Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
- [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ;
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ;
- [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ;
- [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ;
- [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ; en/of
- [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ;
3.Waardering van het bewijs
Onder deze vrouwen bevonden zich [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] . Naar aanleiding van onder meer de verklaringen van de vrouwen en de omstandigheden waaronder zij zijn aangetroffen, die volgens de politie het vermoeden gaven dat sprake zou zijn van illegale prostitutie, is de politie een onderzoek naar mensenhandel en mensensmokkel gestart. De beschuldiging van mensenhandel is in de loop van het onderzoek komen te vervallen, het onderzoek naar mensensmokkel is voortgezet. In de loop van het onderzoek heeft de politie naar aanleiding van een aanvullende controles en onderzoek ook [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] aangewezen als mogelijke subjecten van mensensmokkel door verdachte en (een deel) van zijn medeverdachten. Het onderzoek heeft uiteindelijk geresulteerd in de beschuldiging, zoals die hiervoor in rubriek 2 is beschreven.
Verdachte verklaarde dat hij de eigenaar van de woning is en dat de vrouwen in de woning slapen. [2] Uit later onderzoek is gebleken dat verdachte de woning huurde vanaf 1 oktober 2021 tegen een maandelijkse huurprijs van € 2300,-. [3]
In elke slaapkamer zijn condooms en glijmiddel gevonden. In de kamer van [slachtoffer 1] lag uitdagende lingerie. [4]
Hoewel in het begin de afspraak was gemaakt dat het geld 50/50 tussen [verdachte] en [slachtoffer 1] zou worden verdeeld, hield [verdachte] later steeds meer geld in. [9]
5 januari 2023 deze advertentie aan [slachtoffer 1] liet zien, verklaarde zij: “ja, dat ben ik.” [12]
Verder verklaarde [slachtoffer 2] dat [verdachte] een fotograaf kende en dat zij naar deze fotograaf is gegaan om foto’s van haarzelf in lingerie te laten maken. [verdachte] zou weten dat [slachtoffer 2] illegaal in Nederland verbleef. [15]
[slachtoffer 2] mag daardoor niet in Nederland wonen en werken. [16]
Hij zorgde voor glijmiddel en condooms. Voor zijn werkzaamheden zou verdachte 20% van de opbrengsten van het sekswerk hebben gekregen. [23]
Beide bedragen vinden hun herkomst in een groot aantal betaalverzoeken en Tikkies van particuliere en zakelijke rekeningen, waarbij er ten aanzien van beide bedragen in ieder geval honderd verschillende tegenpartijen zijn waargenomen. [27]
De rechtbank overweegt daartoe dat [slachtoffer 1] bij de politie heeft verklaard dat verdachte haar vliegticket naar Nederland heeft betaald.
Keskin-getuige moet worden aangemerkt. Volgens de Hoge Raad geldt ten aanzien van dergelijke getuigen dat indien de verdediging – ondanks het nodige initiatief daartoe – geen behoorlijke en effectieve ondervragingsmogelijkheid heeft gehad, de verklaring van de getuige alleen voor het bewijs kan worden gebruikt indien is voldaan aan de vereisten van het uit artikel 6 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens voortvloeiende recht op een eerlijk proces. Dat houdt in dat een eventuele bewezenverklaring niet in beslissende mate op de bestreden getuigenverklaring mag worden gebaseerd. Als de bewezenverklaring wel in beslissende mate op de bestreden verklaring wordt gebaseerd, dient het ontbreken van een behoorlijke en effectieve mogelijkheid om de getuige te ondervragen in voldoende mate te worden gecompenseerd. [29]
Ten aanzien van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] blijkt uit het dossier dat zij allen naar Nederland zijn gereisd met het voornemen om in Nederland in de prostitutie te werken, terwijl door de politie is vastgesteld dat geen van hen het recht had om in Nederland te werken.
Tijdens deze controle werd verdachte, samen met [slachtoffer 5] in de woning aangetroffen. [slachtoffer 5] heeft – kort samengevat – tegenover de gemeenteambtenaren verklaard dat zij op een soort vakantie is en dat zij over een paar dagen weer terug zou vliegen. Verdachte zou een vriend van haar zijn en in de woning zou geen sprake zijn van prostitutie. De politie heeft vastgesteld dat [slachtoffer 5] de Cubaanse nationaliteit heeft en in dat geval maximaal negentig dagen als toerist in Nederland mag verblijven.
De rechtbank overweegt in dit verband allereerst dat [slachtoffer 1] over ene [naam vrouw] heeft verklaard, die samen met verdachte aan haar komst naar Nederland heeft gewerkt.
Verdachte heeft [naam vrouw] aangewezen als zijn ex-vriendin. Bovendien heeft verdachte zelf verklaard dat hij in het faciliteren van de prostitutiewerkzaamheden met een of meerdere onbekend gebleven ‘operator(s)’ heeft gewerkt.
4.Bewezenverklaring
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Beslag
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt en het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen, meermalen gepleegd.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
24 maanden.
6 maanden, van deze gevangenisstraf niet ten uitvoer gelegd zal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
proeftijd van 3 jarenvast.