ECLI:NL:RBAMS:2025:4462

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 mei 2025
Publicatiedatum
27 juni 2025
Zaaknummer
C/13/767927 / KG ZA 25-285
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige publicatie in mail over grensoverschrijdend gedrag, voldoende feitelijke onderbouwing

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 mei 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres, werkzaam als presentatrice, en twee gedaagden, waaronder een besloten vennootschap. De eiseres vorderde rectificatie van onrechtmatige uitingen die door de gedaagden aan AVROTROS waren gedaan, waarin beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag werden geuit. De eiseres stelde dat deze beschuldigingen schadelijk waren voor haar reputatie, vooral gezien haar voorbeeldfunctie voor kinderen. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 mei 2025 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij de eiseres haar vorderingen onderbouwde met argumenten over de onrechtmatigheid van de uitingen en de gevolgen daarvan voor haar carrière. De gedaagden voerden aan dat de uitingen feitelijk onderbouwd waren en dat zij verplicht waren om AVROTROS te informeren over de samenwerking met de eiseres. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gedaagden voldoende feitelijke onderbouwing hadden voor hun uitingen en dat deze niet onrechtmatig waren. De vorderingen van de eiseres werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid bij het doen van beschuldigingen en de bescherming van de reputatie van betrokkenen in de media.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
Zaaknummer: C/13/767927 / KG ZA 25-285 VVV/EvK
Vonnis in kort geding van 30 mei 2025
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres bij dagvaarding van 6 mei 2025,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat: mr. R.P. de Vries te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: [gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
hierna te noemen: [gedaagde 2] ,
gedaagden,
hierna samen te noemen: [gedaagden] ,
advocaat: mr. L.E. Post te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 14 mei 2025 heeft [eiseres] de dagvaarding en akte wijziging van eis toegelicht. [gedaagden] heeft verweer gevoerd mede aan de hand van een vooraf ingediende conclusie van antwoord. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig: [eiseres] met haar advocaten mr. R.P. de Vries en mr. M. IJsebrands, en [gedaagde 2] in privé en als (middellijk) bestuurder van [gedaagde 1] en [naam 1] , (middellijk) bestuurder van [gedaagde 1] , met hun advocaten mr. L.E. Post en mr. F. de Wind.
Na verder debat is vonnis (na uitstel) bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is sinds 2018 presentatrice van het kinderprogramma ‘ [naam programma] ’. Het programma valt onder de verantwoordelijkheid van omroep AVROTROS.
2.2.
[gedaagde 1] is een film- en theaterproducent. [gedaagde 2] is één van de twee middellijke bestuurders.
2.3.
[gedaagde 1] heeft vanaf 2023 de theaterversie van ‘ [naam programma] ’ geproduceerd, waarin [eiseres] haar (hoofd)rol uit het televisieprogramma vertolkt. Deze productie is tussen september 2023 en mei 2024 door heel Nederland uitgevoerd.
2.4.
In 2024 hebben partijen overleg gevoerd en besloten tot een reprise van de theatershow.
2.5.
Op 29 augustus 2024 heeft [gedaagde 2] , namens [gedaagde 1] , de volgende mail over [eiseres] aan AVROTROS gestuurd:
“(…) Ik zou je nog even een mail sturen wat betreft onze samenwerking met [eiseres] en wat wel en niet gedeeld kan worden met haar.
Ik wil dat je weet dat ik nog nooit zo’n mail heb moeten sturen, omdat het ergens niet professioneel voelt, maar misschien is dat nu juist ook het probleem. Dat ik dus wel zo eerlijk moet zijn.
We hebben besloten de reprise van [naam programma] niet door te laten gaan. We zijn nu de theaters op de hoogte aan het brengen. Ik verwacht volgende week dinsdag/woensdag iedereen gesproken te hebben en dan lichten we [eiseres] in.
We zijn, zoals je weet, niet blij met de samenwerking met [eiseres] .
Niet alleen onze eigen ervaringen zijn niet goed, maar de verhalen van mensen om ons heen stapelen zich op. We trekken daardoor de conclusie dat, als we doorgaan, we als producent, eigenlijk vinden dat het gedrag toelaatbaar is en dat vinden we niet.
Dat is de belangrijkste reden dat we stoppen. Zakelijk is het niet slim, maar dat weegt niet op tegen de menselijke gevoelens.
Ik heb rond gebeld en de mensen die ik benaderd heb, willen niet dat hun verhaal uit tweede hand bij [eiseres] terecht komt.
