Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de conclusie van repliek, tevens houdende akte eisvermindering, met producties;
- de conclusie van dupliek, met producties;
Rechtbank Amsterdam
In deze civiele zaak heeft ENGIE Nederland Retail B.V. (hierna: ENGIE) een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor openstaande facturen inzake energielevering. De procedure begon met een dagvaarding op 21 november 2024, waarin ENGIE een bedrag van € 2.013,76 vorderde, na eisvermindering, als gevolg van een beëindigde leveringsovereenkomst. De gedaagde, die een restaurant exploiteert, betwistte de vordering en stelde dat hij alle betalingen had verricht. Hij voerde aan dat hij geen inzicht in het verbruik had gekregen van ENGIE, wat door ENGIE werd betwist. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde een betaling van € 2.446,09 had gedaan, maar dat een tweede betaling van € 1.809,53 niet aan ENGIE was voldaan, omdat dit bedrag betrekking had op een andere overeenkomst met Engie Nederland N.V. De kantonrechter heeft de vordering van ENGIE toegewezen, inclusief buitengerechtelijke kosten en wettelijke handelsrente, en de gedaagde in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitgesproken op 20 mei 2025.