ECLI:NL:RBAMS:2025:5478
Rechtbank Amsterdam
- Mondelinge uitspraak
- W.M. de Vries
- M.A.H. Verburgh
- Rechtspraak.nl
Opheffing van conservatoire derdenbeslagen onder voorwaarde van bankgarantie in kort geding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 24 juli 2025, heeft eiseres, een besloten vennootschap, een kort geding aangespannen tegen twee gedaagden, eveneens besloten vennootschappen, met als doel de opheffing van conservatoire derdenbeslagen die door de gedaagden waren gelegd. De eiseres heeft op 18 juli 2025 een dagvaarding ingediend, waarbij zij verzocht om de beslagen op te heffen, onder het aanbieden van een bankgarantie ter waarde van € 135.000,00. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 juli 2025 heeft de voorzieningenrechter, mr. W.M. de Vries, de zaak gehoord. Eiseres heeft haar vordering toegelicht en gedaagden hebben verweer gevoerd, waarbij zij een conclusie van antwoord hebben ingediend. De voorzieningenrechter heeft na de behandeling van de zaak mondeling uitspraak gedaan. De rechter oordeelde dat de conservatoire beslagen opgeheven moesten worden, op voorwaarde dat eiseres de bankgarantie conform het overgelegde concept zou stellen. De rechter heeft ook bepaald dat gedaagden hoofdelijk in de proceskosten van eiseres moesten worden veroordeeld, en dat de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. De beslissing houdt in dat gedaagden binnen twee werkdagen na het stellen van de bankgarantie schriftelijk mededeling moeten doen van de opheffing van de beslagen aan de betrokken partijen.