ECLI:NL:RBAMS:2025:4986
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor minderjarige om naar Spanje te reizen
Op 9 juli 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam in een kort geding uitspraak gedaan over de vordering van een minderjarige eiseres om vervangende toestemming te verkrijgen voor een reis naar Spanje. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E.E. Sprenkeling, heeft op 30 juni 2025 een dagvaarding ingediend. De gedaagde, ook vertegenwoordigd door een advocaat, heeft verweer gevoerd tegen de vordering. Tijdens de zitting op 4 juli 2025 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht en producties ingediend. Gezien de spoedeisendheid van de zaak is er een kopstaartvonnis uitgesproken, waarbij de uitwerking van de overige vorderingen op 10 juli 2025 zal volgen. De eiseres vorderde vervangende toestemming om van 12 tot en met 20 juli 2025 naar Spanje te reizen, omdat de toestemming van de gedaagde ontbrak. De voorzieningenrechter heeft de vordering toegewezen en de gedaagde in de proceskosten veroordeeld, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. N.C.H. Blankevoort, met mr. J. Dekker als griffier.