In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 23 juli 2025 uitspraak gedaan in een incident over de bevoegdheid van de rechtbank om kennis te nemen van een vordering van Qwint B.V. tegen Prisma Kozijnen B.V. Qwint, een energieleverancier, heeft facturen voor de levering van elektriciteit en gas aan Prisma, een groothandel in bouwmaterialen, ingediend. Prisma heeft deze facturen onbetaald gelaten en vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart, omdat zij het geschil volgens de algemene voorwaarden aan de Geschillencommissie Energie wil voorleggen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn, maar dat deze niet de bevoegdheid van de rechtbank uitsluiten. Artikel 18 van de algemene voorwaarden biedt Qwint de mogelijkheid om het geschil aan de rechter voor te leggen, en er is geen sprake van een geldige overeenkomst tot arbitrage die de rechter uitsluit. De rechtbank heeft geconcludeerd dat zij bevoegd is om van het geschil kennis te nemen en heeft Prisma in de proceskosten veroordeeld.
De beslissing houdt in dat Prisma de kosten van het incident moet betalen en dat de zaak op 30 juli 2025 opnieuw op de rol komt voor beraad over de mondelinge behandeling in de hoofdzaak. De rechtbank heeft iedere verdere beslissing aangehouden.