ECLI:NL:RBAMS:2025:5278
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot opschorting van feitelijke overlevering wegens ernstige humanitaire omstandigheden
Op 16 juli 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam, zittende in de Internationale rechtshulpkamer, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan de Bondsrepubliek Duitsland. De rechtbank had eerder op 10 juli 2025 de overlevering toegestaan, waarbij de opgeëiste persoon binnen 10 dagen na de uitspraak feitelijk diende te worden overgeleverd. Op 9 juli 2025 heeft de raadsman, mr. J.W. Heemskerk, verzocht om opschorting van deze termijn op grond van artikel 35, derde lid, van de Overleveringswet (OLW), omdat er gegronde redenen zouden zijn om aan te nemen dat de feitelijke overlevering het leven of de gezondheid van de opgeëiste persoon ernstig in gevaar zou brengen.
De rechtbank heeft de ingediende medische stukken van de huisarts, cardioloog en neuroloog in overweging genomen, maar oordeelt dat er geen gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de overlevering de gezondheid of het leven van de opgeëiste persoon ernstig in gevaar zou brengen. De rechtbank heeft daarom besloten het verzoek tot opschorting van de termijn af te wijzen. De beslissing is genomen door rechter mr. J.P.W. Helmonds en in tegenwoordigheid van griffier M. van Veen.