Op 4 juni 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de District Court in Wroclaw, Polen. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Polen, die gedetineerd was in Nederland. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 21 mei 2025 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. M. al Mansouri, aanwezig was. De opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.M. Hof, en een tolk in de Poolse taal. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn die de overlevering in de weg staan. De opgeëiste persoon had eerder een adres opgegeven aan de Poolse autoriteiten, maar had dit niet bijgewerkt na zijn verhuizing naar Noorwegen en later Nederland. De rechtbank concludeert dat de opgeëiste persoon op de hoogte was van de procedure in Polen en dat het toestaan van de overlevering geen schending van zijn verdedigingsrechten oplevert. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, omdat het feit waarvoor de opgeëiste persoon is veroordeeld, ook naar Nederlands recht strafbaar is.
De rechtbank heeft in haar beslissing verwezen naar de relevante wetsbepalingen, waaronder artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 2, 5 en 7 van de OLW. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.