ECLI:NL:RBAMS:2025:4629

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 juli 2025
Publicatiedatum
3 juli 2025
Zaaknummer
770776
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van vervangende toestemming voor vakantie met minderjarige kinderen in het kader van ouderlijk gezag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 2 juli 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vrouw en een man, die samen drie minderjarige kinderen hebben. De vrouw verzocht om vervangende toestemming om met de kinderen op vakantie naar Marokko te gaan, omdat de man zijn toestemming niet wilde geven. De vrouw had eerder problemen ondervonden met de man, die niet op tijd de benodigde toestemmingsformulieren had ondertekend voor een eerdere reis naar Egypte, wat leidde tot een stressvolle situatie voor de vrouw en de kinderen.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het spoedeisend belang van de vrouw en de kinderen groot was, gezien de omstandigheden en het feit dat de man zijn verantwoordelijkheden niet nakwam. De rechter benadrukte dat de man geen bezwaar had tegen de vakantie, maar dat hij vond dat de duur van zes weken te lang was. De vrouw stelde echter dat er geen vakantieregeling was en dat de man zijn huidige zorgregeling al niet nakwam. De voorzieningenrechter volgde de vrouw in haar standpunt en wees de vordering toe, waarbij de man werd veroordeeld in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag en de verantwoordelijkheden die beide ouders hebben ten opzichte van hun kinderen. De voorzieningenrechter gaf aan dat het handelen van de man niet in het belang van de kinderen was en dat hij zijn rol als ouder moest heroverwegen. De vrouw kreeg de toestemming om met de kinderen op vakantie te gaan, en de man werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
Zaaknummer: C/13/770776 / KG ZA 25-453 MdV/KH
Vonnis in kort geding van 2 juli 2025
in de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres bij dagvaarding van 17 juni 2025,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. F. Salouli te Amsterdam,
tegen
[de man],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. M.F. Achekar te Amsterdam.

1.De procedure

Op de zitting van 27 juni 2025 heeft de vrouw de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. De man heeft verweer gevoerd. De vrouw heeft producties in het geding gebracht. Ter zitting waren aanwezig partijen met hun advocaten. Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Partijen waren getrouwd en hebben samen drie kinderen waarover zij gezamenlijk ouderlijk gezag hebben:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2012 te [geboorteplaats 2] ,
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2014 te [geboorteplaats 1] ,
- [minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2018 te [geboorteplaats 1] .
2.2.
Partijen zijn eind 2024 gescheiden en de kinderen hebben hun hoofdverblijfplaats bij de vrouw. Op grond van een beschikking van deze rechtbank van 8 november 2024 geldt een zorgregeling waarbij de kinderen één zondag per maand van 11:00 tot 18:00 uur bij de man zijn. Daarnaast hebben partijen afgesproken dat de man de kinderen eens per week belt. In de beschikking staat dat de vrouw en kinderen graag zouden zien dat er meer contact is, maar dat dat voor de man niet mogelijk is. In de praktijk wordt deze beschikking niet (volledig) nageleefd.
2.3.
De vrouw wil met de kinderen naar Marokko ( [plaats] ) van [datum 1] 2025 tot en met [datum 2] 2025. De man wil, ondanks herhaalde verzoeken daartoe, zijn toestemming niet geven.
2.4.
In april 2025 is de vrouw met de kinderen voor vakantie naar Egypte gereisd. De man had per e-mail toegezegd de toestemmingsformulieren pas op het vliegveld op de dag van vertrek te tekenen. Daar is hij niet komen opdagen en vervolgens was hij onbereikbaar, waardoor de vrouw en de kinderen drieënhalf uur zijn vastgehouden door de marechaussee. Die heeft hen uiteindelijk laten gaan nadat de zus van de man het verhaal van de vrouw had bevestigd.

