op te leggen. Ook adviseert de Raad dat verdachte mee moet werken aan hulpverlening vanuit ETTA coaching en aan gespecialiseerde intensieve hulpverlening van Inforsa of een vergelijkbare instantie.
coachmerkt op dat verdachte tot inkeer is gekomen sinds de laatste keer dat hij vast kwam te zitten. Verdachte moet leren om ‘nee’ te zeggen en moet omgaan met andere jongens.
vaderkan zich vinden in de door de Raad geadviseerde voorwaarden en onderschrijft dat zijn zoon gebaat is bij hulpverlening. De vader kan zich niet vinden in de avondklok.
rechtbankacht een taakstraf in de vorm van een werkstraf van 150 uren, waarvan 50 uren voorwaardelijk, passend en geboden. Anders dan door de officier van justitie is geëist, zal de rechtbank geen jeugddetentie opleggen omdat zij dit, gelet op de aard van de bewezenverklaarde feiten en omdat verdachte niet eerder veroordeeld is voor een misdrijf, niet passend vindt. Aan het voorwaardelijke strafdeel zal de rechtbank de door de Raad geadviseerde bijzondere voorwaarden verbinden met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank acht continuering van de begeleiding en een behandeling bij Inforsa van belang, zodat verdachte kan leren om weerstand te bieden en andere beslissingen te nemen. Ook acht de rechtbank een avondklok, elektronische monitoring en een locatieverbod belangrijk. Verdachte is de afgelopen periode meerdere keren met politie en justitie in aanraking gekomen en uit de adviezen blijkt dat verdachte het beter doet als hij structuur ervaart binnen een strak kader.
10.De benadeelde partijen
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
150 uren.
75 dagen.
50 uren, van deze werkstraf
nietten uitvoer zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
algemenevoorwaarden dat de veroordeelde:
bijzonderevoorwaarden dat de veroordeelde:
dadelijk uitvoerbaarzijn.
[benadeelde partij 1]ter hoogte van € 950,- (zegge negenhonderdvijftig euro).