Op 22 januari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat door de rechtbank Mosbach in Duitsland was uitgevaardigd. Het EAB, dat op 19 september 2024 is uitgevaardigd, verzoekt om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die de Oekraïense nationaliteit heeft en momenteel gedetineerd is. De behandeling van de zaak vond plaats op 8 januari 2025, waarbij de officier van justitie, mr. A. Keulers, aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. J. Sietsma.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn die de overlevering in de weg staan. De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak met 30 dagen verlengd en de gevangenhouding bevolen. De opgeëiste persoon heeft verklaard dat zijn persoonsgegevens correct zijn en dat hij de Oekraïense nationaliteit bezit. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon wordt verdacht van een strafbaar feit dat in Nederland als een lijstfeit wordt aangemerkt, namelijk moord en doodslag, zware mishandeling.
De rechtbank concludeert dat de overlevering kan plaatsvinden, aangezien het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht in Nederland ook strafbaar is en er een maximum vrijheidsstraf van ten minste drie jaren op staat. De rechtbank staat de overlevering toe, en deze uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. A.A.B. Fransen, en openbaar uitgesproken op de zitting van 22 januari 2025. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.