Vanuit ons, kan je het volgende best aan haar vertellen, mocht je dat nodig vinden:
We hebben een mooie voorstelling gemaakt. Dat is een feit. En in het begin ging dat ook zeker in harmonie. Maar dat veranderde. Als [gedaagde 1] zijn we een heel seizoen met onze rug tegen de muur gezet. Of het nou ging om onze policy wat betreft lampjes, merchandise en op tijd komen, dan deed [eiseres] wat ze wil. Ze walste over onze afspraken heen. Haar diva-gedrag dat iedereen voor haar moest werken, opbouwen etc. was groot. Sorry en bedankt was er niet bij.
We zijn erbij geweest dat ze haar agent helemaal verrot schold en schreeuwend aan de telefoon tekeer ging. Niet alleen schrokken we ervan, ik mag melden dat haar agent van toen inmiddels nog steeds thuis zit. Mede door de samenwerking met [eiseres] .
Nadat we met elkaar besproken hadden dat we een reprise gingen doen en daar afspraken over hadden gemaakt, is er maandenlang door ons impresariaat gewerkt om een tour in elkaar te zetten, in een periode die zij vrij zou houden. Toen de tour stond, vroeg ze mij een dag in Beverwijk de kleedkamer in en meldde mij dat ze de reprise niet meer ging doen als ze niet het dubbele ging verdienen, de merchandise, op 5% na, haar kant op ging en ze cancelde bijna 10 shows, vanwege beschikbaarheid. Daar ging onze goede naam. Toch hebben we maar ja gezegd. Ze was onverbiddelijk.
Zonder overleg, terwijl we heel duidelijk afspraken hadden gemaakt, lag er halverwege het seizoen een tafel vol eigen merchandise. We konden er niks tegen doen, want inmiddels was de angst voor een reactie toegeslagen.
Zelfs toen twee keer een theater vooraf vroeg om geen lichtjes te verkopen en wij dat weken vooraf aan haar meldden, verkocht ze ze gewoon en stond zelfs het theater met de rug tegen de muur. Wij kregen een mega-boze-mail, want [eiseres] was van ons. Ik heb zo vaak klachten ontvangen en dingen moeten recht praten wat betreft haar eigen team, merchandise, fotografen, ruimte die ze in bezit nam etc.
Haar eigen team, die ze mee had voor merchandise, mag ook in zeker 5 theaters niet meer komen, door onfatsoenlijk gedrag. Iets wat er bij [eiseres] nooit inging, want het lag nooit aan hun. Van gewoon voor een nooduitgang gaan staan na vele verzoeken, tot wijn drinken, en een grote mond geven aan de manager. Het kwam allemaal voorbij.
Maar haar gedrag richting anderen, de snauwen, het schreeuwen zijn voorname redenen dat we onze samenwerking stoppen.
Er zijn bij mij officieel 2 meldingen gedaan van onveiligheid en grensoverschrijding, er zijn zeker 3 mensen die niet meer met haar willen werken en ikzelf heb haar manier van omgang/communiceren ook ondervonden. Ze maakt je af! Kleineert. Snauwt je af! Gesprekken met haar maakten me fysiek misselijk en ziek. Ik heb in februari echt op het randje van een burn-out gezeten omdat ik elke keer angst had om haar te spreken/zien. Als ze te laat kwam en ik vond dat ik wat moest zetten, droop ik uiteindelijk weer af.
Ik kan fel reageren, zegt ze dan, maar alleen zij heeft dat nog bij mij uitgelokt. En ik werk al jaren met honderden mensen. Toen ik 1x tegen haar zus wat bozer werd, die 5x een verzoek vanuit mij en het theater in Groningen negeerde, heb ik haar 2 dagen later gebeld om het even samen uit te spreken, omdat ik mezelf niet herkende. Zij maakten me zo! Ik moest vechten voor mijn bedrijf en medewerkers. Maar ik belde haar maar wel op.
De show in Utrecht, waarbij ze zich een uur vooraf ziek meldde, was wel een dieptepunt. Niet alleen negeerde ze het verzoek van het theater zich niet in de foyer te begeven, ze wilde niks op insta zetten, terwijl er 1000 man moesten worden afgebeld. Twee dagen later verscheen ze op live tv en de klachten bij het theater waren massaal. Wij hebben heel veel bezoekers op onze kosten doeboeken opgestuurd om de wonden te verzachten. En die voorstelling kon ook niet worden ingehaald omdat [eiseres] haar agenda niet flexibel wilde bekijken. Resultaat: [gedaagde 1] € 12.000,- verlies. Theater: € 5000,- verlies.
