ECLI:NL:RBAMS:2025:290

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 januari 2025
Publicatiedatum
16 januari 2025
Zaaknummer
C/13/759812 / KG ZA 24-945
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijdering van YouTube-accounts van een professionele content creator door Google

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 10 januari 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een professionele YouTuber, aangeduid als [eiser], en Google Ireland Limited. De eiser vorderde dat Google zijn YouTube-accounts zou herstellen, nadat deze op 20 juni 2024 waren beëindigd. De beëindiging volgde op een reeks waarschuwingen en strikes die de eiser had ontvangen voor het plaatsen van content die in strijd was met de Communityrichtlijnen van YouTube. De eiser had in totaal drie strikes ontvangen, wat leidde tot een uploadverbod. Ondanks dit verbod heeft hij in de periode van 27 mei tot 10 juni 2024 toch content geüpload, wat door Google werd gezien als een schending van de gebruikersovereenkomst.

De rechtbank oordeelde dat de verwijdering van de accounts terecht was, omdat de eiser op de hoogte was van de regels en het uploadverbod opzettelijk had omzeild. De rechter benadrukte dat de content waarvoor de eiser eerder waarschuwingen had ontvangen, evident racistische connotaties had en dat de verantwoordelijkheid voor het plaatsen van dergelijke content bij de eiser lag. De vorderingen van de eiser werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van Google, die op € 4.174,00 werden begroot. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor content creators om zich aan de richtlijnen van platforms te houden en de gevolgen van het niet naleven daarvan.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/759812 / KG ZA 24-945 MdV/BB
Vonnis in kort geding van 10 januari 2025
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser bij dagvaarding van 27 november 2024,
advocaat mr. S.A.E. Petit te Amsterdam,
tegen
de rechtspersoon naar Iers recht
GOOGLE IRELAND LIMITED,
gevestigd te Dublin (Ierland),
gedaagde,
advocaten mr. D. Verhulst en mr. A.J. Tromp te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en Google worden genoemd.

