ECLI:NL:RBAMS:2025:4270

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 april 2025
Publicatiedatum
23 juni 2025
Zaaknummer
10973514 \ CV EXPL 24-2407
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ambtshalve toetsing van een annuleringsbeding in consumentenrecht bij een koopovereenkomst van een auto

In deze zaak heeft DTMobility Cars B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die niet is verschenen. De vordering betreft een schadevergoeding naar aanleiding van een niet nagekomen koopovereenkomst voor een Audi A3, waarbij de gedaagde in gebreke is gebleven met de betaling. DTMobility Cars vordert primair een bedrag van € 24.978,- en subsidiair een annuleringsvergoeding van € 21.388,34, gebaseerd op een annuleringsbeding in de algemene voorwaarden. De kantonrechter heeft ambtshalve de informatieplichten van DTMobility Cars onderzocht, aangezien de overeenkomst met een consument is gesloten. De rechter constateert dat DTMobility Cars niet voldoende heeft aangetoond dat aan deze informatieplichten is voldaan, maar gaat er vanuit dat de essentiële informatie in de koopovereenkomst is opgenomen.

De kantonrechter heeft ook het annuleringsbeding getoetst aan de richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Het beding legt de consument een gefixeerde schadevergoeding op bij annulering, wat vermoedelijk oneerlijk is. De rechter merkt op dat DTMobility Cars niet heeft onderbouwd dat de schadevergoeding van 15% van de koopprijs een redelijke vergoeding is voor de geleden schade. De kantonrechter is voornemens het beding te vernietigen, omdat het het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen aanzienlijk verstoort ten nadele van de consument. DTMobility Cars krijgt de gelegenheid om zich over dit voornemen uit te laten voordat de beslissing wordt genomen.