Ik had [eiseres] in mei gevraagd naar de overeenkomst te kijken en voor eind mei te reageren. Zij gaf aan dat het 12 juni werd. ik verzocht om iets meer snelheid, maar dat was ze niet van plan. Pas op 14 augustus, na 3 maanden ghosting en stilte, stuurt ze e-mails. Het is haar show, haar programma, haar licentie. ze geeft niemand credits, alles draait om haar.
Wij gaan er niet mee door. Ze is te onbetrouwbaar, een te groot risico en voor ons een tikkende tijdbom. Ik heb besloten dat alle andere mensen met wie ik werk vóór gaan.
Ik wil dat je weet dat we voor een paar medewerkers die hun agenda's hadden vrijgemaakt januari-maart een passende oplossing zoeken. Die laat ik niet vallen.
Belangrijk om nog te vermelden, is dat ik met de Avrotros met heel veel plezier samenwerk en hopelijk nog lang mag samenwerken. Ons contact is altijd fijn en open. Daar heeft het zeker niet aan gelegen. Alleen maar fijne mensen!
Voel je uiteraard vrij om dingen wel of niet te vermelden. Maar je vroeg me een beetje wat wel en niet kon. En dit mag van mij, want het is de waarheid.
Succes!”
2.6.
Op 4 september 2024 liet [gedaagde 2] per e-mail aan [eiseres] weten van de samenwerking af te zien en de reprise van de theatershow te annuleren. Hij schreef in de e-mail ook dat hij NPO en AVROTROS hiervan op de hoogte had gesteld.
2.7.
Kort daarna heeft [eiseres] op verzoek van AVROTROS een gesprek gehad met AVROTROS. Tijdens dit gesprek werd [eiseres] geconfronteerd met de mededeling dat [gedaagde 1] een e-mail naar AVROTROS had gestuurd waarin meerdere, ernstige klachten over haar stonden. Voorafgaand aan dit gesprek was [eiseres] niet geïnformeerd over deze e-mail en/of klachten.
2.8.
Op 20 september 2024 heeft AVROTROS een e-mail gestuurd naar (de agent van) [eiseres] . Hierin staat, voor zover relevant:
“(…) Ik het kort is ons voorstel, vanwege de veranderende omstandigheden, dat we een nieuw contract aangaan voor 1 jaar onder de voorwaarden van het huidige contract. Dit contract zal dan passend worden gemaakt aan de werkzaamheden die wij voor komend jaar verwachten.
Dit onder de voorwaarden dat er geen nieuwe incidenten zijn of uit het verleden naar boven komen. In dit geval zal het contract per direct ontbonden worden.
In principe stopt de samenwerking na dit contractjaar tenzij.
In dit jaar kan [eiseres] haar (commerciële) ambities en activiteiten, die niet passen bij AVROTROS en de NPO, gaan uitwerken en opstarten. Deze kan zij dan zelf na afloop van haar contract gaan uitvoeren zodat hier geen issues ontstaan met de mediawet. Op deze manier krijgt [eiseres] de mogelijkheid om komend jaar te laten zien dat zij een persoon is met wie goed is samen te werken.
Of de NPO nog wil dat [eiseres] een van de gezichten van de zender is, daar kan ik geen uitspraken over doen. Dit zal met de NPO besproken moeten worden. (…)”
2.9.
Op 30 oktober 2024 heeft [eiseres] AVROTROS een e-mail gestuurd met haar kant van het verhaal.
2.10.
