Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Beoordeling
2.Beslissing
[overgeleverde persoon]voor de feiten zoals vermeld in het verzoek.
Rechtbank Amsterdam
Op 13 mei 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam, Internationale Rechtsulpkamer, een beschikking gegeven op een verzoek om aanvullende toestemming voor de tenuitvoerlegging van een straf. Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie op 15 april 2025 en betreft een persoon die eerder is overgeleverd aan Duitsland. De overlevering vond plaats voor feiten die vóór het tijdstip van de overlevering zijn begaan, maar waarvoor de betrokkene niet is overgeleverd. Het verzoek is ingediend door de Arrondissementsrechtbank Aken op 6 februari 2025. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek voldoet aan de eisen van artikel 8, eerste lid, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ en dat de voorhanden zijnde stukken toereikend zijn om een beslissing te nemen, met volledige eerbiediging van de rechten van de verdediging van de overgeleverde persoon. De rechtbank heeft daarom besloten het verzoek toe te wijzen en verleent toestemming voor de tenuitvoerlegging van de straf voor de feiten zoals vermeld in het verzoek. Deze beslissing is genomen door de voorzitter en twee andere rechters, in tegenwoordigheid van griffiers.