1.De procedure

Op de mondelinge behandeling van 18 december 2024 heeft [eiser] de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. De (geld)vorderingen onder V (terugbetaling afschrijvingen voor zijn YouTube Premium-abonnement) en VI (betaling van vergoedingen voor het gebruik van de muziek en video’s van [eiser] aan [eiser] dan wel DistroKid) van het petitum van de dagvaarding heeft [eiser] ter zitting ingetrokken. Google heeft mede aan een voorafgaand aan de zitting ingediende conclusie van antwoord verweer gevoerd.
Beide partijen hebben producties en een pleitnota ingediend.
Ter zitting waren aanwezig:
aan de kant van [eiser] : [eiser] met mr. Petit;
aan de kant van Google: [naam 1] (hoofd juridische zaken Google Nederland) met mr. Verhulst en mr. Tromp.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is een zogenoemde content creator die onder andere onder de naam [naam 2] (of [naam 2] ) actief is/was op sociale media, waaronder YouTube (een videoplatformdienst van Google). [eiser] had ongeveer 10 accounts op YouTube. Hij heeft de afgelopen jaren via die accounts vele video’s, memes en andere korte, gefragmenteerde content op YouTube geplaatst. In zijn video’s verwerkte hij ook regelmatig door hemzelf geproduceerde muziek.
2.2.
[eiser] heeft voor het gebruik van YouTube een gebruikersovereenkomst gesloten met Google. Op die gebruikersovereenkomst zijn onder andere de Servicevoorwaarden en de Communityrichtlijnen van YouTube van toepassing.
2.3.
[eiser] heeft zich daarnaast als content creator aangesloten bij het YouTube-partnerprogramma (YPP), waarmee hij de mogelijkheid kreeg om inkomsten te genereren, bijvoorbeeld door het plaatsen van advertenties bij zijn content of door mee te delen in abonnementsgelden van betalende YouTube-gebruikers. [eiser] heeft de distributie van zijn muziek op YouTube uitbesteed aan het Amerikaanse bedrijf DistroKid.
2.4.
In de Communityrichtlijnen van YouTube is een waarschuwingssysteem opgenomen voor op YouTube geplaatste onrechtmatige of illegale content of andere content die volgens Google niet op YouTube thuishoort. Kort gezegd komt dat systeem op het volgende neer:
  • Bij een eerste schending krijgt de creator een melding, die 90 dagen nadat de creator een korte online beleidstraining heeft gevolgd, vervalt;
  • Bij een tweede schending binnen 90 dagen na de melding volgt een eerste waarschuwing (strike), met een zogenoemde ‘upload ban’ van een week. In die week is het ook niet toegestaan om gebruik te maken van (een van) de andere kanalen van de creator (omzeilverbod);
  • wanneer het kanaal binnen 90 dagen na de eerste waarschuwing een tweede waarschuwing (strike) krijgt volgt een ‘upload ban’ van twee weken met een omzeilverbod voor die weken;
  • bij een derde waarschuwing (strike) binnen 90 dagen na de tweede waarschuwing beëindigt Google het kanaal/de kanalen in beginsel permanent.
2.5.
Op 6 maart 2024 heeft [eiser] van Google een melding gekregen voor een door hem op zijn kanaal [video] geplaatste video met de titel “ [titel 1] ”. In de video is een dansende zwarte man te zien die [eiser] nadoet, met de vermelding “ [naam 3] ”. De video is door Google van YouTube verwijderd.
2.6.
Op 20 mei 2024 heeft [eiser] van Google een eerste waarschuwing (strike) gekregen voor een door hem op zijn kanaal [video] geplaatste video met de titel “ [titel 2] ”. In deze video is de afbeelding van een jonge zwarte vrouw te zien met achter haar een schaduw op de muur in de vorm van een aap. Ook deze video is door Google van YouTube verwijderd. Het bezwaar van [eiser] tegen deze waarschuwing en verwijdering is door Google afgewezen.
2.7.
Op 27 mei 2024 heeft [eiser] van Google een tweede waarschuwing (strike) gekregen voor een door hem op zijn kanaal [video] geplaatste video met de titel “ [titel 3] ”. In deze video is een animatie van een dansende Winnie the Pooh te zien met in beeld de tekst “I’m back!!!” en “I will explain soon why I haven’t posted for 7 days”. De begeleidende door [eiser] geproduceerde muziek heeft als titel “ [titel 5] ” en deze tekst is ook hoorbaar in de video. Ook deze video is door Google van YouTube verwijderd. Per vergissing is de video van 29 tot 31 mei 2024 nog op YouTube te zien geweest. Het bezwaar van [eiser] tegen deze waarschuwing is door Google afgewezen.
2.8.
Op 4 juni 2024 heeft Google een door [eiser] op zijn kanaal [video] geplaatste video met de titel “ [titel 4] ” verwijderd. In de video is eerst [eiser] zelf en vervolgens de panda uit Kung Fu Panda te zien, dansend op hetzelfde nummer “ [titel 5] ” uit de onder 2.7 vermelde video.
