ECLI:NL:RBAMS:2025:4666

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 juli 2025
Publicatiedatum
4 juli 2025
Zaaknummer
C/13/770597 / KG ZA 25-436 MdV/JD
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van fokverbod voor Markiesjes door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland

In een kort geding dat op 4 juli 2025 werd behandeld door de Rechtbank Amsterdam, hebben eisers, eigenaren van Markiesjes, een vordering ingediend tegen de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland (RvB). De eisers vroegen om intrekking van een fokverbod dat door de RvB was opgelegd aan hun honden. De RvB had dit fokverbod ingesteld op basis van twijfels over de raszuiverheid van de Markiesjes, maar de eisers betwistten de rechtmatigheid van dit besluit. Tijdens de zitting op 20 juni 2025 hebben de eisers hun vorderingen toegelicht en de RvB heeft verweer gevoerd. De voorzieningenrechter oordeelde dat de eisers spoedeisend belang hadden bij hun verzoek, omdat het fokverbod hun mogelijkheden om pups te verkopen ernstig zou belemmeren. De rechter concludeerde dat het besluit van de RvB om het fokverbod op te leggen lichtvaardig was genomen en dat het onrechtmatig was. De rechter heeft de RvB bevolen om het fokverbod binnen 24 uur in te trekken en een dwangsom opgelegd voor het geval de RvB hier niet aan zou voldoen. Daarnaast werd de RvB veroordeeld in de proceskosten van de eisers.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/770597 / KG ZA 25-436 MdV/JD
Vonnis in kort geding van 4 juli 2025
in de zaak van

1.[eiseres 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[eiseres 2],
wonende te [woonplaats] ,
3.
[eiseres 3],
wonende te [woonplaats] ,
4.
[eiseres 4],
wonende te [woonplaats] ,
5.
[eiseres 5],
wonende te [woonplaats] ,
6.
[eiseres 6],
wonende te [woonplaats] ,
7.
[eiseres 7],
wonende te [woonplaats] ,
8.
[eiseres 8],
wonende te [woonplaats] ,
eiseressen,
advocaat mr. B.M.J. Pelzer te Groningen,
tegen
de vereniging
RAAD VAN BEHEER OP KYNOLOGISCH GEBIED IN NEDERLAND,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. J. Verstoep te Amsterdam.
Partijen zullen hierna eisers en de RvB worden genoemd.

