ECLI:NL:RBAMS:2025:5278

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 juli 2025
Publicatiedatum
21 juli 2025
Zaaknummer
13-117089-25
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot opschorting van feitelijke overlevering wegens ernstige humanitaire omstandigheden

Op 16 juli 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam, zittende in de Internationale rechtshulpkamer, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan de Bondsrepubliek Duitsland. De rechtbank had eerder op 10 juli 2025 de overlevering toegestaan, waarbij de opgeëiste persoon binnen 10 dagen na de uitspraak feitelijk diende te worden overgeleverd. Op 9 juli 2025 heeft de raadsman, mr. J.W. Heemskerk, verzocht om opschorting van deze termijn op grond van artikel 35, derde lid, van de Overleveringswet (OLW), omdat er gegronde redenen zouden zijn om aan te nemen dat de feitelijke overlevering het leven of de gezondheid van de opgeëiste persoon ernstig in gevaar zou brengen.

De rechtbank heeft de ingediende medische stukken van de huisarts, cardioloog en neuroloog in overweging genomen, maar oordeelt dat er geen gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de overlevering de gezondheid of het leven van de opgeëiste persoon ernstig in gevaar zou brengen. De rechtbank heeft daarom besloten het verzoek tot opschorting van de termijn af te wijzen. De beslissing is genomen door rechter mr. J.P.W. Helmonds en in tegenwoordigheid van griffier M. van Veen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Internationale rechtshulpkamer

Parketnummer : 13-117089-25
Afwijzing verzoek opschorting feitelijke overlevering wegens ernstige humanitaire omstandigheden (artikel 35, derde lid, OLW)
De uitvaardigende justitiële autoriteit van Bondsrepubliek Duitsland heeft om overlevering verzocht van de opgeëiste persoon:

[opgeëiste persoon] ,

geboren op [geboortedag] 1989 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[BRP-adres]
feitelijk verblijfsadres:
[verblijfadres] .
Raadsman mr. J.W. Heemskerk.

Procedure

Op 10 juli 2025 is de overlevering aan Bondsrepubliek Duitsland van de opgeëiste persoon toegestaan.
Dat betekent dat hij ingevolge artikel 35, eerste lid, OLW niet later dan 10 dagen na de uitspraak feitelijk moet worden overgeleverd.
Namens de opgeëiste persoon is op grond van artikel 35, derde lid, OLW op 9 juli 2025 verzocht om deze termijn op te schorten omdat er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de feitelijke overlevering het leven of de gezondheid van de opgeëiste persoon (ernstig) in gevaar zou brengen.
De officier van justitie heeft zich verzet tegen het verzoek om deze termijn op te schorten.

Beoordeling

Weliswaar zijn door de raadsman medische stukken van de huisarts, cardioloog en neuroloog overgelegd die duiden op serieuze gezondheidsklachten bij de opgeëiste persoon, echter de rechtbank is van oordeel dat er ten aanzien van de opgeëiste persoon geen gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de feitelijke overlevering het leven of de gezondheid van de opgeëiste persoon ernstig in gevaar zou brengen.
Daarom zal de rechtbank de in artikel 35, eerste lid, OLW bedoelde termijn niet opschorten.

Beslissing

De rechtbank:

WIJST AF het verzoek ex artikel 35, derde lid, OLW.

Deze beslissing is genomen op 16 juli 2025 door
mr. J.P.W. Helmonds, rechter,
en in tegenwoordigheid van M. van Veen, griffier.