ECLI:NL:RBAMS:2025:456

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 januari 2025
Publicatiedatum
24 januari 2025
Zaaknummer
13-302261-24
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel door Rechtbank Amsterdam

Op 22 januari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat door de rechtbank Mosbach in Duitsland was uitgevaardigd. Het EAB, dat op 19 september 2024 is uitgevaardigd, verzoekt om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die de Oekraïense nationaliteit heeft en momenteel gedetineerd is. De behandeling van de zaak vond plaats op 8 januari 2025, waarbij de officier van justitie, mr. A. Keulers, aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. J. Sietsma.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn die de overlevering in de weg staan. De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak met 30 dagen verlengd en de gevangenhouding bevolen. De opgeëiste persoon heeft verklaard dat zijn persoonsgegevens correct zijn en dat hij de Oekraïense nationaliteit bezit. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon wordt verdacht van een strafbaar feit dat in Nederland als een lijstfeit wordt aangemerkt, namelijk moord en doodslag, zware mishandeling.

De rechtbank concludeert dat de overlevering kan plaatsvinden, aangezien het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht in Nederland ook strafbaar is en er een maximum vrijheidsstraf van ten minste drie jaren op staat. De rechtbank staat de overlevering toe, en deze uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. A.A.B. Fransen, en openbaar uitgesproken op de zitting van 22 januari 2025. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13-302261-24
Datum uitspraak: 22 januari 2025
UITSPRAAK
op de vordering van 1 november 2024 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 19 september 2024 door de rechtbank Mosbach,
Duitsland(hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren op [geboortedag] 1983 te [geboorteplaats] (Sovjet-Unie),
inschrijvingsadres in de Basisregistratie Personen:
[adres],
thans gedetineerd in [detentieadres],
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 8 januari 2025, in aanwezigheid van mr. A. Keulers, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsman mr. J. Sietsma die waarneemt voor mr. B.J.W. Tijkotte, beiden advocaat in Koog aan de Zaan en door een tolk in de Russische taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering (met terugwerkende kracht [2] ) met 30 dagen verlengd. [3]
Tevens heeft de rechtbank voor sluiting van het onderzoek ter zitting de gevangenhouding bevolen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Oekraïense nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een arrestatiebevel (voorlopige hechtenis) dat is uitgevaardigd door de rechtbank in Mosbach, dossiernummer 7 Gs 754/24 op 19 september 2024.
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Duits recht strafbaar feit. Dit feit is omschreven in het EAB. [4]

4.Strafbaarheid: Feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW

De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst het strafbare feit aan als een zogenoemd lijstfeit, dat in Nederland in de lijst van bijlage 1 bij de OLW staat vermeld, te weten:
moord en doodslag, zware mishandeling.
Uit het EAB volgt dat op dit feit naar het recht van Duitsland een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

5.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

6.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

7.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan de rechtbank Mosbach,
Duitsland,voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. R.A. Sipkens, voorzitter,
mrs. M. van Mourik en B.M. Vroom-Cramer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.A.B. Fransen, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 22 januari 2025.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie onder meer: ECLI:NL:RBAMS:2023:5738.
3.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
4.Zie onderdeel e) van het EAB.