ECLI:NL:RBAMS:2025:5476

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 juni 2025
Publicatiedatum
24 juli 2025
Zaaknummer
1309800018
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in vervolging wegens overschrijding van de redelijke termijn

Op 27 juni 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1998. De officier van justitie, mr. B.A. Nijs, had de rechtbank verzocht om de verdachte te vervolgen voor openlijke geweldpleging en mishandeling van een slachtoffer op 18 mei 2018 in Amsterdam. Tijdens de zitting werd echter duidelijk dat er sprake was van een aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn voor de vervolging. De rechtbank overwoog dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard in de vervolging van de verdachte, omdat er geen reden was voor verdere vervolging. Dit leidde tot de beslissing dat de officier van justitie niet-ontvankelijk werd verklaard in de vervolging van de verdachte. Daarnaast werd de benadeelde partij, het slachtoffer, ook niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding. De rechtbank oordeelde verder dat de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke veroordeling eveneens niet-ontvankelijk was, gezien de verstreken tijd sinds de oorspronkelijke veroordeling. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. E.M.M. Gabel, en in aanwezigheid van de andere rechters en de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/098000-18
Parketnummer vordering tenuitvoerlegging: 13/231220-17
Datum uitspraak: 27 juni 2025
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[BRP adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 juni 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. B.A. Nijs.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat
primair:
hij op of omstreeks 18 mei 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, [straatnaam], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer] , welk geweld bestond uit het
- ( meermalen) (met gebalde vuist) stompen/slaan tegen het hoofd en/of het lichaam van deze [slachtoffer] , en/of
- ( meermalen) trappen/schoppen tegen het hoofd en/of het lichaam van deze [slachtoffer] ;
subsidiair:
hij op of omstreeks 18 mei 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [slachtoffer] heeft mishandeld door deze [slachtoffer]
- ( meermalen) (met gebalde vuist) te stompen/slaan tegen zijn hoofd en/of lichaam, en/of
- ( meermalen)te trappen/schoppen tegen zijn hoofd en/of lichaam.

3.Ontvankelijkheid van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging van verdachte, omdat er sprake is van een ernstige overschrijding van de redelijke termijn en het belang bij voortzetting van de strafzaak niet is gebleken.
De rechtbank overweegt als volgt. Er is sprake van een aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn en het Openbaar Ministerie ziet geen reden voor verdere vervolging. Gelet hierop zal de officier van justitie niet-ontvankelijk worden verklaard in de vervolging van verdachte.

4.Vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij

De benadeelde partij [slachtoffer] wordt, gelet op het overwogene onder 3, in zijn vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaard.

5.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling

Gelet op de verstreken tijd wordt de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 13/231220-17.

6.Beslissing

De rechtbank komt op grond hiervan tot de volgende beslissing.
Verklaart de
officier van justitie niet-ontvankelijkin de vervolging van verdachte.
Verklaart de
benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijkin zijn vordering.
Verklaart de
officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 13/231220-17.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.M.M. Gabel, voorzitter,
mrs. B. Vogel en K.A. Brunner, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R.L.M. Meulman, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 juni 2025.