Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
1.De procedure
- de oorspronkelijke dagvaarding van de VvE van 7 mei 2024 met producties,
- het verstekvonnis van 19 juni 2024 met zaaknummer C/13/750794/HA ZA 24-536,
- de verzetdagvaarding van [eiser 1] en [eiser 2] van 11 oktober 2024 met producties,
- het tussenvonnis van 8 januari 2025 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de akte overlegging producties van VvE,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 24 april 2025 en de daarin vermelde stukken, waaronder het aanhoudingsverzoek van [eiser 1] en [eiser 2] ,
- de rolbeslissing van de rechtbank die op 29 april 2025 per e-mail aan partijen is verzonden, waarin het aanhoudingsverzoek is afgewezen en is bepaald dat vandaag vonnis wordt gewezen.
2.De beoordeling
- de betekening van het vonnis of van een ter uitvoering daarvan strekkende akte aan de veroordeelde in persoon, of
- het plegen van een daad waaruit noodzakelijk voortvloeit dat de veroordeelde bekend is met het vonnis of de aangevangen tenuitvoerlegging daarvan, of
- als de voorgaande situaties zich niet voordoen, de dag waarop het vonnis ten uitvoer is gelegd.
- een op 9 juli 2024 in persoon aan [eiser 2] betekend proces-verbaal van executoriaal derdenbeslag,
- een brief van de bank van [eiser 1] en [eiser 2] waaruit blijkt dat het beslag doel heeft getroffen,
- een verklaring van de deurwaarder dat hij [eiser 1] en [eiser 2] op 5 juli 2024 uitgebreid telefonisch heeft gesproken over het verstekvonnis en de gevolgen daarvan, en hen op verzoek van [eiser 1] en [eiser 2] dit verstekvonnis die dag per e-mail heeft gestuurd,
- een e-mail van 6 augustus 2024 van [naam] van Nova Legal B.V., toen de gemachtigde van [eiser 1] en [eiser 2] , aan de deurwaarder.