Uitspraak
in haar hoedanigheid van bewindvoerder van [gedaagde], hierna te noemen: [gedaagde] ,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaren (VvE) een vordering ingesteld tegen de bewindvoerder van een eigenaar van een appartementsrecht, die onder bewind staat. De VvE eist betaling van achterstallige VvE-bijdragen en boetes, alsook toekomstige maandelijkse bijdragen. De procedure begon met een dagvaarding op 18 maart 2025, gevolgd door een tussenvonnis op 10 april 2025 en een mondelinge behandeling op 23 juni 2025. De VvE, bestaande uit drie leden, heeft de bewindvoerder gedagvaard omdat de eigenaar zelf niet kan worden aangesproken. De VvE vorderde een totaalbedrag van € 6.022,73, inclusief boetes voor overtredingen van het reglement. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de VvE ontvankelijk is in haar vordering en dat de vorderingen tot betaling van de achterstallige bijdragen en boetes toewijsbaar zijn. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de VvE voldoende bewijs heeft geleverd van de verschuldigde bedragen en dat de bewindvoerder de vordering niet heeft betwist. De kantonrechter heeft de vordering van de VvE toegewezen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De bewindvoerder is veroordeeld tot betaling van de vorderingen en de proceskosten, met de bepaling dat de veroordelingen uitvoerbaar zijn bij voorraad.