Uitspraak
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
1.STRIE B.V.,
2.
GIJSBRECHT B.V.,
1.De procedure
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring met producties, van 8 oktober 2024
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vorderen huurders, [eiser 1] en [eiser 2], een verlaging van de huurprijs van hun gehuurde woonruimte aan de [adres] tot 30% van de oorspronkelijke huur van € 1668,- per maand, vanwege aanhoudende gebreken rond lekkages. De verhuurder, Strie B.V. en Gijsbrecht B.V., erkent de problemen maar betwist de omvang van de gebreken en stelt dat zij adequaat hebben gereageerd op de meldingen van de huurders. De kantonrechter oordeelt dat de gebreken, die vanaf de aanvang van de huur aanwezig zijn, niet zijn verholpen, ondanks de inspanningen van de verhuurder. De rechter besluit dat de huurprijs met ingang van 1 november 2023 verlaagd wordt tot 30% van de geldende huurprijs, en dat de verhuurder het teveel betaalde bedrag aan huurders moet terugbetalen binnen 14 dagen. Tevens worden de proceskosten aan de huurders vergoed, omdat de verhuurder grotendeels in het ongelijk is gesteld. De rechter wijst de overige vorderingen van de huurders af, omdat de gemeente al een last onder dwangsom heeft opgelegd aan de verhuurder voor het verhelpen van de gebreken.