Volgens [eiseres] bleek in maart 2025, toen zij verder ging met de ontwikkeling van nieuwe theatershows voor 2026, dat de door [gedaagden] gedane beschuldigingen over haar nog steeds rond gaan. Daarom heeft haar advocaat op 21 maart 2025 een sommatiebrief gestuurd aan [gedaagden] waarin werd verzocht om tot rectificatie over te gaan en opgave te doen van de personen aan wie de beschuldigingen zijn geuit. De advocaat van [gedaagden] heeft (onder andere) bij e-mail van 14 april 2025 betwist dat sprake is van onrechtmatige uitingen en dat dus niet zal worden overgegaan tot een rectificatie.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert – samengevat en na eiswijziging – bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. [gedaagden] te gebieden om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis volledige schriftelijke opgave te doen aan [eiseres] van de namen en e-mailadressen van alle (rechts)personen aan wie beschuldigingen over [eiseres] zijn gestuurd;
II. [gedaagden] te gebieden om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis de door hen verstuurde e-mails te verstrekken waarin beschuldigingen over [eiseres] zijn geschreven,
III. [gedaagden] te gebieden om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis per e-mail, met kopie aan [eiseres] , een rectificatietekst te verzenden aan:
a. alle (rechts)personen zoals bedoeld in de vordering onder I.,
b. aan AVROTROS,
IV. te bepalen dat indien [gedaagden] de onder vordering I. t/m III. genoemde geboden overtreden, zij hoofdelijk aan eiseres een dwangsom verbeuren, en
V. [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen in de proces- en nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
[eiseres] legt aan de vorderingen ten grondslag dat de door [gedaagden] gedane beschuldigingen (van in ieder geval de mail van 29 augustus 2024 aan AVROTROS) onrechtmatig zijn. De uitingen over haar zijn extra ernstig omdat het gaat over grensoverschrijdend gedrag. Omdat [eiseres] werkzaam is als presentatrice en actrice gericht op kinderen in de peuter- en kleuterleeftijd, heeft zij een voorbeeldfunctie en is dit schadelijk voor haar reputatie. Door deze beschuldigingen willens en wetens te delen heeft [gedaagden] het risico op ernstige reputatieschade van [eiseres] in het leven geroepen. De gevolgen van de uitlatingen zijn voor [eiseres] ook concreet en verstrekkend. De contractonderhandelingen tussen haar en AVROTROS zijn tijdelijk stopgezet en uiteindelijk heeft zij slechts een jaarcontract gekregen. Daarnaast vinden de beschuldigingen geen steun in de feiten. Voor het overgrote deel zijn het verzinsels of ongefundeerde aannames, of worden de feiten onjuist weergegeven en uit de context gehaald. [gedaagden] heeft geen enkel bewijs overgelegd ter onderbouwing van de door haar gedane uitingen. Terwijl [eiseres] deze beschuldigingen kan ontkrachten, onderbouwd door positieve verklaringen van personen met wie zij heeft samengewerkt. Tot slot zijn de uitingen extra verwijtbaar omdat [gedaagden] geen overleg heeft gehad met [eiseres] voordat zij de e-mail aan AVROTROS heeft gestuurd.
Omdat [eiseres] niet weet aan wie [gedaagden] dergelijke berichten over haar heeft gestuurd, vordert zij opgave van de partijen naar wie dit soort e-mails met beschuldigingen over haar zijn gestuurd. Zodat niet alleen aan AVROTROS maar ook naar die partijen een rectificatie moet worden gestuurd.
3.3.
[gedaagden] voert verweer. Zij betwist ten eerste dat zij een e-mail met dezelfde strekking als de e-mail van 29 augustus 2024 naar AVROTROS naar anderen heeft gestuurd. Verder is de e-mail die zij heeft verzonden aan AVROTROS niet onrechtmatig. [gedaagde 1] heeft de e-mail niet verstuurd vanuit rancune, maar op verzoek van AVROTROS. [gedaagde 1] was zelfs verplicht om AVROTROS hierover in te lichten op basis van de licentieovereenkomst die zij hebben gesloten en waaruit blijkt dat zij bij (onder meer) het wel of niet verlengen van de licentie, zoals bij de reprise van de theatershow, zij de licentiegever AVROTROS hierover moet informeren. Daarnaast vinden de uitingen in die e-mail voldoende steun in het feitenmateriaal. [gedaagde 1] heeft wel degelijk meldingen over grensoverschrijdend gedrag van [eiseres] ontvangen.
Ten aanzien van de vorderingen jegens [gedaagde 2] in privé geldt dat deze sowieso moeten worden afgewezen omdat er geen enkele aanleiding is om te veronderstellen dat [gedaagde 2] in privé bij deze kwestie is betrokken.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat deze situatie voor beide partijen heel vervelend is. Een goedlopende theatershow is niet voortgezet en beide partijen ondervinden last van wat tussen hen is voorgevallen. In dit vonnis zal beoordeeld worden of wat is gebeurd in juridische zin ook onrechtmatig is tegenover [eiseres] .
E-mail niet aan anderen verstuurd
4.2.
Ten eerste is tussen partijen in geschil of [gedaagden] soortgelijke e-mails met beschuldigingen aan het adres van [eiseres] als aan AVROTROS ook naar anderen heeft gestuurd.
4.3.
