ECLI:NL:RBAMS:2025:4686

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 juni 2025
Publicatiedatum
7 juli 2025
Zaaknummer
767978
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vordering tot voortzetting bankrelatie wegens gebrek aan spoedeisend belang

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 juni 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen verschillende besloten vennootschappen, gezamenlijk aangeduid als Matching-Jobs c.s., en ING Bank N.V. De eisers vorderden de voortzetting van hun bankrelaties met ING, die door de bank waren beëindigd op 5 augustus 2024. De rechtbank oordeelde dat de eisers onvoldoende spoedeisend belang hadden bij hun vorderingen. De voorzieningenrechter stelde vast dat de eisers, ondanks de beëindiging van hun bankrelaties, nog steeds bankierden bij andere financiële instellingen en dat er geen omstandigheden waren die een voorlopige voorziening rechtvaardigden. De rechtbank wees de vorderingen van Matching-Jobs c.s. af en veroordeelde hen in de proceskosten, die op € 1.999,00 werden begroot. De uitspraak benadrukt het belang van een spoedeisend belang in kort geding procedures en de verantwoordelijkheden van banken bij het beëindigen van klantrelaties.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
Zaaknummer: C/13/767978 / KG ZA 25-292 MdV/KH
Vonnis in kort geding van 25 juni 2025
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MATCHING-JOBS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SELIN ANGEL HOLDING B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PULMINO B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SERUSER HOLDING B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
5.
[eiser 5],
wonende te [woonplaats] ,
eisers bij dagvaarding van 28 april 2025,
hierna samen te noemen: Matching-Jobs c.s.,
advocaat: mr. P. de Haas te Rotterdam,
tegen
de naamloze vennootschap
ING BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
hierna te noemen: ING,
advocaten: mr. M.E.G. Murris en mr. L.F.P. Nelissen te Utrecht.

1.De procedure

1.1.
Op de zitting van 11 juni 2025 hebben Matching-Jobs c.s. de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. ING heeft mede aan de hand van een vooraf ingediende conclusie van antwoord verweer gevoerd. Beide partijen hebben producties en pleitaantekeningen in het geding gebracht. Vonnis is bepaald op vandaag.
1.2.
Ter zitting waren aanwezig:
  • aan de zijde van eisers: [eiser 5] (eiser sub 5 en (indirect) bestuurder en/of aandeelhouder (geweest) van eisers sub 1 t/m 4) met mr. De Haas,
  • aan de zijde van gedaagde: [naam 1] (senior analist), [naam 2] (bedrijfsjurist), [naam 3] (financial crime compliance specialist) met mr. Murris en mr. Nelissen.

2.De feiten

2.1.
[eiser 5] (eiser sub 5) is bestuurder van Matching-jobs B.V. (eiser sub 1) en Selin Angel Holding B.V. (eiser sub 2). Ook is hij bestuurder en (indirect) aandeel-houder van Pulmino B.V. (eiser sub 3) en Seruser Holding B.V. (eiser sub 4). Matching-jobs c.s. bankier(d)en bij ING. In de periode van 11 oktober 2023 tot en met 5 augustus 2024 heeft ING een klantonderzoek uitgevoerd.
2.2.
Matching-jobs B.V. (Matching Jobs) is opgericht in juni 2021. Zij is actief in de uitzendbranche en levert technisch personeel aan diverse opdrachtgevers. Eerder had Matching Jobs zelf vijf à zes uitzendkrachten op de payroll, maar sinds januari 2023 leent zij alleen nog personeel in via onder andere Destan Detacheringen B.V. (Destan), waarvan [eiser 5] tot januari 2022 bestuurder was en tot maart 2024 aandeelhouder. Dat ingeleende personeel leent Matching Jobs vervolgens door aan haar opdrachtgevers.
2.3.
In de genoemde periode van onderzoek heeft ING op zeven verschillende momenten onder meer vragen gesteld en zorgen geuit over (i) de reden voor inlening van personeel door Matching Jobs bij Destan en andere bv’s (ii) het ontbreken van bewijs van girale betalingen aan medewerkers van Destan, (iii) verschillende facturen aan Destan en Klop B.V., (iv) gebruik van de G-rekening waarop
€ 440.000,00 aan WAB-betalingen werd uitbetaald en (v) over de door Matching Jobs genoemde winstmarge van 8 tot 20% die niet correspondeert met de
€ 1.500.000,00 aan transacties die binnen één jaar naar privérekeningen van [eiser 5] zijn overgeboekt, waarvan een groot deel weer werd overgeboekt naar crypto exchanges.
2.4. (
De advocaat van) Matching-jobs c.s. heeft op verschillende momenten gereageerd op de vragen van ING, onder toezending van een deel van de opgevraagde stukken. Deels waren die reacties inhoudelijk, deels werden ook procedurele bezwaren gemaakt of wedervragen gesteld, omdat niet duidelijk zou zijn welke risico’s ING ziet.
2.5.
De beantwoording van de vragen leidde tot onvoldoende comfort bij ING, reden waarom zij op 5 augustus 2024 op grond van artikel 35 van de van toepassing zijnde Algemene Bankvoorwaarden is overgegaan tot beëindiging van de relaties met Matching-jobs c.s., met registratie in het Intern Verwijzingsregister (IVR) voor zeven jaar.