1.De procedure

Ter zitting van 20 juni 2025 hebben eisers de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht, met dien verstande dat zij hun eis hebben gewijzigd zoals hierna onder 3.1 weergegeven. De RvB heeft verweer gevoerd aan de hand van een vooraf ingediende conclusie van antwoord.
Beide partijen hebben producties stukken en een pleitnota ingediend.
Ter zitting waren aanwezig:
aan de kant van eisers:
  • mr. Pelzer;
  • [eiseres 1] ;
  • [eiseres 2] ;
  • [eiseres 3] ;
  • [eiseres 4] ;
  • [eiseres 5] ;
  • [eiseres 8] ;
aan de kant van de RvB:
  • mr. Verstoep;
  • mr. J.A.D. Uijldert;
  • [naam directeur] , directeur van de RvB;
  • [naam bestuurslid] , bestuurslid van de RvB.
Verder waren aanwezig als toehoorder:
  • [keurmeester] , keurmeester;
  • [naam voorzitter] , voorzitter van de Nederlandse NMV.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Eisers zijn allen eigenaar van een rashond met stamboom van het Nederlandse ras ‘Markiesje’. Het Markiesje is een fijngebouwde, zwarte spioen (spaniel), elegant en alert, met een schofthoogte van rond de 35 cm.
Meer in het bijzonder hebben eisers (voor zover hier van belang) de volgende Markiesjes:
  • eiseres sub 1 is eigenares van teefje [naam 1] (roepnaam [roepnaam] ), die op 3 juni 2025 is bevallen van vier pups;
  • eiseres sub 2 is eigenares van teefje [naam 2] (roepnaam [roepnaam] ), die op 5 juni 2025 is bevallen van zeven pups;
  • eisers sub 3 is eigenares van teefje [naam 3] (roepnaam [roepnaam] ), die op 1 juni 2025 is bevallen van zeven pups;
  • eiseres sub 4 is eigenares van teefje [naam 4] , die zeer binnenkort pups verwacht, nadat zij is gedekt door het Markiesje de reu [naam 9] v.d. Zwarte Pootjes;
  • eiseres sub 5 is eigenares van teefje [naam 5] v.h. Zwarte Grut, die op 10 juni 2025 is bevallen van drie pups;
  • eiseres sub 6 is eigenares van teefje [naam 6] , die zeer binnenkort pups verwacht;
  • eiseres sub 7 is eigenares van de [naam 7] , die in april de teven [naam 5] v.h. Zwarte Grut en [naam 6] heeft gedekt;
  • eiseres sub 8 is eigenares van teefje [naam 8] (roepnaam [roepnaam] ) die nu loops is en volgens de geldende regels hooguit nog twee keer kan worden ingezet voor de fokkerij.
2.2.
Het ras Markiesje is een oud Nederlands type spioen dat al op schilderijen en gravures uit de 17e en 18e eeuw werd afgebeeld. Er is uit die periode geen registratie van gerichte fokkerij. Het ras is sinds de jaren ’70 opnieuw in opbouw door middel van een ‘terugfokprogramma’. Met dat doel is in 1979 de rasvereniging opgericht die nu de ‘Nederlandse Markiesjes Vereniging’ (NMV) heet. Eisers zijn lid van de NMV.
2.3.
De Raad van Beheer (RvB) is een overkoepelende vereniging waarvan rasverenigingen waaronder ook NMV lid zijn. De RvB heeft (voor zover hier van belang) ten doel het bevorderen van de kynologie (de kennis van honden en hun rassen), de bevordering van de gezondheid en het welzijn van honden en hondenpopulaties en het voeren van een stamboekhouding voor rashonden. De RvB heeft daartoe regels gesteld in haar statuten, huishoudelijk reglement en Kynologisch Reglement.
2.4.
In artikel III.6 van het Kynologisch Reglement zijn (voor zover hier van belang) de hiernavolgende voorwaarden bepaald voor de inschrijving van een hond in het enige Nederlandse stamboek voor rashonden, het NHSB.
In artikel III.14 lid 1 van het Kynologisch Reglement zijn de gronden voor weigering van inschrijving opgesomd. Een van die weigeringsgronden geldt indien
“het een nakomeling betreft van één of meer ouderdieren waarvoor een Fokverbod is opgelegd, zoals uitgewerkt in artikel VIII.9.”Artikel III.14 lid 3 bepaalt dat een besluit tot weigering van inschrijving met opgave van redenen aan de verzoeker wordt medegedeeld.
In artikel III.28 van het Kynologisch Reglement is bepaald dat een inschrijving in het NHSB wordt doorgehaald indien
“naar het oordeel van het Bestuur aan de raszuiverheid van een hond getwijfeld moet worden of indien anderszins feiten bekend worden op grond waarvan de inschrijving van een hond in de Nederlandse stamboekhouding geweigerd had moeten worden indien deze feiten ten tijde van de inschrijving bekend zouden zijn geweest”.
In artikel VIII.9 van het Kynologisch Reglement is het volgende bepaald over het opleggen van een fokverbod.
2.5.
Op 1 mei 1999 heeft de RvB het Markiesje als ras erkend. Dit betreft een nationale erkenning. Omdat het gaat om een ras in opbouw kan ter vergroting van de genenpool worden gefokt met ‘aangekeurde’ raskruisingen (een toegestane kruising tussen twee verschillende erkende hondenrassen). Vanwege deze aankeuringen heeft het ras nog niet het vereiste aantal generaties en bloedlijnen ‘raszuivere’ Markiesjes en komt het ras nog niet in aanmerking voor de internationale erkenning door de Fédération Cynologique Internationale (FCI), het internationaal overkoepelend orgaan, waarbij de RvB is aangesloten. De RvB heeft daarom voor de stamboomregistratie van Markiesjes een Voorlopig Register (VR) geopend.
2.6.
Bij brief van 27 mei 2025 heeft de RvB (voor zover hier van belang) het volgende aan 120 eigenaren van Markiesjes, waaronder eisers geschreven:
2.7.
Ten aanzien van de volgende Markiesjes had de RvB dit fokverbod uitgevaardigd en waren de stambomen ongeldig verklaard:
  • [naam 1] ;
  • [naam 2] ;
  • [naam 3] ;
  • [naam 9] v.d. Zwarte Pootjes;
  • [naam 5] v.h. Zwarte Grut;
  • [naam 7] ;
  • [naam 8] .
2.8.
Eind mei en begin juni hebben eisers 1,2,3,4,5,6, en 8 de RvB per e-mail (kort gezegd) verzocht om uitleg, bezwaar gemaakt tegen het fokverbod en de ongeldigverklaring van de stamboom. Sommigen van hen hebben daarbij ook rechtsmaatregelen aangezegd.
2.9.
Op 10 juni 2025 hebben eisers dit kort geding aangevraagd en op 12 juni 2025 hebben zij de inleidende dagvaarding uitgebracht.
2.10.
Bij brieven van 12 juni 2025 heeft [naam secretaris] , secretaris van de RvB, voor zover van belang het volgende aan eisers geschreven.
(…)
2.11.
Naar aanleiding van de brieven van 12 juni 2025 hebben eisers op 16 juni 2025 een akte wijziging van eis ingediend.