[eiseres] stelt op basis van de e-mail van 4 september 2024 van [gedaagde 1] aan haar (zie 2.6), waarin [gedaagde 2] schreef dat hij zowel AVROTROS als NPO op de hoogte heeft gesteld, dat een soortgelijke e-mail in ieder geval dus ook aan NPO is verstuurd. [gedaagden] heeft echter ter zitting toegelicht dat in de e-mail van 4 september 2024 weliswaar staat dat er ook een e-mail naar de NPO is gestuurd, maar dat aan NPO niet een zelfde soort e-mail is toegestuurd als aan AVROTROS, maar NPO enkel is medegedeeld dat de reprise van de theatershow niet doorgaat. Dat de beschuldigingen ook jegens NPO zijn geuit is dus onvoldoende aannemelijk.
Daarbij heeft [gedaagden] ook toegelicht dat zij theaters alleen heeft laten weten dat de reprise niet doorgaat omdat het agenda-technisch niet meer uit komt.
4.4.
[eiseres] stelt dat zij nog meer sterke aanwijzingen heeft dat dergelijke beschuldigingen aan anderen zijn verstuurd. Toen zij namelijk in maart 2025 contact opnam met [naam 2] , had hij – naar haar zeggen – van Impact Entertainment (een (theater)impresariaat dat ook met [gedaagde 1] samenwerkt) te horen gekregen dat [eiseres] zich ernstig zou hebben misdragen. Ter onderbouwing van dit standpunt heeft [eiseres] Whatsappcorrespondentie met [naam 2] overgelegd. Dit is echter een bericht van [eiseres]
aan[naam 2] en hieruit blijkt ten eerste niet dat [naam 2] van Impact Entertainment heeft gehoord dat er beschuldigingen over [eiseres] rond gaan. Daarnaast blijkt hier al helemaal niet uit dat [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] Impact Entertainment over hun ervaringen met of mening over [eiseres] hebben geïnformeerd.
4.5.
Kortom, de stelling van [eiseres] dat een dergelijke e-mail aan anderen is verstuurd is onvoldoende aannemelijk in het licht van de gemotiveerde betwisting van [gedaagden] Daarom worden vorderingen I en II afgewezen.
4.6.
Dat betekent dat de discussie tussen partijen alleen nog gaat over de vraag of het onrechtmatig is dat [gedaagde 1] een e-mail heeft gestuurd naar AVROTROS met daarin uitingen dat (samengevat) [eiseres] zich schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag, en dat vanwege deze onrechtmatigheid een rectificatie kan worden verlangd.
Reden voor versturen e-mail
4.7.
Wat is de reden geweest voor [gedaagde 1] om aan AVROTROS klachten over [eiseres] uiteen te zetten? [gedaagden] heeft op de zitting toegelicht dat zij voorafgaand aan het sturen van de e-mail telefonisch contact heeft gehad met AVROTROS om haar te vertellen dat de financiële baten van verlenging van de theatershow niet meer opwogen tegen de stress om met [eiseres] samen te werken. AVROTROS heeft vervolgens gevraagd om de redenen hiervoor op te schrijven. Dat blijkt ook uit de e-mail zelf, omdat hierin staat “Ik zou je nog even een mail sturen” en “je vroeg me een beetje wat wel en niet kon”. Het is begrijpelijk dat [gedaagde 1] vervolgens aan dit verzoek heeft voldaan.
4.8.
Daarnaast heeft [gedaagde 1] toegelicht dat zij contractueel verplicht was om AVROTROS hiervan op de hoogte te stellen. Het televisieprogramma ‘ [naam programma] ’ wordt geproduceerd door AVROTROS en [gedaagde 1] heeft een licentie verkregen om deze naam te gebruiken in de theatershow. Op basis van deze licentieovereenkomst is bepaald dat [gedaagde 1] verplicht is om AVROTROS op ‘sleutelmomenten’ – zoals de keuze voor hoofdrolspeelster [eiseres] en de optie om wel of niet de theatershow te verlengen – te informeren en haar keuzes ter goedkeuring voor te leggen. [gedaagde 1] was verplicht AVROTROS te informeren. De stelling van [eiseres] dat de e-mail enkel is verstuurd om haar te beschadigen is dan ook niet aannemelijk.
Voldoende feitelijke onderbouwing
4.9.
Vervolgens moet worden getoetst of de inhoud van de e-mail aan AVROTROS van 29 augustus 2024 zodanig onjuist is dat deze onrechtmatig is en gerectificeerd moet worden.
4.10.
