5.1.beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
In deze zaak staat het handelen van het WHC ter discussie. Uw onderzoek(srapport) heeft als doel om partijen (en zo nodig de rechter) te informeren over het handelen van het WHC. Het handelen van de betrokken artsen moet juridisch getoetst worden aan een norm die geduid wordt als de norm van het goed hulpverlenerschap. Die norm vereist kennis van de medisch professionele standaard en de manier waarop de betrokken artsen de geneeskundige behandeling heeft/ hebben verricht. Om die toets te kunnen doen, is het noodzakelijk dat de partijen door u als medische deskundige wordt voorgelicht, om zo te worden voorzien van feitelijke informatie over de medische praktijk en het handelen van de betrokken artsen.
U wordt als medisch deskundige niet gevraagd om te oordelen over de aansprakelijkheid. Bij uw beoordeling moet u dan ook uitgaan van objectieve maatstaven. Leeftijd, rang en ervaring van de arts zijn voor de toets niet van belang.
In dit kader worden u onderstaande vragen gesteld. Het zal niet mogelijk zijn om alle vragen met zekerheid te beantwoorden. Van u wordt ook niet gevraagd zekerheid te geven. Wel wordt gevraagd of u, vanuit uw kennis en ervaring op uw vakgebied, de geformuleerde vragen wilt beantwoorden, naar de stand van de wetenschap op het moment waarop de geneeskundige behandeling plaats had, uw antwoorden te motiveren en zo mogelijk te verwijzen naar relevante literatuur.
Het begrip ‘medisch professionele standaard’ moet u steeds opvatten als het geheel van regels en normen waaraan de hulpverlener is gehouden, die blijken uit de opleiding(seisen) voor medici, inzichten en ervaring uit de geneeskundige praktijk, wetenschappelijke literatuur, protocollen en gedragsregels.
1. Beschikt u over voldoende informatie om de casus te beoordelen? Zo nee, wilt u dan
aan partijen laten weten welke informatie u nog wilt ontvangen dan wel deze informatie rechtstreeks opvragen?
2. Wilt u op basis van het dossier een beschrijving geven van de voorgeschiedenis op uw vakgebied bij [verzoekster] ?
3. Kunt u het verloop van de behandeling bij het WHC gedurende de periode van 27 maart 2018 tot en met 16 februari 2021 zo uitvoerig mogelijk beschrijven?
4. Hoe hoort het in het algemeen te gaan?
a. Kunt u de voor de verschillende stadia van de geneeskundige behandeling waar het hier over gaat, aangeven waaruit deze moet bestaan volgens de binnen de beroepsgroep bestaande professionele standaard?
b. Wilt u daarbij zoveel mogelijk verwijzen naar richtlijnen, protocollen en literatuur, en de (digitale) vindplaats daarvan vermelden?
c. Kunt u bij de verschillende stadia van de geneeskundige behandeling aangeven of met de bepaalde handelwijze beoogd wordt een specifiek omschreven medisch doel te bereiken?
d. Zo ja, welk doel?
e. Zijn er meerdere mogelijkheden van behandeling?
f. Zo ja, voor welke mogelijke behandeling is in dit geval gekozen?
g. Kunt u aangeven of er binnen de beroepsgroep bestaande medisch professionele standaard iets bekend is over het verschil in resultaat van de behandelingen?
5. Hoe is het in dit geval gegaan?
a. Kunt u op basis van het medisch dossier een beschrijving geven van de verschillende stadia van de geneeskundige behandeling zoals verricht bij betrokkene in de periode van 27 maart 2018 tot en met 16 februari 2021?
Zijn er diagnoses gesteld bij [verzoekster] en behandelplannen voorgesteld aan haar door het WHC in de periode maart 2018? Zo ja, wat waren die diagnose en behandelplannen en is daaraan bij de vervolgconsulten na 27 maart 2018 bij het WHC aandacht besteed?
6. Toets aan de professionele standaard. U moet deze vraag zo feitelijk mogelijk beantwoorden. U hoeft niet aan te geven in hoeverre een eventuele afwijking
aanvaardbaar, redelijk of verwijtbaar is.
a. Kunt u aangeven of naar uw oordeel de behandelend gynaecoloog heeft gehandeld volgens de op dat moment voor hem/haar geldende professionele standaard?
b. Als er niet volgens de professionele standaard is gehandeld, kunt u dan aangeven
in hoeverre dat niet is gebeurd en hoe er anders had moeten en kunnen worden
gehandeld?
7. Zijn er richtlijnen of protocollen die bepalen of de gynaecoloog gehouden is de
huisarts te informeren, en zo ja binnen welke termijn?
8. Heeft u nog opmerkingen die van belang zouden kunnen zijn voor de beoordeling van
deze zaak door de betrokken partijen?
10. Indien er volgens u sprake is van een delay in treatment, kunt u de gevolgen daarvan
beschrijven?