3.Het geschil

3.1.
Eisers vorderen na wijziging van eis – samengevat – bij uitvoerbaar te verklaren vonnis, op straffe van dwangsommen en met veroordeling van de RvB in de proceskosten:
I De RvB te bevelen om het besluit van 12 juni 2025 in te trekken, voor zover dit besluit behelst een voorwaardelijk fokverbod ten aanzien van de Markiesjes:
a. [naam 1] ( [nummer] )
b. [naam 2] ( [nummer] )
c. [naam 3] ( [nummer] )
d. [naam 9] v.d. Zwarte Pootjes ( [nummer] )
e. [naam 5] v.h. Zwarte Grut ( [nummer] )
f. [naam 7] ( [nummer] )
g. [naam 8] ( [nummer] )
en deze intrekking schriftelijk aan eisers te bevestigen en te verwerken in alle registers waarin het fokverbod door toedoen van de RvB is opgenomen, waaronder in ieder geval Dutch Dog Data;
II de RvB te verbieden om een nieuw fokverbod uit te vaardigen voor deze (onder I beschreven) Markiesjes en hun nakomelingen, voor zover een dergelijk fokverbod wordt gebaseerd op het zijn van (een nakomeling van) een aangekeurde hond;
III de RvB te verbieden om de stamboom en de inschrijving in het Voorlopig Register van deze Markiesjes en hun nakomelingen ongeldig te verklaren of door te halen wegens het zijn van (een nakomeling van) een aangekeurde hond.
3.2.
De RvB voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang

4.1.
De vorderingen van eisers in dit kort geding strekken ertoe het door de RvB opgelegde fokverbod ten aanzien van hun Markiesjes ongedaan te maken en te houden en te voorkomen dat de stamboom en de inschrijving in de in het Voorlopig Register van deze Markiesjes ongeldig wordt verklaard. Die vorderingen kunnen in dit kort geding alleen worden toegewezen als voldoende aannemelijk is dat een bodemrechter dit ook zou doen en als van eisers niet kan worden gevergd dat zij de uitslag van de bodemprocedure afwachten.
4.2.
De Markiezen teefjes van eisers 1,2,3, en 5 hebben onlangs pups geworpen en die van eisers 4 en 6 zullen dat binnenkort doen. Niet in geschil is dat Markiezen pups binnen acht tot negen weken moeten worden ondergebracht bij hun nieuwe eigenaar. Eisers 1 tot en met 6 hebben dan ook haast (of zullen dat binnenkort hebben) bij het vinden van kandidaat kopers. Aannemelijk is dat het door de RvB opgelegde fokverbod een negatieve invloed heeft op het vinden van kopers. Het openbare register Dutch Dog Data vermeldt “FOKVERBOD (LIMITED REGISTRATION)” bij (een van de) de ouderdieren van hun pups. Eisers richten zich met de verkoop van de pups op andere fokkers, juist omdat zij ten doel hebben om (de populatie van) het ras op te bouwen. Dat een fokker als kandidaat-koper van een pup afgeschrikt wordt door een geregistreerd fokverbod voor (een van de) ouderdieren van die pup ligt voor de hand. Eisers 1 tot en met 6 hebben dan ook spoedeisend belang bij het gevorderde, nu zij door deze situatie dreigen te blijven zitten met nestjes Markiezen-pups.
4.3.
Eiseres 7 is eigenaar van de [naam 7] en eiseres 8 van het teefje [roepnaam] die op grond van het fokverbod voorlopig niet mogen worden ingezet voor de fokkerij. Aannemelijk is dat het fokken met deze Markiesjes ook tot pups zou leiden die zeer moeilijk aan andere fokkers te verkopen zijn, zodat ook van hen niet kan worden gevergd dat zij een beslissing van een bodemrechter afwachten.
4.4.
Dat het aan de ouderdieren opgelegde fokverbod niet bij de
pupsin Dutch Data wordt vermeld neemt het spoedeisend belang van eisers – anders dan de RvB stelt – niet weg. Aannemelijk is dat een fokker die een pup wil kopen ook even in het register kijkt bij de ouders van de pup. Als daar een fokverbod staat geregistreerd zal dit de koop geen goed doen, zoals hiervoor overwogen. Dat de RvB bezig is met het samenstellen van een aankeuringscommissie die de opgelegde fokverboden
kanopheffen doet evenmin af aan het spoedeisend belang. Ter zitting heeft de RvB toegelicht dat zij ten behoeve van de samenstelling “stappen aan het zetten” is en al één toezegging heeft van een toekomstig commissielid, maar zij heeft geen concreet vooruitzicht gegeven wanneer de commissie actief zal kunnen zijn. Aannemelijk is dat een eventueel besluit tot het opheffen van het fokverbod door de commissie voor eisers, gelet op het voorgaande, te laat zal komen.
Fokverbod onrechtmatig
4.5.
Nu aannemelijk is dat eisers 1 tot en met 6 met pups zullen blijven zitten, en eisers 7 en 8 niet zullen kunnen fokken met [naam 7] en [roepnaam] als gevolg van het besluit van de RvB van 12 juni 2025, is ook aannemelijk dat voor hen schade dreigt. Zij zullen allen inkomsten uit de fokkerij derven, en eisers 1 tot en met 6 zullen mogelijk kosten moeten maken om de verdere zorg voor de reeds of bijna geboren pups (voorlopig) zelf op zich te nemen. Daarnaast worden zij ook in niet-financiële belangen getroffen: zij hebben juist Markiezenpups gefokt met als doel het ras verder op te bouwen. Het verbod staat haaks op dit belang.
4.6.
Gelet op de verstrekkende gevolgen van het fokverbod voor eisers, vereist de maatschappelijke betamelijkheid dat de RvB een besluit daartoe niet lichtvaardig neemt. De RvB stelt dat zij dat ook niet heeft gedaan. Zij beroept zich op haar plichten om de juistheid van de NHSB te bewaken en om structureel op te treden wanneer er signalen zijn dat het welzijn van een ras, of het verantwoord en gezond fokken ervan, mogelijk in het geding is. Zij heeft toegelicht dat zij grote twijfels heeft over de wijze waarop Markiesjes zijn aangekeurd onder auspiciën van de NMV. Tot 2016 ging dat via een protocol waarvoor één aankeuringscommissie verantwoordelijk was, en na 2016 ging dit helemaal zonder toezicht van een onafhankelijke aankeuringscommissie. Dit heeft geleid tot onterechte registratie van raskruisingen (en nakomelingen daarvan) als Markiesjes in het NHSB, aldus de RvB.
4.7.
Bij de formulering van deze algemene twijfels aan de zijde van de RvB is het gebleven. Zij heeft ter zitting toegevoegd dat het fokverbod is opgelegd naar aanleiding van foto’s en documenten waaruit blijkt dat er evidente fouten zitten in het register, en dat daar honden in zijn geregistreerd die absoluut niet lijken op Markiesjes. Maar van dergelijke foto’s en documenten heeft de RvB geen enkel bewijsstuk ingediend in dit kort geding. Waarom juist nu tot een drastisch verbod is overgaan, ten aanzien van déze Markiesjes van eisers, op grond van een geheel niet onderbouwde misstand, die kennelijk al meer dan tien jaar speelt, heeft de RvB niet kunnen uitleggen.
4.8.
Dit leidt voorshands tot het oordeel dat het besluit tot het opleggen van een fokverbod voor de Markiesjes van eisers lichtvaardig is genomen en, gelet op de schade die daardoor voor eisers dreigt, onrechtmatig is.
Belangenafweging
4.9.
Een belangenafweging ondersteunt dit oordeel. Door opheffing van het fokverbod kan de situatie voorlopig blijven zoals die kennelijk jaren heeft bestaan. De RvB is bezig met het opzetten van een commissie die onderzoek zal doen naar de gestelde misstand. Wanneer uit dat onderzoek meer concrete handvaten voor ingrijpen voortvloeien, kan de RvB alsnog tot het opleggen van fokverboden en intrekken van stambomen overgaan. Het belang van de RvB om het fokverbod te handhaven gedurende dit onderzoek weegt niet op tegen het belang van eisers om hun pups te kunnen onderbrengen en de fokkerij van Markiesjes voorlopig voort te zetten.
4.10.
Dit leidt tot de conclusie dat de vordering onder punt I van het petitum van de gewijzigde eis zal worden toegewezen. De vordering onder punt II van het petitum van de gewijzigde eis is voor nu te onbepaald. Het kan zijn dat uit toekomstig onderzoek volgt dat er wél concrete aanleiding bestaat voor het opleggen van een fokverbod. Dit zal naar de omstandigheden van dat moment moeten worden beoordeeld. Van de RvB wordt verwacht dat zij dit in het vervolg alleen met een deugdelijke onderbouwing en motivering zal doen.
4.11.
Aan het bevel tot opheffing van het fokverbod zal een dwangsom worden verbonden als prikkel tot nakoming, met dien verstande dat de gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd.
Stamboom en inschrijving register
4.12.
De RvB heeft in deze procedure toegezegd dat de reeds afgegeven stambomen geldig blijven en dat de pups die nog geboren moeten worden er ook een zullen krijgen. Voor het gevorderde verbod om deze ongeldig te verklaren of door te halen geldt om dezelfde reden als onder 4.10 dat de vordering te onbepaald is. De vordering onder punt III van het petitum zal daarom worden afgewezen.
Proceskosten
4.13.
Als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij zal de RvB in de proceskosten worden veroordeeld, aan de zijde van eisers begroot op:
  • dagvaarding € 148,04
  • griffierecht € 331,00
  • salaris advocaat € 1.107,00
  • nakosten
  • Totaal € 1.764,04