[eiseres] heeft gesteld dat (met name) de volgende punten onjuist zijn:
[eiseres] zou zich niet aan contractuele afspraken houden;
er zouden bij [gedaagde 1] officieel twee meldingen zijn gedaan over [eiseres] van “onveiligheid en grensoverschrijding”;
het gedrag van [eiseres] naar anderen zou bestaan uit “snauwen en schreeuwen", en door haar zou een angstcultuur zijn gecreëerd;
[eiseres] zou publiekelijk haar agent ‘verrot’ hebben 'gescholden’, hetgeen mede zou hebben geleid tot diens uitval en langdurige afwezigheid;
medewerkers van [eiseres] zouden uit "zeker vijf theaters” zijn verbannen omwille van storend gedrag.
4.11.
[gedaagden] heeft voldoende toegelicht dat deze uitingen steun vinden in de feiten. Hiertoe is het volgende relevant.
-
meldingen grensoverschrijdend gedrag (punt b)
4.12.
[gedaagden] heeft voldoende onderbouwd dat twee medewerkers bij haar melding hebben gemaakt van grensoverschrijdend gedrag door [eiseres] . Eén medewerker ( [naam 3] ) heeft haar verklaring op schrift willen zetten. Hieruit blijkt dat het grensoverschrijdend gedrag met name gaat over de communicatie en het gedrag van [eiseres] . Dat [eiseres] betwist dat aan deze verklaring waarde kan worden gehecht omdat deze medewerker niet veel met haar heeft samengewerkt doet niet aan af aan de inhoud van de verklaring. De andere medewerker wil zijn of haar verklaring niet op schrift zetten uit angst dat zij daarmee haar carrière schaadt. [gedaagden] heeft in dat kader toegelicht dat zij heeft ervaren dat mensen wel bereid zijn om een misstand mondeling te melden, maar niet op schrift willen herhalen of bevestigen. [gedaagde 1] kreeg dan te horen dat de theaterwereld relatief klein is en dat men bang is voor represailles van (met name) BN’ers, zoals [eiseres] . Volgens [gedaagden] liggen de machtsverhoudingen in de theaterwereld namelijk zo dat de macht niet berust bij de producenten, zoals [gedaagde 1] , maar juist bij BN’ers omdat zij het gezicht van de show zijn, daarom de reden zijn dat een show publiek aantrekt en dat een producent en andere medewerkers om die reden afhankelijk van hen zijn. Mede gelet op deze toelichting van [gedaagde 1] is het voldoende dat zij één melding van grensoverschrijdend gedrag op schrift heeft. Voldoende aannemelijk is dat een tweede melding mondeling is gedaan.
[eiseres] heeft hier nog tegen in gebracht dat dit geen ‘officiële’ melding is, maar zij heeft niet toegelicht wat het verschil is tussen officiële en niet-officiële meldingen en er is geen reden om deze melding niet serieus te nemen.
4.13.
Verder heeft [gedaagden] naast de verklaring van de twee eerder genoemde medewerkers ( [naam 3] en de anonieme medewerker) ook nog verklaringen overgelegd van de medeproducent van [gedaagde 1] ( [naam 1] ) en de regisseur van de theaterproductie ( [naam 4] ) dat zij niet nog eens met [eiseres] willen samenwerken vanwege haar onprofessionele en onvriendelijke houding tegenover anderen. Deze verklaringen ondersteunen daarmee de verklaringen van de medewerkers over grensoverschrijdend gedrag.
4.14.
De verklaringen die [eiseres] in het kader van deze procedure in het geding heeft gebracht, waarin verschillende mensen verklaren de samenwerking met [eiseres] wel heel prettig te vinden, maakt het voorgaande niet anders. Die maken immers niet dat de verklaringen van anderen daardoor onjuist zijn. Verschillende personen kunnen verschillende ervaringen met iemand hebben.
- angstcultuur, schreeuwen en de kwestie met haar voormalig agent (punten c en d)
4.15.
In de e-mail aan AVROTROS heeft [gedaagde 1] gemeld dat zij getuige was van een telefoongesprek tussen [eiseres] en haar (voormalig) agent waarin [eiseres] haar agent “helemaal verrot schold en schreeuwend aan de telefoon tekeer ging”. [eiseres] ontkent niet dat er een stevig gesprek heeft plaatsgevonden, maar ontkent dat zij haar agent heeft ‘verrot gescholden’ en heeft geschreeuwd. [gedaagden] heeft na ontvangst van de dagvaarding contact gezocht met de voormalig agent van [eiseres] en zij heeft het heftige gesprek met [eiseres] bevestigd. Dat [gedaagde 1] dit in de e-mail aan AVROTROS heeft verwoord als “verrot schelden” en “schreeuwen” is enerzijds háár waarneming en vindt bovendien dus ook steun in de verklaring van de voormalig agent.
