Uitspraak
in de hoedanigheid van bijzondere curator over na te noemen minderjarige,
hierna te noemen de bijzondere curator,
als advocaat voor zichzelf verschijnende.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 15 juli 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot vernietiging van de erkenning van een minderjarige door de man. De man, die de erkenning op 20 september 2022 had gedaan, verzocht de rechtbank om deze te vernietigen, omdat hij niet de biologische vader van het kind zou zijn. De vrouw, de moeder van het kind, verweerde zich tegen dit verzoek en stelde dat er geen sprake was van dwaling, bedrog of misbruik van omstandigheden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man niet-ontvankelijk is in zijn verzoek, omdat hij niet kan beroepen op misbruik van omstandigheden, aangezien hij niet minderjarig is. De bijzondere curator, die was aangesteld over de minderjarige, heeft ook geen verzoek tot vernietiging ingediend, waardoor er geen verzoek meer voorlag dat door de rechtbank kon worden beoordeeld. De rechtbank heeft de man niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek en de werkzaamheden van de bijzondere curator beëindigd, tenzij er tegen de afstammingsuitspraak een rechtsmiddel wordt ingesteld.