Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
stillszitten van camerabeelden van 28 december 2024 van de videodeurbel van [benadeelde partij 1] . Verdachte is op deze
stillsdoor een verbalisant herkend. De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat verdachte op 28 december 2024 bij de woning van [benadeelde partij 1] is geweest. Het dossier biedt echter onvoldoende aanknopingspunten dat verdachte ook op 27 november 2024 bij de woning van [benadeelde partij 1] is geweest of op een andere manier samen met anderen de oplichting van [benadeelde partij 1] heeft gepleegd. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde medeplegen van oplichting van [benadeelde partij 1] .
4.Bewezenverklaring
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed het ter beschikking stellen van gegevens, te weten
- telefonisch contact op te nemen met die [benadeelde partij] en zich voor te doen als een medewerker van de ING en
- die [benadeelde partij] te vertellen dat hij zijn bankpas en tablet veilig moet stellen en
/ofbij die [benadeelde partij] aan te bellen en
bijlage IIbij dit vonnis. Omdat verdachte de feiten 2 en 4 heeft bekend, wordt op grond van het bepaalde in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met een opsomming van de gebruikte bewijsmiddelen ten aanzien van dit feit.
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
first offendergaan deze uit van een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden en in geval van recidive van een gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden. Als strafverzwarende factoren houdt de rechtbank daarbij rekening met de wijze van uitvoering van de diefstallen waarbij verdachte het vertrouwen van kwetsbare personen heeft geschaad en de emotionele waarde van de weggenomen sieraden van [benadeelde partij] . De LOVS kennen ook geen uitgangspunt voor oplichting. De rechtbank zoekt daarom aansluiting bij het uitgangspunt voor fraude tot een bedrag van € 10.000,-. Voor een
first offendergaat deze uit van een gevangenisstraf van één week tot twee maanden of een onvoorwaardelijke taakstraf. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met de samenloop van de feiten 3 en 4. Op basis van de LOVS zou de rechtbank uitkomen op een gevangenisstraf van acht maanden. Gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte en om herhaling te voorkomen vindt de rechtbank echter een combinatie van een onvoorwaardelijke taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden.
8.Beslag
9.De vordering van de benadeelde partijen
10.De toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
taakstrafvan
240 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 4 (vier) maanden, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 (twee) uren per dag.
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast.
Meldplicht bij reclassering
Gedragsinterventie cognitieve vaardigheden
Dagbesteding
Meewerken aan schuldhulpverlening
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
- 7 STK Verdovende Middelen (omschrijving: G6603932, Xtc);
- 1 STK Verdovende Middelen (omschrijving: G6603938, Xtc).
€ 700,- (zevenhonderd euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade 4 december 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening.
[---]
[---]
[---]
[---]
[---]
[---]
[---]