Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid tevens conclusie van antwoord, met producties,
2.Feiten voor zover van belang in het incident
3.Het geschil
geenhogere waarde vertegenwoordigd dan € 25.000. In dit geval geldt het tegenovergestelde, gelet op een eerdere aansprakelijkheidstelling van [eiseres] (voor € 550.000) en de ingestelde vordering bij de Geschillencommissie (bijna € 700.0000). De kantonrechter is bij deze stand van zaken alleen bevoegd als [eiseres] afstand doet van het meerdere boven de € 25.000. Dat heeft zij niet gedaan, aldus steeds DAS.
omdatzij geen beroep heeft ingesteld tegen het bindend advies van 27 september 2024 van de Geschillencommissie.
4.De beoordeling in het incident
sub I tot en met IIIgaat het om vorderingen van onbepaalde waarde. Op grond van artikel 93 aanhef en onder b Rv worden dergelijke vorderingen alleen behandeld en beslist door de kantonrechter als er duidelijke aanwijzingen bestaan dat het gevorderde geen hogere waarde vertegenwoordigt dan € 25.000. Onder 3.1
sub IVwordt € 24.000 gevorderd. Onder 3.1
sub VIgaat het om buitengerechtelijke kosten (niet gespecificeerd).
5.De beslissing
woensdag 4 juni 2025 om 10:00 uur.