Uitspraak
zorgaanbieder: Arkin, [locatie 1] ,
Rechtbank Amsterdam
Op 28 januari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, geboren in 1985, klachten indiende tegen de Van der Hoeven Kliniek. De klachten betroffen de beperking van zijn bewegingsvrijheid en de wijze waarop zijn klachten door de klachtencommissie werden behandeld. Verzoeker had eerder een zorgmachtiging gekregen van de rechtbank Midden-Nederland en had op 7 en 10 oktober 2024 klachten ingediend, die door de klachtencommissie op 21 november 2024 ongegrond werden verklaard. Verzoeker verzocht de rechtbank om zijn klachten gegrond te verklaren en om schadevergoeding van 10 euro per dag, omdat de klachtencommissie te laat had gereageerd op zijn klachten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekschriften van verzoeker niet voldoende gemotiveerd waren en dat verzoeker niet ontvankelijk werd verklaard in zijn verzoeken. De rechtbank heeft enkel het verzoek om schadevergoeding beoordeeld, maar ook dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen wettelijke basis was voor het toekennen van schadevergoeding aan verzoeker, aangezien de klachtencommissie niet aansprakelijk kon worden gesteld voor de termijnoverschrijding.
De beschikking is gegeven door mr. A.E. van Montfrans, rechter, in tegenwoordigheid van L.F. Datema, griffier. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.