ECLI:NL:RBAMS:2025:3261

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 april 2025
Publicatiedatum
20 mei 2025
Zaaknummer
C/13/762169 / HA ZA 25-27
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
  • R.C.J. Hamming
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in bevoegdheidsincident tussen Keyser & Mackay en Maral Coatings met betrekking tot forumkeuze

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is aangespannen, betreft het een bevoegdheidsincident tussen Keyser & Mackay C.V. en Maral Coatings B.V. Beide partijen hebben een lange zakelijke relatie van bijna 20 jaar, waarbij Maral Coatings verf produceert en Keyser & Mackay een bindmiddel genaamd 'Ecronova' levert. Keyser & Mackay heeft in de hoofdzaak betaling gevorderd van facturen voor de geleverde Ecronova. Maral Coatings betwist echter de bevoegdheid van de rechtbank Amsterdam en stelt dat de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, bevoegd is. Maral Coatings heeft in haar algemene voorwaarden een forumkeuze opgenomen die de rechtbank Rotterdam als bevoegde instantie aanwijst, terwijl Keyser & Mackay zich beroept op haar eigen algemene voorwaarden die de rechtbank Amsterdam als bevoegde instantie aanwijzen. De rechter heeft beide partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over deze tegenstrijdige forumkeuzes. De rechtbank heeft vastgesteld dat de inkooporder van Maral Coatings haar algemene voorwaarden exclusief van toepassing verklaart, en dat de verwijzing naar de algemene voorwaarden van Keyser & Mackay niet rechtsgeldig is. De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor verdere beslissingen en heeft beide partijen aangespoord om gezamenlijk tot een forumkeuze te komen.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/762169 / HA ZA 25-27
Vonnis in incident van 30 april 2025
in de zaak van
KEYSER & MACKAY C.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres in de hoofdzaak, verweerster in incident,
advocaat: mr. E.C. Douma,
tegen
MARAL COATINGS B.V.,
gevestigd te Hoogeveen,
gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in incident,
advocaat: mr. H. Scheper.
Partijen worden hierna Keyser & Mackay en Maral Coatings genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 30 december 2024 met producties,
- de conclusie van antwoord en exceptie van onbevoegdheid met producties,
- de conclusie van antwoord in incident met producties.
1.2.
Vervolgens wijst de rechter vandaag vonnis in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
Maral Coatings produceert en verhandelt verf. Voor de productie van deze verf koopt Maral Coatings een bindmiddel met de naam ‘Ecronova’ van Keyser & Mackay. Maral Coatings en Keyser & Mackay doen al bijna 20 jaar zaken met elkaar. In de hoofdzaak vordert Keyser & Mackay betaling van een aantal facturen voor Ecronova die zij aan Maral Coatings zou hebben geleverd.
2.2.
Maral Coatings stelt in dit incident dat de rechtbank Amsterdam niet bevoegd is om van dit geschil kennis te nemen. Zij stel dat de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, de bevoegde instantie is. Maral Coatings verzoekt in het petitum om de hoofdzaak naar ‘de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen’ te verwijzen. Keyser & Mackay gaat uit van de bevoegdheid van rechtbank Amsterdam. Beide partijen onderbouwen hun stellingen met een beroep op hun eigen algemene voorwaarden.
2.3
Maral heeft onweersproken aangevoerd dat voor de aankoop van Ecronova door haar telkens een inkooporder aan Keyser & Mackay gestuurd wordt.
Onder aan de inkooporder staat: ‘
The general purchase conditions of Maral Coatings B.V. and its affiliated companies govern all our purchases of goods and services. (…)
These general conditions are (…) available on our website maralcoatings.com.
These purchase conditions contain (…) a choice for Dutch Law, exclusive jurisdiction of the Court of Rotterdam, the Netherlands (…).
Any general terms and conditions of our supplier are rejected.
2.4
Maral heeft ter onderbouwing van haar incidentele vordering verwezen naar een set algemene voorwaarden zoals door haar in november 2023 zou zijn gedeponeerd. Dit betreft volgens Maral de algemene voorwaarden die zij als productie 2 heeft ingebracht.
In artikel 15 van deze algemene voorwaarden staat: ‘
geschillen welke tussen partijen mochten ontstaat naar aanleiding van de algemene voorwaarden, zullen bij uitsluiting berecht worden door de rechtbank Gelderland’.
2.5
Keyser & Mackay verwijst voor de toepasselijkheid van haar algemene voorwaarden naar haar facturen waarop staat: ‘
Op all onze leveringen en dienstverlening zijn exclusief van toepassing de algemene verkoopvoorwaarden van Keyser & Mackay (…)’.
2.6
Hoewel de discussie in de processtukken vooral gaat over de conflicterende algemene voorwaarden is in deze zaak van belang dat juist het aanbod, de inkooporder en de orderbevestiging die partijen uitwisselden bepalend zijn voor de inhoud van de overeenkomst waar de hoofdzaak op ziet. De door Maral Coatings overgelegde inkooporders kennen exclusieve bevoegdheid toe aan de rechtbank Rotterdam. Een forumkeuze in de overeenkomst zelf gaat in beginsel voor een eventuele forumkeuze in de algemene voorwaarden. Aangezien partijen niet uit lijken te gaan van een verwijzing naar de rechtbank Rotterdam zal de rechter partijen de gelegenheid geven zich hier over uit te laten.
2.7
De rechtbank gaat er ten aanzien van de conflicterende algemene voorwaarden van uit dat met de inkooporder van Maral Coatings haar algemene voorwaarden (exclusief) van toepassing zijn verklaard. Niet is gesteld of gebleken dat Keyser & Mackay in haar aanbod van Ecronova naar algemene voorwaarden verwijst. De latere verwijzing op de facturen van Keyser & Mackay maakt, gelet op het bepaalde in artikel 6:225 lid 3 BW, niet dat aan de algemene voorwaarden van Keyser & Mackay werking toekomt.
2.8
Uit het dossier kan niet worden opgemaakt hoe de algemene voorwaarden van Maral luidden voor november 2023, terwijl de facturen waar het geschil op ziet betrekking hebben op de periode daarvoor. Dat in algemene voorwaarden een keuze zou zijn neergelegd voor de rechtbank Gelderland, terwijl in de inkooporder de rechtbank Rotterdam genoemd wordt roept vragen op, evenals het petitum waarin om verwijzing naar ‘de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen’ wordt verzocht.
2.9
Gelet op het voorgaande en rekening houdend met de omstandigheid dat Keyser & Mackay, indien de rechtbank Amsterdam niet bevoegd zou zijn, heeft aangegeven zich niet te verzetten tegen verwijzing naar de rechtbank Gelderland, geeft de rechtbank partijen in overweging om gezamenlijk tot een forumkeuze te komen ten behoeve van een eventuele verwijzing.
2.1
Iedere verdere beslissing in de hoofdzaak en in het incident wordt aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 28 mei 2025voor het nemen van een akte door beide partijen over wat is vermeld onder 2.6, 2.8 en 2.9,
in de hoofdzaak en in het incident
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.C.J. Hamming, rechter, bijgestaan door mr. Z.A. Mees, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 april 2025.