De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij DTMobility Cars op 22 mei 2025 om 10.00 uur een akte moet indienen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10973514 \ CV EXPL 24-2407
Vonnis van 24 april 2025
in de zaak van
DTMOBILITY CARS B.V.,
gevestigd te Oisterwijk,
eisende partij,
hierna te noemen: DTMobility Cars,
gemachtigde: mr. J.P.A. Jansen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 2 februari 2024, met producties,
- het herstelexploot van 23 februari 2024,
- het tegen [gedaagde] verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
DTMobility Cars vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling van primair € 24.978,- met rente en kosten, gematigd tot € 25.000,- en subsidiair € 21.388,34 met rente en kosten, één en ander met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2.
DTMobility Cars stelt dat partijen op 12 juni 2023 een koopovereenkomst hebben gesloten met betrekking tot een auto, een Audi A3, voor een koopprijs van € 134.950,00. [gedaagde] wenste nog enkele aanpassingen aan de auto te laten verrichten, waarvoor DTMobility Cars heeft gezorgd. Hiervoor is een factuur verstuurd van € 7.638,97. Het totaalbedrag bedraagt daarmee € 142.588,97. Ondanks meerdere betalingstoezeggingen, heeft [gedaagde] niet betaald. [gedaagde] is daarom tekort geschoten in de nakoming van haar verplichting de auto af te nemen overeenkomstig de koopovereenkomst. Hierdoor heeft DTMobility Cars schade geleden. Primair vordert DTMobility Cars schadevergoeding op grond van artikel 6:277 van het Burgerlijk Wetboek (BW), die zich in dit geval laat begroten op € 24.978,97 bestaande € 17.340,00 winstderving en € 7.638,97 in verband met de aangebrachte aanpassingen aan de auto. Voor zover de primaire vordering niet slaagt, vordert DTMobility Cars subsidiair de overeengekomen annuleringsvergoeding van 15% van de koopprijs op grond van het annuleringsbeding in de algemene voorwaarden, die in dit geval neerkomt op € 21.388,34, aldus – steeds – DTMobility Cars.
2.3.
De koopovereenkomst die aan de vordering ten grondslag is gelegd is gesloten met een consument. De kantonrechter moet daarom ambtshalve onderzoeken of DTMobility Cars haar informatieplichten heeft nageleefd. Ook moet de overeenkomst worden getoetst aan de Richtlijn 93/13 EG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn).
Informatieplichten
2.4.
Ondanks dat DTMobility Cars in de dagvaarding niet gemotiveerd heeft gesteld dat aan de informatieplichten is voldaan, wat zij in het vervolg wel zal moeten doen, kan uit de stellingen worden afgeleid dat de koopovereenkomst is gesloten in de verkoopruimte van DTMobility Cars, zodat de informatieplichten van artikel 6:230l BW van toepassing zijn. Nu alle essentiële informatie als bedoeld in dat artikel in de schriftelijke koopovereenkomst is opgenomen, gaat de kantonrechter ervanuit dat DTMobility Cars aan haar informatieplichten heeft voldaan.
Toetsing van bedingen
2.5.
De kantonrechter constateert dat DTMobility Cars [gedaagde] in gebreke heeft gesteld bij (ongedateerde) brief overgelegd als productie 11. Vervolgens heeft DTMobility Cars [gedaagde] laten weten dat zij de koopovereenkomst als geannuleerd beschouwt bij (ongedateerde) brief overgelegd als productie 12. In laatstgenoemde brief staat dat DTMobility Cars op grond van artikel 8 lid 3 van de algemene voorwaarden de overeengekomen annuleringsvergoeding van 15% van de koopprijs vordert, zijnde een bedrag van € 21.388,35. Verder staat in deze brief dat DTMobility Cars volledigheidshalve tot ontbinding van de koopovereenkomst overgaat en zij [gedaagde] aansprakelijk houdt voor de schade die zij dientengevolge lijdt.
2.6.
Eerst bij dagvaarding vordert DTMobility Cars een hogere schadevergoeding van [gedaagde] . Deze schadevergoeding overstijgt de annuleringsvergoeding. [gedaagde] is niet aangeschreven voor deze hogere schadevergoeding, terwijl DTMobility Cars aan [gedaagde] liet weten dat zij aanspraak zou maken op de overeengekomen annuleringsvergoeding. Nu DTMobility Cars in de brief overgelegd als productie 12 enkel aanspraak heeft gemaakt op de overeengekomen annuleringsvergoeding, treedt deze in de plaats van schadevergoeding op grond van de wet (zie ook artikel 6:92 lid 2 BW). Daarom wordt de primaire vordering afgewezen.
2.7.
Ten overvloede merkt de kantonrechter op dat ook als de primaire vordering niet om deze reden zou zijn afgewezen, deze niet voor toewijzing in aanmerking zou komen, omdat DTMobility Cars een beroep zou kunnen doen (en zich subsidiair ook beroept) op een bedongen gefixeerde schadevergoeding, terwijl dat beding als oneerlijk is aan te merken, zoals hierna zal worden toegelicht. Onder die omstandigheid kan DTMobility Cars, gelet op het Dexia-arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 27 januari 2021 (ECLI:EU:C:2021:68), geen aanspraak meer maken op schadevergoeding op grond van de wet.
2.8.
De subsidiaire vordering is gebaseerd op een annuleringsbeding in de algemene voorwaarden (artikel 8 lid 3), dat luidt:
“De consument moet alle schade vanwege het annuleren vergoeden. Deze schade is vastgesteld op 15% van de totale koopprijs van de auto, onderdeel of accessoire, tenzij partijen bij het sluiten van de overeenkomst iets anders hebben afgesproken.”
2.9.
De kantonrechter moet dat beding ambtshalve toetsen op oneerlijkheid in de zin van de richtlijn. Als het beding oneerlijk is, moet de kantonrechter het ambtshalve vernietigen.
2.10.
Bij de beoordeling van het oneerlijke karakter van een beding gaat het erom of dat beding, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort (artikel 3 lid 1 van de richtlijn). Hierbij moeten alle omstandigheden rond de sluiting van de overeenkomst worden meegewogen en alle andere bedingen van de overeenkomst, rekening houdend met de aard van de goederen of diensten waarop de overeenkomst betrekking heeft, in aanmerking worden genomen. Daarbij moet worden uitgegaan van de datum waarop de overeenkomst is gesloten.
2.11.
Vooropgesteld wordt dat het annuleringsbeding een beding is dat voorkomt op zowel de ‘grijze lijst’ met bedingen die worden vermoed onredelijk bezwarend te zijn (artikel 6:237 onder i BW), als op de ‘blauwe lijst’ met bedingen die in de richtlijn als voorbeeld zijn genoemd die als oneerlijk kunnen worden aangemerkt. Het annuleringsbeding legt de consument een gefixeerde schadevergoeding op, wanneer hij de overeengekomen verbintenis(sen) niet nakomt.
2.12.
Het annuleringsbeding wordt dus vermoed oneerlijk te zijn, maar hoeft dat niet te zijn als voldoende gemotiveerd is gesteld dat het in alle gevallen een redelijke vergoeding vormt voor de schade die DTMobility Cars lijdt bij annuleringen.
2.13.
Vooropgesteld wordt dat over het beding niet afzonderlijk is onderhandeld. Hoewel aangenomen wordt dat DTMobility Cars bij een annulering van een aankoop financieel nadeel kan ondervinden, betekent dat niet dat het een gegeven is dat zij te allen tijde schade lijdt bij een annulering en zo ja, dat die schade is te begroten op 15% van de aankoopprijs. Het had op de weg van DTMobility Cars gelegen om gemotiveerd te stellen dat de bedongen annuleringsvergoeding niet alleen in het specifieke geval, maar ook in algemene zin een redelijke vergoeding is voor geleden verlies of gederfde winst. DTMobility Cars heeft hierover echter niets gesteld of onderbouwd. Zij gaat in de dagvaarding enkel in op de lagere verkoopprijs van deze auto, maar zij stelt niets concreets over de schade die zij lijdt bij annuleringen.
2.14.
Van belang is verder dat de bedongen vergoeding zeer hoog is in verhouding tot de aankoopsom. Bovendien is het mogelijk dat DTMobility Cars in bepaalde situaties in het geheel geen schade lijdt, bijvoorbeeld als een koper na het ondertekenen van de koopovereenkomst zich een dag later bedenkt. In dat geval is de gefixeerde schadevergoeding onevenredig hoog. Tot slot berekent DTMobility Cars schadevergoeding over de aankoopsom inclusief btw, terwijl moet worden aangenomen dat haar contractbelang exclusief btw is (ECLI:EU:C:2007:440). Het berekenen van schadevergoeding over de aankoopsom inclusief btw leidt daarom al snel tot de slotsom dat de gefixeerde schadevergoeding onevenredig hoog is.
2.15.
Nu niet kan worden vastgesteld dat de bedongen annuleringsvergoeding in alle gevallen een redelijke vergoeding vormt voor de door DTMobility Cars geleden schade bij annuleringen, wordt mede gelet op het voorgaande geoordeeld dat het annuleringsbeding oneerlijk is, omdat het beding het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voorvloeiende rechten en verplichtingen van partijen aanzienlijk verstoort ten nadele van de consument.
2.16.
De kantonrechter is daarom voornemens het beding ambtshalve te vernietigen. Voordat tot vernietiging wordt overgegaan, mag DTMobility Cars zich over dit voornemen uitlaten.
2.17.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
verwijst de zaak naar de rol van
donderdag 22 mei 2025 om 10.00 uurvoor akte uitlating door DTMobility Cars,
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. van Berkum en in het openbaar uitgesproken op 24 april 2025.
991