Het Whatsappbericht dat [eiseres] in het geding heeft gebracht waarin haar voormalig agent na afloop van de samenwerking haar een aardig bericht stuurt en haar succes wenst voor de toekomst maakt het voorgaande niet anders, ontkracht dit niet. Dat neemt niet weg dat het telefoongesprek heeft plaatsgevonden.
4.16.
In de e-mail aan AVROTROS heeft [gedaagde 1] ook vermeld dat de voormalig agent van [eiseres] mede hierdoor thuis zit. Die uiting is niet voldoende door [gedaagden] onderbouwd. Het is echter niet onmogelijk dat dit is gebeurd en bovendien rechtvaardigt dit enkele feit geen rectificatie richting AVROTROS.
4.17.
De hiervoor genoemde toelichting van [gedaagden] over de machtsverhoudingen in de theaterwereld, angst voor represailles en het feit dat mensen daarom geen verklaring willen afleggen, maakt ook dat [gedaagde 1] mocht concluderen in de e-mail aan AVROTROS dat sprake is van een angstcultuur.
-
klachten van theaters (punt e)
4.18.
[gedaagde 1] heeft in de e-mail aan AVROTROS ook gemeld dat zij verschillende klachten van theaters heeft ontvangen over de merchandise verkoop van [eiseres] (merchandise van de [naam programma] show). Zij heeft toegelicht dat zij de klachten in eerste instantie mondeling heeft ontvangen. Ook voor deze stelling heeft [gedaagde 1] na ontvangst van de dagvaarding gevraagd om schriftelijke verklaringen bij de theaters. Naar aanleiding hiervan hebben twee theaters schriftelijk verklaard dat het (samengevat) niet fijn was om met het merchandiseteam van [eiseres] samen te werken. Ook heeft Impact Entertainment (een (theater)impresariaat) verklaard dat diverse theaters bij haar hebben gemeld dat zij ontstemd zijn over de werkwijze/gedragingen van het merchandiseteam en dat dit voor hen reden zou zijn om het boeken van deze voorstelling te heroverwegen. Deze verklaringen samen maken dat voldoende is toegelicht dat [gedaagde 1] klachten heeft ontvangen van theaters over het merchandiseteam van [eiseres] .
Ook hier geldt dat de door [eiseres] overgelegde verklaringen van theaters die verklaren de samenwerking met [eiseres] wel heel prettig te vinden, niet afdoen aan het voorgaande.
4.19.
[gedaagden] heeft niet concreet gemaakt dat er
vijftheaters zijn die klachten hebben. Wel hebben twee theaters klachten en op basis van de verklaring van het impresariaat mogelijk nog meer. Verder heeft [gedaagde 1] toegelicht dat zij ten tijde van het schrijven van de e-mail aan AVROTROS van veel meer theaters klachten had ontvangen, maar dat ook theaters niet graag hun klachten schriftelijk willen bevestigen vanwege het gevaar dat BN'ers zoals [eiseres] daar dan niet meer willen spelen en zij daarmee boekingen mislopen. Dat de vermelding, dat
vijftheaters klachten hadden terwijl het er mogelijk minder zijn, onrechtmatig zou zijn jegens [eiseres] , is voorshands niet aannemelijk, en rechtvaardigt geen rectificatie.
-
niet houden aan contractuele afspraken (punt a)
4.20.
[eiseres] stelt dat zij in de e-mail aan AVROTROS (meerdere malen) wordt beschuldigd van het schenden van (contractuele) afspraken. Hoewel [gedaagden] niet concreet heeft gemaakt welke afspraken [eiseres] heeft geschonden, heeft zij aannemelijk gemaakt dat [eiseres] meermaals te laat kwam en mensen onder meer bij de start van de show op zich liet wachten. In die omstandigheid zijn dergelijke uitlatingen niet onrechtmatig. Als immers met het schenden van contractuele afspraken (onder andere) wordt bedoeld dat dat [eiseres] op tijd moet komen en op tijd moet starten heeft [gedaagden] dat wel voldoende onderbouwd.
4.21.
