Op 16 januari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Mönchengladbach in Duitsland. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, na een behandeling van het EAB op 2 januari 2025. De officier van justitie, mr. K. van der Schaft, was aanwezig, evenals de opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw, mr. J. Verstegen. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak met 30 dagen verlengd en de gevangenhouding bevolen met schorsing tot aan de uitspraak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn. De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit en de rechtbank heeft geoordeeld dat de tenuitvoerlegging van een eventuele straf beter in Nederland kan plaatsvinden. De Duitse autoriteiten hebben een garantie gegeven dat de opgeëiste persoon zijn straf in Nederland kan ondergaan, wat door de rechtbank als voldoende werd beschouwd.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het EAB geldig is en dat er geen twijfels zijn over de geldigheid ervan, ondanks enige onduidelijkheid over een dossiernummer. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, waarbij de relevante wetsartikelen zijn toegepast. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.