Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
handelend onder de naam [handelsnaam],
1.De procedure
- de akte van Billink.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 11 juli 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Billink B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. Billink, gevestigd te Rotterdam, had een vordering ingesteld, maar de kantonrechter heeft deze vordering afgewezen. De procedure begon met een tussenvonnis op 18 april 2025, waarin werd geoordeeld dat de gedaagde consumentenbescherming toekomt. Billink werd in de gelegenheid gesteld om te voldoen aan wettelijke informatieplichten en om relevante documenten te overleggen. Echter, Billink heeft nagelaten om de akte aan de gedaagde toe te sturen, waardoor deze buiten beschouwing werd gelaten. Dit leidde tot de conclusie dat Billink niet voldeed aan haar stelplicht en dat de vordering niet kon worden getoetst aan het consumentenrecht. De kantonrechter benadrukte dat zelfs als de akte niet was uitgesloten, Billink de gevraagde informatie niet had verstrekt. De kantonrechter heeft Billink als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil zijn begroot. De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken op 11 juli 2025.