In de berichtgeving aan [eiser] van deze beslissing staat onder meer het volgende vermeld:
‘You recently received a strike for content on your channel, and can’t currently do things like upload, post, or live stream. Since you’re already in a penalty period, we’re not giving you another strike, but we’ve removed the content from YouTube.’
2.9.
Op 20 juni 2024 heeft Google alle kanalen van [eiser] op YouTube beëindigd. In de berichtgeving van deze beslissing staat onder meer het volgende vermeld:
What our policy says
Channels that violate our Community Guidelines or Terms of Service may
receive a strike or be terminated. Your existing YouTube channels, new
channels you create or acquire, and channels in which you repeatedly or
prominently feature will be terminated if you circumvent a strike restriction
or previous termination.
(…)
How this affects your channel
We have permanently removed your channel from YouTube. Going forward,
you won't be able to access, possess, or create any other YouTube channels.’
2.10.
[eiser] heeft tegen de beslissing van Google tot beëindiging van zijn kanalen op YouTube op 16 juli 2024 bezwaar gemaakt. Dit bezwaar is door Google afgewezen.
2.11.
Op 13 augustus 2024 heeft [eiser] Google gesommeerd, kort gezegd, om (zijn toegang tot) al zijn YouTube-kanalen te herstellen, een (meer) gedetailleerde toelichting te geven bij de beslissing tot kanaalbeëindiging en om een redelijke mogelijkheid tot bezwaar te verschaffen dan wel een (meer) gedetailleerde toelichting bij de afwijzing van zijn bezwaar.
2.12.
Bij e-mail van 2 september 2024 heeft Google aan [eiser] laten weten dat als hij bezwaar wil maken tegen de verwijdering van zijn kanalen op YouTube, hij de stappen moet volgen zoals uiteengezet op de Helppagina “Kanaal-of accountbeëindiging”.
2.13.
Op 6 november 2024 heeft [eiser] (nogmaals) bezwaar gemaakt tegen de verwijdering van zijn kanalen op YouTube. Dat bezwaar is (wederom) afgewezen.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert na intrekking van de vorderingen onder V en VI van het petitum van de dagvaarding, samengevat, om:
I. Google op straffe van een dwangsom te veroordelen:
primair: tot het herstellen c.q. beschikbaar maken en terugplaatsen van alle accounts, kanalen en video’s van [eiser] op YouTube;
subsidiair: tot het herstellen c.q. beschikbaar maken en terugplaatsen van alle accounts, kanalen en video’s van [eiser] op YouTube, met uitzondering van de video’s waarop [eiser] een strike heeft ontvangen, dan wel die door Google van YouTube zijn verwijderd;
meer subsidiair: tot het herstellen c.q. beschikbaar maken en terugplaatsen van accounts, kanalen en video’s van [eiser] op YouTube, met uitzondering van de video’s waarop [eiser] een strike heeft ontvangen, dan wel die door Google van YouTube zijn verwijderd, onder de voorwaarde dat [eiser] geen nieuwe video’s plaatst tot in een bodemprocedure een eindvonnis is gewezen;
II. Voor zover Google niet wordt veroordeeld tot het onder I gevorderde, Google op straffe van een dwangsom te veroordelen tot nakoming van de Digital Services Act (DSA) en de Platform-to-Business Verordening (P2B), in het bijzonder de artikelen 12, 16 en 17 DSA en de artikelen 4 lid 5 en 12 P2B;
III. Voor zover wordt geoordeeld dat de accounts, kanalen en/of video’s van [eiser] door Google op YouTube moeten worden hersteld, Google te veroordelen om [eiser] onder de gebruikelijke voorwaarden voor vergelijkbare gebruikers tot het YouTube Partner Programma toe te laten en toegelaten te houden;
IV. Google te veroordelen in de proceskosten en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Google voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kern van de zaak betreft de verwijdering van alle YouTube accounts van [eiser] per 20 juni 2024. Anders dan [eiser] in zijn dagvaarding suggereert, heeft deze verwijdering niet te maken met de door hem geposte video ‘hand job or blow job’. Of die video al dan niet in strijd is met de richtlijnen van Google, doet dus niet ter zake. Google heeft de accounts van [eiser] verwijderd omdat hij tijdens de ‘upload ban’, die gold van 27 mei tot 10 juni 2024, toch content heeft geüpload via (een van) zijn kanalen. [eiser] heeft erkend dat hij inderdaad in die periode (die overigens volgens hem begon op 31 mei 2024) veelvuldig heeft geüpload. Hij wist als professionele content creator, of moest dat in elk geval weten, dat dit ‘omzeilen’ van het uploadverbod voor Google een wezenlijke schending van de gebruikersovereenkomst oplevert en leidt tot beëindiging van alle kanalen. Google heeft dit bij haar beslissing van 20 juni 2024 ook vermeld. Dat [eiser] in het duister zou tasten over de reden voor de verwijdering van zijn kanalen, is dus niet aannemelijk.