3.Het geschil

3.1.
De vrouw vordert – samengevat – om bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
I. aan de vrouw vervangende toestemming te verlenen om met de kinderen van partijen in de periode van [datum 1] 2025 tot en met [datum 2] 2025, op vakantie te gaan naar [plaats] (Marokko) en te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de toestemming van de man, althans subsidiair een zodanige beslissing te nemen die juist voorkomt; en
II. om de man in de proceskosten te veroordelen.
3.2.
De man voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang volgt uit de aard van de vorderingen.
4.2.
Het gaat hier om een geschil omtrent de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag over minderjarige kinderen. Op grond van artikel 1:253a Burgerlijk Wetboek (BW) neemt de rechter in dergelijke gevallen een beslissing die in het belang van het kind wenselijk voorkomt.
4.3.
De man heeft meegedeeld op zichzelf geen bezwaar te hebben tegen de geplande vakantie, maar hij vindt zes weken te lang en hij wil weten waar de kinderen verblijven. De vrouw stelt zich op het standpunt dat er geen vakantieregeling geldt, dat de man eerder heeft gezegd de vakanties niet te willen delen en dat hij de huidige, heel beperkte reguliere omgangsregeling op grond waarvan hij de kinderen maar één keer per maand zou zien, al niet nakomt. Ook is hij niet bereikbaar en heeft hij de vrouw geblokkeerd. Hij neemt op geen enkele manier verantwoordelijkheid voor de kinderen. Niet valt in te zien waarom de vrouw daarom nu ineens de vakantie zou moeten delen met de man.
4.4.
De voorzieningenrechter volgt de vrouw in haar standpunt. Het verweer van de man dat de vakantie te lang zou zijn, gaat niet op. Er is geen vakantieregeling vastgesteld en de vrouw heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de man de – op zijn verzoek al heel beperkte – zorgregeling niet (volledig) nakomt. Nu één dag per maand al niet structureel haalbaar lijkt, acht de voorzieningenrechter het niet aannemelijk dat de man wel in staat zou zijn om de kinderen in de vakantie drie (al dan niet aaneengesloten) weken bij zich te hebben.
4.5.
Voor wat betreft de voorwaarde dat de man wil weten waar de vrouw en kinderen verblijven, geldt dat al duidelijk is dat zij naar [plaats] gaan. De man heeft ter zitting niet gespecificeerd welke nadere informatie hij wil ontvangen. Daarnaast heeft de vrouw gezegd dat zij hem, als zij momenteel informatie over de kinderen wil delen, niet kan bereiken. De voorzieningenrechter ziet daarom geen aanleiding om de vrouw te gebieden nadere informatie te verstrekken.
4.6.
Het lijkt erop dat de man elke gelegenheid aangrijpt om de vrouw tegen te werken. Hoewel hij zegt te denken in het belang van de kinderen, stroken zijn handelingen daar niet mee. Zo heeft hij voor de vakantie naar Egypte in april tot het allerlaatste moment de indruk gewekt dat hij toestemming zou geven, maar deed hij dat niet, waardoor de vrouw en de kinderen in een volgens de vrouw uiterst stressvolle situatie met de marechaussee terechtkwamen. Ook het niet reageren op de verzoeken voor de geplande vakantie in juli en augustus 2025 en het ter zitting voor het eerst opwerpen van bezwaren daartegen, die niet passen bij de rol die de man inneemt in de opvoeding van de kinderen, ondersteunen het vermoeden dat het de man slechts erom te doen is om de vrouw dwars te zitten. Ter zitting zei de man ook dat hij tot op heden uit frustratie geen toestemming heeft verleend.
4.7.
De voorzieningenrechter benadrukt dat het handelen van de man niet in zijn eigen belang is. Hij vermeldde een aantal keer dat hij geen respect krijgt van de vrouw, de kinderen en zijn overige familie. Het is belangrijk dat de man inziet dat hij dat niet op deze manier kan afdwingen, maar dat hij zijn eigen rol in het geheel gaat zien en zijn verantwoordelijkheid gaat nemen richting de vrouw en de kinderen.
4.8.
Gelet op het voorgaande wordt de primaire vordering (het verlenen van vervangende toestemming aan de vrouw) toegewezen, inclusief de proceskostenveroordeling. Uitgangspunt in familiezaken is dat de proceskosten gecompenseerd worden, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. Vanwege de hiervoor beschreven houding van de man, ziet de voorzieningenrechter aanleiding daarvan af te wijken. De man moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Omdat de vrouw heeft geprocedeerd op basis van een toevoeging, zal de man niet worden veroordeeld tot betaling van de explootkosten en betekeningskosten
.De proceskosten van de vrouw worden begroot op:
- griffierecht
90,00
- salaris advocaat
715,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
983,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verleent de vrouw vervangende toestemming, in de plaats komend van de toestemming van de man, om met hun kinderen
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2012 te [geboorteplaats 2] ,
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2014 te [geboorteplaats 1] ,
- [minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2018 te [geboorteplaats 1] ,
in de periode van [datum 1] 2025 tot en met [datum 2] 2025, op vakantie te gaan naar [plaats] , Marokko,
5.2.
veroordeelt de man in de proceskosten van € 983,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als het vonnis wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.M. de Vries, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. K. Hogeman, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2025.