Op 21 juli 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak van de benoeming van een voogd voor de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de Jeugdbescherming regio Amsterdam (JBRA) te benoemen tot voogd, aangezien de ouders van de minderjarigen niet bereikbaar of beschikbaar zijn. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag, waarbij de Raad en JBRA vertegenwoordigd waren. De minderjarigen, geboren in Suriname, wonen momenteel bij hun tante, die niet op de zitting verscheen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een gezagsvacuüm bestaat en dat het in het belang van de minderjarigen is dat JBRA de voogdij op zich neemt. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het verzoek van de Raad ingewilligd. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.