3.Het geschil

3.1.
Matching-Jobs c.s. vorderen – samengevat – om bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
I. ING te verbieden om uitvoering te geven aan de opzegging van de bankrelaties met Matching-jobs c.s., op straffe van een dwangsom,
II. ING te veroordelen alle bankproducten waaronder de bankrekeningen, betaalpassen, creditcards en overige producten van Matching-Jobs c.s. in stand te laten en uitvoering te geven aan transacties op de rekeningen, op straffe van een dwangsom,
III. ING te verbieden om Matching-jobs c.s. op te nemen in het IVR of in een vergelijkbaar register, op straffe van een dwangsom,
IV. ING te voordelen in de (daadwerkelijke) kosten die verband houden met het bezwaar tegen de beëindiging alsook de klachtprocedure, te vermeerderen met de wettelijke rente,
V. ING te veroordelen in de (daadwerkelijke) proceskosten en in de buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Matching-jobs c.s. leggen aan de vordering het volgende ten grondslag. Volgens hen is de opzegging van de relatie in strijd met de zorgplicht van ING en is de opzegging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar en onrechtmatig. De Wft en de Wwft bieden geen grondslag voor de opzegging en ING maakt ook niet duidelijk op welke gronden zij tot opzegging is overgegaan. Er zijn geen concrete incidenten aan de opzegging voorafgegaan en ING heeft niet onderbouwd waarom volgens haar sprake is van verhoogde integriteitsrisico’s. Bovendien is het voor Matching-jobs c.s. van wezenlijk belang dat zij toegang hebben tot het bancaire systeem. Nu de bankrelaties ten onrechte zijn beëindigd dient ook de registratie in het IVR te worden verwijderd (dan wel te worden beperkt in tijd).
3.3.
ING voert verweer. Volgens ING is geen sprake van een (spoedeisend) belang. Daarnaast kan ING onvoldoende uitsluiten dat Matching-jobs c.s. betrokken zijn bij (een vorm van) een cash compensatiemodel. [1] Ook heeft ING sterke vermoedens dat Matching Jobs in dit verband misbruik maakt van haar G-rekening. Dit in combinatie met het feit dat er in de periode tussen 1 januari 2023 en heden ruim € 1,9 miljoen is overgemaakt vanaf de rekening van Matching Jobs naar verschillende privérekeningen van [eiser 5] , waarvan een deel wordt overgemaakt naar crypto exchanges, levert een onacceptabel integriteitsrisico op. ING was daarom bevoegd en verplicht tot beëindiging van de bankrelaties.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
ING voert aan dat Matching-jobs c.s. geen (spoedeisend) belang hebben bij hun vorderingen. De voorzieningenrechter volgt haar in die conclusie en licht hierna toe waarom.
4.2.
Ten aanzien van Seruser Holding B.V. geldt dat zij haar rekening op 21 november 2023 zelf al heeft beëindigd, waardoor zij geen belang heeft bij de vorderingen waarmee wordt opgekomen tegen de beëindiging door ING van 5 augustus 2024.
4.3.
Voor Selin Angel Holding B.V. en Pulmino B.V. geldt dat ING voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hun rekeningen niet meer actief worden gebruikt. Voor beiden geldt dat er nagenoeg geen (actieve) transacties meer worden verricht en dat het banksaldo nog ongeveer € 100,00 is. Het is dan ook aannemelijk dat zij (ook) elders bankieren.
4.4.
Ook [eiser 5] en Matching Jobs hebben elders (meerdere) betaalrekeningen, in ieder geval bij ABN AMRO. [eiser 5] bankiert daarnaast volgens ING ook nog bij Rabobank, Bunq en een Portugese bank, hetgeen niet is betwist.
4.5.
De voorzieningenrechter gaat dan ook niet mee in de stelling van Matching-jobs c.s. dat de opzegging van hun rekeningen bij ING ertoe heeft geleid dat zij zijn uitgesloten van het betalingsverkeer. Ook voor het overige zijn er geen omstandigheden die maken dat een bodemprocedure niet kan worden afgewacht en nopen tot een voorlopige voorziening.
4.6.
Gelet op het voorgaande hebben Matching-jobs c.s. geen (spoedeisend) belang bij hun vorderingen tot hervatting van hun bancaire relatie met ING. Dat geldt ook voor hun vordering met betrekking tot de registratie in het IVR van de ING. Het gaat namelijk om registraties die alleen door (medewerkers van) ING kunnen worden geraadpleegd, in tegenstelling tot wat Matching-jobs c.s.stellen.
4.7.
Matching-jobs c.s. zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van ING worden begroot op:
- griffierecht
714,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.999,00
4.8.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt Matching-jobs c.s. in de proceskosten van € 1.999,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als het vonnis wordt betekend,
5.3.
veroordeelt Matching-jobs c.s. tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.4.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.M. de Vries, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. K. Hogeman, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 25 juni 2025.
Type: KH
Coll: MAH

Voetnoten

1.Dit is een witwastechniek waarbij personen met een overschot aan contant geld, afkomstig uit misdrijven, ruilen tegen giraal geld van (ogenschijnlijk) legitieme bedrijven in arbeidsintensieve branches met een behoefte aan contanten. Een cash compensatiemodel kan verschillende verschijningsvormen hebben. Eén daarvan is het 'onderaannemersmodel', waarvan ING vermoedt dat het bij Matching-jobs c.s. wordt toegepast. Bij onderaanneming verplicht een persoon of onderneming zich om een deel van het door de hoofdaannemer aangenomen werk uit te voeren. De hoofdaannemer ontvangt gelden van een (meestal tevreden) opdrachtgever en betaalt vervolgens de ingeschakelde onderaannemer de overeengekomen vergoeding. De structuur met onderaannemers wordt in dit model misbruikt voor zowel de maskering van onwettige betalingen als voor het geven van legitimering aan girale compensatiebetalingen.