ECLI:NL:RBAMS:2025:5006
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Kort geding over schorsing tenuitvoerlegging kinderalimentatie in executiegeschil
In deze zaak, die op 9 juli 2025 door de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een kort geding waarin de eiser, na beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst, verzoekt om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beschikking betreffende kinderalimentatie. De eiser, die in financiële problemen verkeert, vordert dat de gedaagde, zijn ex-partner, het executietraject bij het LBIO opschort totdat er een uitspraak is gedaan in de procedure tot wijziging van de kinderalimentatie. De eiser stelt dat hij in een noodtoestand dreigt te geraken door de executie van de beschikking van 3 mei 2017, waarin de alimentatie is vastgesteld. De gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat de eiser niet in een noodtoestand verkeert. De voorzieningenrechter oordeelt dat de eiser onvoldoende heeft aangetoond dat er sprake is van een noodtoestand die schorsing van de tenuitvoerlegging rechtvaardigt. De vordering van de eiser wordt afgewezen, en de proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.