3.4Het oordeel van de rechtbank
In artikel 248b van het Wetboek van Strafrecht (oud) is strafbaar gesteld de prostituant die seksueel contact heeft met een prostituee die zestien of zeventien jaar oud is. De verdachte hoeft niet bekend te zijn met de leeftijd van het slachtoffer. De leeftijd is geobjectiveerd; opzet of schuld is niet vereist. De bescherming van de minderjarige staat centraal, wat betekent dat de verdachte een vergaande onderzoeksplicht heeft om achter de (werkelijke) leeftijd van de betrokken (gesteld) meerderjarige te komen.
Daarnaast geldt dat, zoals vaker in zedenzaken het geval is, het bewijs voor het ten laste gelegde feit voornamelijk bestaat uit de verklaring van aangeefster, zijnde de persoon die stelt het slachtoffer van de seksuele handelingen van verdachte te zijn geworden.
Dat betekent dat de rechtbank voorzichtig moet kijken naar de betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster en de vraag of die verklaring voor het bewijs kan worden gebruikt.
Vervolgens moet worden beoordeeld of het dossier voldoende steunbewijs voor deze verklaring bevat. Op grond van de wet kan een feit namelijk niet worden bewezen op basis van de verklaring van één getuige; daarvoor is meer bewijs vereist. Dit geldt voor de hele tenlastelegging. Het is niet nodig dat het dossier voor elk onderdeel van de tenlastelegging twee bewijsmiddelen bevat. Bij zedenzaken geldt daarbij in het bijzonder dat het niet nodig is dat het ten laste gelegde misdrijf zelf wordt bevestigd in ander bewijs. Het is voldoende als de verklaring van aangeefster op onderdelen wordt ondersteund door ander bewijs, afkomstig uit een andere bron.
De betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster
De rechtbank is van oordeel dat aangeefster [slachtoffer] een betrouwbare verklaring heeft afgelegd. De rechtbank overweegt daartoe dat aangeefster gedetailleerd en consequent heeft verklaard over verdachte, de prostitutieafspraken die zij met hem zou hebben gehad en de seksuele handelingen die daarbij zijn verricht. Hieronder zal de rechtbank enkele van de onderdelen van de verklaring van aangeefster die tot dit oordeel hebben geleid nader bespreken en stilstaan bij de door haar genoemde details die aan de betrouwbaarheid van haar verklaring bijdragen.
Allereerst heeft aangeefster op 5 april 2024 tegenover de politie uitgebreid verklaard over de persoon en het uiterlijk van verdachte. Toen de politie aangeefster een foto van verdachte toonde, herkende zij verdachte als één van haar voormalige klanten en wist aangeefster zich direct te herinneren dat verdachte hartpatiënt is. Verder kon aangeefster zich herinneren dat zij de indruk had dat verdachte veel is afgevallen, omdat hij heel veel overtollig huid had. Aangeefster vertelde hierover dat zij tijdens seksuele handelingen met verdachte bijna geen lucht kreeg, omdat de huid van verdachte over haar hoofd lag. Verder heeft aangeefster beschreven dat verdachte veel littekens heeft (waarvan vier op zijn buik), een witte huid had, opvallende moedervlekjes en veel wratjes op zijn gezicht.
Aangeefster heeft ook gedetailleerd verklaard over de seksuele handelingen die tussen haar en verdachte zouden hebben plaatsgevonden. Zo heeft aangeefster verklaard dat zij met verdachte heeft gezoend, maar dat alleen verdachte daarbij zijn tong gebruikte waardoor hij feitelijk de lippen van aangeefster likte. Verder heeft aangeefster verklaard dat er geen seksuele handelingen tegen haar wil hebben plaatsgevonden, behalve op het moment dat verdachte is doorgegaan met deze handelingen toen aangeefster ongesteld was. Verdachte zou daarop hebben voorgesteld om naar de douche te gaan. Ook heeft aangeefster beschreven dat verdachte wel eens speeltjes meenam naar een afspraak en een vibrator in haar vagina heeft gestopt.
Verder heeft aangeefster verklaard over de betalingen die verdachte aan haar zou hebben verricht. Zo wist aangeefster zich te herinneren dat verdachte haar wel eens heeft gevraagd of hij achteraf mocht betalen. Op een vraag van de politie over twee betalingen van verdachte van € 70,- en € 100,- via Tikkie, heeft aangeefster geantwoord dat zij zich niet kon herinneren dat zij iets deed voor € 70,-, maar dat dit mogelijk betalingen waren die door verdachte zijn overgemaakt als hij tijdens een afspraak onvoldoende contant geld bij zich had.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van aangeefster op onderdelen in voldoende mate wordt ondersteund door ander bewijs, afkomstig uit andere bronnen.
De rechtbank overweegt in dit kader allereerst dat, hoewel verdachte zich ten aanzien van het ten laste gelegde feit telkens op zijn zwijgrecht heeft beroepen, hij tijdens de zitting wel heeft verklaard dat hij medisch is afgekeurd en dat zijn hart maar voor 26 procent functioneert. Bovendien heeft de rechtbank tijdens de zitting kunnen waarnemen dat verdachte rondom zijn buikstreek overtollig huid lijkt te hebben. De verklaringen van aangeefster over de persoon van verdachte en zijn uiterlijk worden daarmee door de verklaring van verdachte en de waarneming van de rechtbank ondersteund.
Verder is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van aangeefster, inhoudende dat er tussen haar en verdachte tegen betaling seksuele handelingen hebben plaatsgevonden, wordt ondersteund door de in het dossier gevoegde betalingen via Tikkie van 2 mei 2023 en 5 juni 2023, vanaf de bankrekening van verdachte naar de bankrekening van aangeefster.
De verklaring van aangeefster dat zij zich niet kan herinneren diensten te hebben verleend voor een bedrag van € 70,-, en dat deze betalingen “misschien” aanvullende bedragen waren, staat naar het oordeel van de rechtbank niet aan het gebruik van deze betalingen als steunbewijs in de weg. Daarbij weegt de rechtbank mee dat geenszins is gebleken dat verdachte en aangeefster om andere redenen dan prostitutieafspraken contact met elkaar hebben gehad en dat verdachte geen enkele verklaring heeft gegeven over de reden dat hij geld heeft overgemaakt naar de bankrekening van aangeefster.
Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van aangeefster betrouwbaar is, door ander bewijs uit andere bronnen wordt ondersteund en daarom als bewijs kan worden gebruikt. Gelet op de verklaring van aangeefster dat zij ongeveer tien keer met verdachte heeft afgesproken en de eerste betaling van verdachte aan aangeefster van 2 mei 2023 dateert, acht de rechtbank dan ook bewezen dat verdachte meerdere malen, toen aangeefster nog zeventien jaar oud was, tegen betaling prostitutieafspraken met aangeefster heeft gehad. Daarbij zijn de seksuele handelingen verricht zoals door aangeefster is verklaard en zoals deze in de tenlastelegging zijn omschreven. Het verweer van de raadsman wordt daarmee dan ook verworpen.