4.2.
Belangrijker lijkt dan ook dat [eiser] het door hem omzeilde uploadverbod niet terecht vindt. De content waarvoor [eiser] eerder twee strikes heeft gekregen, met als gevolg het uploadverbod, is echter duidelijk in strijd met de richtlijnen van Google. De onder 2.6 en 2.7 vermelde video’s van een zwarte vrouw met de schaduw van een aap en een dansende beer op een nummer getiteld “ [titel 5] ” hebben evident racistische connotaties, net als de ‘watermeloenvideo’ van 6 maart 2024. Het gaat er daarbij niet om of [eiser] racistische bedoelingen had of dat de man in de watermeloenvideo een vriend van hem is. Het gaat om de uitstraling die de video’s naar het wereldwijde publiek hebben. [eiser] post ze immers op een voor de hele wereld toegankelijk medium en niet alleen voor zijn eigen vrienden en bekenden. De evident racistische connotaties moeten ook voor [eiser] duidelijk zijn geweest. Hij kan zich niet aan zijn eigen verantwoordelijkheid onttrekken door aan te voeren dat er op YouTube (mogelijk) video’s staan die (ook) in strijd zijn met de richtlijnen van Google. Ook als dat zo is, wil dat natuurlijk niet zeggen dat zijn eigen video’s niet in strijd zijn met de richtlijnen. Kortom, vooralsnog lijkt het terecht dat [eiser] twee strikes en een uploadverbod heeft gekregen.
4.3.
Nu het uploadverbod terecht was en [eiser] dat verbod heeft omzeild, moet de conclusie zijn dat de verwijdering van alle accounts ook terecht is. Het staat immers vast dat het hier niet gaat om een geringe overtreding van het omzeilverbod. [eiser] heeft tijdens de ‘upload ban’ heel veel video’s gepost terwijl hij zich er terdege van bewust was dat dit niet mocht. Hij koos er willens en wetens voor om het verbod te omzeilen, omdat hij het er niet mee eens was en hij wellicht dacht dat het niet zo’n vaart zou lopen.
4.4.
Het voorgaande betekent dat er, in elk geval op korte termijn, geen grond is om Google te gebieden om [eiser] weer toe te laten tot zijn YouTube-kanalen. Ook niet als de belangen van partijen tegen elkaar worden afgewogen. Google heeft er groot belang bij dat haar platform gevrijwaard blijft van ongewenste content en dus bij naleving van haar richtlijnen, om haar gebruikers te beschermen en geen adverteerders af te schrikken. [eiser] heeft er weliswaar financieel belang bij om weer toegelaten te worden – hij leefde van zijn YouTube-inkomsten – maar verkeert niet in financiële nood. Hij kan gebruik maken van andere sociale media waarop geld kan worden verdiend en die een platform kunnen bieden voor zijn creativiteit en meningsuitingen, daarvoor is hij niet afhankelijk van YouTube.
4.5.
De vordering onder I zal dus worden afgewezen. Dit betekent dat toegekomen wordt aan de vordering onder II (nakomen DSA en P2B op straffe van een dwangsom), die echter ook niet toewijsbaar is. In de eerste plaats is niet duidelijk welk belang [eiser] bij deze vordering heeft. Als deze al zou worden toegewezen, heeft dat immers geen gevolgen voor hem, en al helemaal niet het gevolg dat zijn YouTube-accounts zouden worden hersteld. In de tweede plaats heeft [eiser] zijn standpunt, dat Google haar waarschuwingen en andere besluiten onvoldoende motiveert en dat daartegen onvoldoende bezwaar kan worden gemaakt, vooralsnog niet aannemelijk gemaakt. De feiten, voor zover die op dit moment vast staan, wijzen daar in elk geval niet op. Google heeft aan [eiser] steeds gemeld dat en waarom zij bepaalde video’s verwijderde. Dat die meldingen niet steeds enorm gedetailleerd zijn, lijkt voorshands te begrijpen gelet op de immense hoeveelheid video’s die dagelijks op YouTube worden gepost. Voor het overige geldt dat de discussie of Google zich (in het algemeen) houdt aan de DSA en de P2B (die volgens Google in haar relatie tot [eiser] niet van toepassing is) zich niet leent voor beslechting in kort geding.
4.6.
Nu de vorderingen worden afgewezen, wordt [eiser] als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van Google worden begroot op:
- griffierecht € 2.889,00
- salaris advocaat 1.107,00
- nakosten
178,00
Totaal € 4.174,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Google tot op heden begroot op € 4.174,00, te vermeerderen met € 92,00 en de kosten van betekening indien dit vonnis wordt betekend,
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.M. de Vries, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. B.P.W. Busch, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2025. [1]

Voetnoten

1.type: BPWB