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
beveelt de RvB om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis over te gaan tot intrekking van het besluit van 12 juni 2025 voor zover dit besluit behelst een
voorwaardelijk fokverbod ten aanzien van de Markiesjes:
a. [naam 1] ( [nummer] )
b. [naam 2] ( [nummer] )
c. [naam 3] ( [nummer] )
d. [naam 9] v.d. Zwarte Pootjes ( [nummer] )
e. [naam 5] v.h. Zwarte Grut ( [nummer] )
f. [naam 7] ( [nummer] )
g. [naam 8] ( [nummer] )
en binnen deze termijn de intrekking van het besluit zowel schriftelijk te bevestigen aan eisers alsook te verwerken in het openbare register van Dutch Dog Data,
en alle eventuele overige registers waarin het fokverbod door haar toedoen is opgenomen,
5.2.
veroordeelt de RvB tot betaling van een dwangsom van € 1.500 per eiser per dag dat gedaagde niet aan het bevel onder I voldoet, tot een maximum van € 10.500,00 per eiser is bereikt,
5.3.
veroordeelt de RvB in de proceskosten, aan de zijde van eisers begroot op € 1.764,04, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening, indien dit vonnis wordt betekend, dit alles te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek als de proceskosten inclusief nakosten niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.M. de Vries, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. J. Dekker, griffier. Bij afwezigheid van mr. De Vries is dit vonnis ondertekend door mr. M.L.S. Kalff, voorzieningenrechter, die het vonnis ook in het openbaar heeft uitgesproken op 4 juli 2025. [1]

Voetnoten

1.type: JD