Als [eiseres] met deze stelling ook betoogt dat de gebeurtenissen omtrent haar ziekmelding van de theatershow in Utrecht onjuist zijn, gaat dit niet op. [eiseres] heeft niet betwist dat zij de theatershow in mei 2024 in Utrecht op het laatste moment heeft afgezegd omdat zij ziek was. Dat op zichzelf vindt [gedaagde 1] ook niet kwalijk, zij heeft alleen geen begrip voor de korte tijdspanne waarin dit werd gemeld, in combinatie met het gebrek aan communicatie hierover op social media door [eiseres] , het feit dat [eiseres] in de foyer van het theater aanwezig bleef (wat voor het publiek verwarrend was) en dat [eiseres] twee dagen later weer op televisie te zien was. Twee mensen hebben over deze kwestie verklaard (eerder genoemde medewerker [naam 3] en een medewerker van de locatie in Utrecht) en hieruit blijkt dat wat [gedaagde 1] hierover in de e-mail heeft geschreven aan AVROTROS steun vindt in hun verklaringen. Daarmee is voldoende aannemelijk dat [eiseres] zich niet hield aan de afspraken die zij met [gedaagde 1] (al dan niet op dat moment) hierover had gemaakt of hoe zij zich redelijkerwijs tegenover hen had moeten opstellen.
4.22.
De conclusie is dan ook dat de uitingen in de e-mail voldoende steun vinden in de feiten, of voor zover dat niet zo is, de afwijkingen zo beperkt zijn dat ze geen rectificatie rechtvaardigen.
Geen voorafgaand overleg met [eiseres]
4.23.
Het is echter wel vervelend dat [gedaagde 1] de informatie die zij met AVROTROS heeft gedeeld, niet voor het versturen van de e-mail met [eiseres] heeft gedeeld of op zijn minst met haar heeft besproken.
Uit de e-mail blijkt echter wel dat [gedaagde 1] heeft bedoeld (of heeft gehoopt) dat AVROTROS dit met [eiseres] zou bespreken (“Vanuit ons, kan je het volgende best aan haar vertellen” en “Voel je uiteraard vrij om dingen wel of niet te vermelden. Maar je vroeg me een beetje wat wel en niet kon. En dit mag van mij, want het is de waarheid. Succes!”). Daarom is de stelling van [eiseres] dat deze e-mail is bedoeld om haar achter haar rug om te beledigen of haar reputatie te schenden, niet geloofwaardig. De bedoeling van [gedaagde 1] was dat AVROTROS vervolgens een gesprek hierover zou voeren met [eiseres] . De reden die [gedaagde 1] heeft aangevoerd dat zij voorafgaand aan het sturen van de e-mail niet zelf met [eiseres] heeft gepraat is de (hiervoor al geschetste) angst voor represailles in de theaterwereld.
Het was natuurlijk beter geweest als het tussen partijen wel was besproken en juist al in een eerder stadium. Waarbij het raadzaam was geweest als partijen hier een open gesprek met elkaar over waren aangegaan, zodat wederzijds begrip had kunnen ontstaan voor wat er is gebeurd. Dit is niet gebeurd en uiteindelijk is dit voor beide partijen een vervelende situatie. Maar dit maakt de verzending van de email aan AVROTROS onder de hiervoor genoemde omstandigheden nog niet onrechtmatig jegens [eiseres] . Ook vordering III wordt daarom afgewezen.
[gedaagde 2] in privé gedagvaard
4.24.
[gedaagden] heeft terecht aangevoerd dat [eiseres] geen reden had om [gedaagde 2] ook in privé te dagvaarden. De uitingen van [gedaagde 2] in de email zijn gedaan in het kader van de bedrijfsvoering van [gedaagde 1] . [gedaagde 1] heeft voor ontvangst van de conceptdagvaarding de advocaat van [eiseres] laten weten dat [gedaagde 1] niet het verweer zou voeren dat de vermeende onrechtmatige gedragingen niet aan de rechtspersoon van [gedaagde 1] zouden kunnen worden toegerekend. Er was voor [eiseres] dan ook geen reden om [gedaagde 2] privé te dagvaarden. Dat [eiseres] [gedaagde 2] wel in privé heeft gedagvaard maakte de zaak voor hem meer belastend. Tegen deze achtergrond is de vordering van [gedaagden] om [eiseres] te veroordelen in de advocaatkosten van [gedaagde 2] ter hoogte van € 750,00 dan ook gerechtvaardigd, mede gelet op het relatief lage bedrag hiervan.
Proceskosten
4.25.
[eiseres] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagden] worden begroot op:
- griffierecht
714,00
- salaris advocaat
1.857,00
(tarief gemiddeld ter hoogte van € 1.107,00 + € 750,00 advocaatkosten [gedaagde 2] )
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.749,00
4.26.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van € 2.749,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.H. van Voorst Vader, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. E.H. van Kolfschooten, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 mei 2025. [1]

Voetnoten

1.type: EvK