ECLI:NL:RBAMS:2025:552
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beklag inzake geheimhoudersstukken in een fraudeonderzoek
Op 28 januari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin de klager, geboren in 1944, een beklag indiende tegen de inbeslagneming en het gebruik van uitgegrijsde digitale gegevens in het kader van een fraudeonderzoek door de FIOD. De rechter-commissaris had eerder op 15 en 28 februari 2019 doorzoekingen verricht in de woning van de klager, waarbij digitale gegevens in beslag werden genomen. De klager betwistte dat de geheimhoudersstukken voldoende waren beschermd tegen toegang door het onderzoeksteam. De rechtbank constateerde dat de gegevensdragers in beslag waren genomen en dat de gegevens waren gefilterd op geheimhouderinformatie. De klager stelde dat er onvoldoende waarborgen waren dat het onderzoeksteam geen toegang had tot de uitgegrijsde gegevens. De rechtbank oordeelde dat de procedures rondom het uitgrijzen van gegevens voldoende waarborgen boden om te garanderen dat geheimhouderstukken niet kenbaar waren en geen deel uitmaakten van de processtukken. De rechtbank verklaarde het beklag ongegrond, waarbij werd opgemerkt dat de logging van wie toegang had tot de gegevens niet volledig was, maar dat dit niet leidde tot de conclusie dat de waarborgen onvoldoende waren. De beslissing van de rechtbank kan binnen veertien dagen na betekening in cassatie worden aangevochten bij de Hoge Raad.